“Niet alleen ‘open source’ ontwikkelaars hebben last van software-octrooien; ook kleine ontwikkelaars moeten zich zorgen maken”, stelt Emiliano Heyns.
Ik vond ‘Historische blunder’ (Computable, 8 oktober 2004) van Hans Hutter nogal eenzijdig en vooringenomen. Niet alleen ‘open source’ ontwikkelaars hebben last van software-octrooien; ook kleine ontwikkelaars moeten zich zorgen maken. Een afdoende octrooi-onderzoek vooraf is bijna ondoenlijk gezien de veelal vage en brede omschrijving van de patenten. Toch beginnen en zien waar het schip strandt kan een dure grap worden voor een kleine zelfstandige. Dat die paar uitzonderingen die Hutter noemt geen bewijs zijn voor de algemene casus moet hij zelf ook weten. Bovendien is een octrooiaanvraag voor het mkb gemiddeld niet weggelegd.
In het specifieke geval van Eolas versus Microsoft is de zaak door de rechter al twee keer in het nadeel van Eolas besloten (volgens mij terecht). Meer voorbeelden van waarom we geen softwarepatenten zouden moeten willen zijn te vinden op bijvoorbeeld http://cs.unimaas.nl/p.spronck/RidiculousPatents.htm en http://www.washingtonpost.com/ac2/wp-dyn/A47281-2001Feb8?language=printer.
Ik zie gebeuren dat op zeker moment zal worden toegegeven aan de druk van de VS of van groeperingen die octrooien een doel op zich vinden, maar Hutter is zeker geen softwareontwikkelaar, en als hij al met ontwikkelaars gesproken heeft, dan alleen bij grote bedrijven. Het ontbreekt hem dus aan inzicht in wat octrooien in dit vakgebied zouden betekenen voor de kleine ontwikkelaar. Dat is nu precies de reden waarom we niet ondoordacht voor software-octrooien moeten kiezen.< BR>
Emiliano Heyns