Is het u ook al opgevallen? Organisaties zien we voorzichtig teruggrijpen naar de ontwikkelproducten van het vorige decennium. Omdat ze enigszins teleurgesteld zijn in de productiviteit van Java en C# voor het bouwen van administratieve applicaties en vanwege de economische situatie, halen ze de oudjes weer uit de kast.
Sommige leveranciers van deze oude bekenden melden dat hun omzet weer groeit. Voor een groot deel zijn de kopers bestaande klanten die weer meer gaan werken met de producten waarmee ze al ervaring hadden. Deels zijn het nieuwe klanten die enerzijds nog met talen als Cobol en RPG worstelen en wat laat instappen op de hype van tien jaar geleden. En tenslotte zijn het nieuwe klanten die pijnlijke ervaringen met Java en C# hebben.
Producten waar weer in geïnvesteerd wordt, zijn degene die we vroeger 4gl’s (vierde generatie talen) noemden. Denk hierbij aan producten als Uniface van Compuware en Team Developer van Gupta (voorheen SQLWindows geheten). Ik hoop trouwens dat ik niemand kwets met het gebruiken van de term 4gl. Als iemand een betere term heeft, of als Gartner er al een nieuwe voor bedacht heeft, dan hoor ik dat graag.
We zien ook een groeiende interesse in code generatoren. Dit zijn over het algemeen producten die vanuit platform-onafhankelijke specificaties programmacode proberen te genereren. Deze categorie kunnen we in twee groepen verdelen. De eerste groep heeft de intentie om het deployment-platform zoveel mogelijk af te schermen. De gegenereerde code hoeft zelden aangepast te worden, tenzij er bijvoorbeeld speciale koppelingen gebouwd moeten worden of als een stuk van de gegenereerde code niet voldoende efficiënt is. Denk hierbij aan producten zoals Allfusion Gen van CA (voorheen Cool Gen geheten) en EAE van Unisys (voorheen Linc geheten). Beide zijn producten die al vele jaren op de markt zijn.
Bij de tweede groep generatoren wordt het deployment-platform niet geheel afgeschermd, zoals Jdeveloper van Oracle, Optimal J van Compuware en Rational van IBM. Daar is het nog steeds noodzakelijk code met de hand toe te voegen. De waarde van deze groep generatoren zit voornamelijk in de potentiële productiviteitsverbetering, omdat niet alle code met de hand geschreven hoeft te worden.
Op zich is dit een begrijpelijke reactie vanuit de markt. Voor veel oudere automatiseerders lijkt de overstap van hun vertrouwde tooltje naar moderne, objectgeoriënteerde talen als Java of C# te ingewikkeld. Het teruggrijpen naar een vertrouwd product of naar een 4gl of generator is dan een aantrekkelijk alternatief.
Is dit nu een tijdelijke opleving, of hebben we hier te maken met het aanbreken van een nieuwe fase? De jaren zeventig werden gedomineerd door de 3gl’s, de jaren tachtig door de 4gl’s en de afgelopen tien jaar voerden de OO-talen de boventoon. Is dan nu een soort retro-fase aanbeland?
Uiteraard betekent dit niet het einde van Java en C#? Maar het lijkt alsof we Java en C# (met .NET) steeds meer gaan zien als deployment-platformen en niet als development-platformen. Generatoren en 4gl’s zullen ingezet worden om de technische details van deze platformen af te schermen. De ontwikkelaars van technische software zullen ongetwijfeld wel van Java en C# gebruik blijven maken. Alhoewel, sommigen hebben nooit de overstap gemaakt van C en zijn daar meer dan tevreden mee.
Vroeger is sowieso hip. Overal in de maatschappij zien we zaken van vroeger terugkomen. De afgelopen zomer was een van de best bekeken programma’s op de Nederlandse televisie dat van Jos Brink waar die allemaal oude TV-helden liet opdraven. Kinderen dragen weer broeken met wijde pijpen. Kortom, de terugkeer naar vroeger is overal actueel, misschien dus ook in onze it-wereld.< BR>
Rick F. van der Lans is onafhankelijk adviseur, een internationaal bekend spreker en auteur van diverse boeken, tevens gespecialiseerd in softwareontwikkeling, datawarehousing en internet.