NEC heeft de titel voor de krachtigste supercomputer ter wereld voorlopig weer in zijn bezit. De Japanse Earth Simulator, eveneens van NEC, was even voorbijgestreefd door de Blue Gene/L van IBM, maar heeft nu een nog sterkere opvolger: de SX-8.
|
De nieuwe NEC-super verschijnt in drie uitvoeringen: twee enkele machines en één multiknooppunt-configuratie. Het geschatte piekvermogen is berekend voor het topmodel van de multiknooppunt-uitvoering. Dit beslaat 512 servers (knooppunten) met elk acht processoren, waarmee het totaal op 4096 vectorchips komt. Het geheugenmaximum is 64 terabyte en de maximale datadoorvoersnelheid ligt op 262 TB per seconde. De twee lichtere uitvoeringen, bestaande uit één server, hebben respectievelijk vier tot acht processoren (model SX-8/A) en één tot vier processoren (model SX-8/B).
De supers zijn ook bij NEC te huur. Het lichtste model is dan verkrijgbaar vanaf 1,17 miljoen yen (ongeveer 8650 euro) per maand. De eerste leveringen beginnen in december dit jaar, laat de producent weten. Het bedrijf verwacht de komende drie jaar meer dan zevenhonderd stuks van de drie modellen samen te verkopen.
Aarde gesimuleerd
Het topmodel van de SX-8 herovert het snelheidsrecord op supercomputergebied op IBM, dat de koppositie eind september had overgenomen van een andere NEC-machine. Dat was de Earth Simulator, die al bijna tweeënhalf jaar ongeslagen was. Die supersuper dook nogal onverwacht op met een flinke prestatievoorsprong op andere supercomputers.
De Earth Simulator simuleert letterlijk de aarde om aardbevingen te analyseren en te voorspellen. De Japanse machine bestaat uit 640 servers met elk acht vectorprocessoren en heeft in totaal 10 TB aan geheugen. Dat geheel wist in mei 2002 een rekenvermogen van 35,96 teraflops neer te zetten. De voor die tijd snelste super, de Asci White-Pacific van IBM, haalde ‘slechts’ 7,2 teraflops. De nieuwe nummer één was zelfs krachtiger dan de toenmalige top tien bij elkaar opgeteld.
|
Prestigekwestie
Eind september wist IBM de snelheidskroon te veroveren met zijn geavanceerde Blue Gene/L. Die machine haalde bij tests binnen de laboratoria van het concern een prestatieniveau van 36,01 teraflops. Daarmee streeft hij de Earth Simulator voorbij.
Vice-president Dave Turek van IBM verklaarde toen dat dit niet alleen een prestatie- maar ook prestigekwestie is. “Dit is van belang omdat iedereen gefixeerd was op de Earth Simulator”, aldus de Amerikaanse topman. De nieuwe NEC-machine zal waarschijnlijk niet weer zo’n effect hebben, aangezien de concurrentie wakker is en de Japanners op de hielen zit.
De IBM-super die het record even terugpakte, is namelijk maar een prototype met slechts 16.250 processoren in acht serverrekken. Volgend jaar moet een volledige configuratie operationeel zijn met 130 duizend processoren, gehuisvest in 64 serverrekken. Dat geheel neemt dan ongeveer de oppervlakte in van een halve tennisbaan. Die machine heeft een geschat piekvermogen van 360 teraflops. Hij wordt gebouwd voor het Lawrence Livermore National Laboratorium in Californië. Dat onderzoeksinstituut zet supers in voor nucleair onderzoek, waaronder simulatie van nucleaire wapens.
Nederland
Een tweede lichtere Blue Gene/L-machine wordt nu gebouwd voor het Nederlandse astronomie-instituut Astron. Die super moet met twaalfduizend processoren de data van het gedistribueerde radiotelescopieproject Lofar (Low Frequency Array) opvangen en berekenen. Lofar bestaat uit vele kleine radiotelescopen, verspreid over Drente en een deel van Duitsland. Deze gedistribueerde radiotelescoop moet in 2006 operationeel zijn.
IBM benadrukt dat de Earth Simulator een speciaal ontworpen en geproduceerde computer is, terwijl Blue Gene/L is gebaseerd op standaardtechnologie. Dit betreft echter afgeleiden van standaard componenten. De machine is wel aanzienlijk kleiner (0,01 van de omvang) en energiezuiniger (1/28) dan de Japanse monstercomputer. Daarnaast zou Blue Gene/L ook veel goedkoper zijn, hoewel de leverancier daarover nog geen harde cijfers heeft onthuld.< BR>