Martin Pol, grondlegger van de Nederlandse praktijk voor softwaretesten en auteur van vele boeken over deze specialisatie, wil het beeld dat de ict-sector heeft van testen bijstellen. Hij begon zijn bedrijf Polteq omdat hij het “zelf wel eens wilde proberen”.
[ klein maar fijn ] De beeldvorming van de Nederlandse ict-bedrijfstak wordt vaak gedomineerd door grote dienstverlenende bedrijven. In dat geweld dreigen kleinere bedrijven onderbelicht te blijven. Ten onrechte. Computable stelt ze stuk voor stuk aan u voor: van piepjong tot middelbare leeftijd en met nooit meer dan zo�n zeventig medewerkers. En altijd: Klein maar Fijn. Alle afleveringen: |
|
Pol wil onder meer het beeld bijstellen dat de ict-sector van zijn vakgebied heeft. Er is geen betere ict-opleiding dan die voor tester, vindt hij. “Het probleem is dat ict’ers na een paar jaar meer bedrijfskunde of programmeerwerk willen doen.” Software testen staat als ‘saai’ bekend; testers worden gezien als muggenzifters, merkt Pol. Ict’ers die softwaretests doen, hebben weinig carrièremogelijkheden; men ziet het als een stap opzij. “Testen is echter een vak apart. Testmanagement is veel moeilijker dan projectmanagement. Je moet sterk in je schoenen staan en kunnen communiceren met alle mensen die met de software te maken hebben; directieleden, ontwikkelaars, beheerders, projectmanagers en gebruikers.”
Niet voorhanden
Pol begon zich eind jaren tachtig voor de Belastingdienst te verdiepen in zowel de theorie als de praktijk van het softwaretesten. Hij leidde toen een werkgroep die de interne testmethoden beoordeelde. “De Algemene Rekenkamer stelde vast dat onze ict niet in orde was. Een ‘dagrun’ van een belangrijk proces duurde bijvoorbeeld 27 uur. De Tweede Kamer bekritiseerde de minister. Zo is het begonnen.”
In Nederland bleek geen ervaring of literatuur voorhanden te zijn. Pol legde in de Verenigde Staten contact met de Amerikaanse Marine, spijkerbroekenfabrikant Levi’s en bandenfabriek Goodyear. Hij nam als enige Europeaan deel aan een klasje van twintig man en nam alle documentatie mee terug. De belastingdienst legde alles vast in een rapport voor de Tweede Kamer. Dat was de aanzet voor Tmap, de door Pol ontwikkelde aanpak voor gestructureerd testen.
Overstap
De overstap naar het bedrijfsleven maakte Pol in 1990, na anderhalf jaar aandringen van ict-bedrijf Interprogram (het latere IP/, overgegaan in Iquip, nu Sogeti). Hier ontwikkelde hij in vijf jaar op basis van de ervaringen met testen een theorie, met scholingsmogelijkheden en examens. Tien jaar later startte hij een eigen bedrijf voor testconsultancy en -management. “Om geld ging dat niet. Niets negatiefs ook over Sogeti, maar ik wilde het zelf wel eens proberen.”
De dagelijkse gang van zaken is voor het leeuwendeel in handen van ex-Sogeti-collega Marjolein Steyerberg, mededirecteur van Polteq. Steyerberg is in de loop der jaren Pols rechterhand geworden. “Martin loopt vooruit en gooit balletjes op. Ik vang ze weer, concretiseer de ideeën en zorg dat niets vergeten wordt. Daarnaast ben ik de kwaliteitsbewaker.”
Polteq heeft negentien mensen in dienst. De concurrentie met veel andere, grotere bedrijven is soms lastig. Steyerberg: “Als het voor een klus nodig is, zijn we zo met tientallen mensen. We werken we bijvoorbeeld samen met internationale partners, onder andere in Duitsland.” Het bedrijf is sinds kort groot genoeg om één voltijds verkoper in dienst te hebben. Voorheen zochten de werknemers tussen de bedrijven door naar nieuwe opdrachten. Steyerberg en Pol verwachten dat het bedrijf tot 35 man kan doorgroeien.
De gemiddelde leeftijd van de werknemers is 37 jaar. Komt er een nieuwe medewerker, dan praat die eerst met twee collega-testconsultants en pas daarna met Pol en Steyerberg. “We willen allemaal werken in een kleinschalig bedrijf. In een groot bedrijf moet je op enig moment lijnmanager worden. Wij willen gewoon goed zijn in ons vak.”< BR>