In de VS is 80 procent van al het mailverkeer inmiddels spam. Europese bedrijven krijgen aanzienlijk minder onzinberichten op zich afgevuurd. Dat kan in de toekomst snel veranderen.
De huidige technieken om spam tegen te houden voldoen niet langer. De stroom van ongewenste, commerciële mailberichten wordt daarvoor te groot. Dit zei Dave Anderson, ceo van Sendmail, op het congres Email Management Europe, dat vorige week plaatsvond in Amsterdam. “In de VS worden quarantaine-systemen, waar spam geparkeerd wordt, in korte tijd overspoeld met duizenden onzinberichten. Filtersystemen zijn niet schaalbaar genoeg om deze stroom aan te kunnen. Amerikaanse beheerders maken zich ernstig zorgen over de continuïteit van hun mailverkeer.”
Boosdoener
De grootste boosdoeners zijn gehackte computers met een breedbandverbinding die zonder dat de eigenaar dat merkt duizenden spamberichten versturen. Anderson schat dat ruim vier miljoen gekraakte pc’s verantwoordelijk zijn voor 80 procent van alle spam. Een nieuwe filtertechniek, die in het domeinnaamsysteem controleert of een bericht van een legitieme server afkomstig is, maakt het mogelijk om mail van deze oorsprong in de toekomst te weigeren zonder deze op te hoeven slaan.
|
Beheerdienst
BT lanceerde tijdens het congres een beheerdienst voor mail. Via het MMP-systeem (Message Management Platform) kunnen bedrijven het complexe beheer van mailsystemen in handen geven van het telecomconcern. Volgens Menno Lijkendijk, marktontwikkelaar bij BT, is het beheer van mailsystemen door de invoering van filtersoftware en andere beveiligingsoplossingen van verschillende fabrikanten steeds ingewikkelder geworden.
Getronics kondigde vorige week een vergelijkbare beheerdienst aan. Deze ict-dienstverlener ruikt kansen omdat bedrijven door nieuwe regelgeving als de Sarbanes-Oxley-wet, Ifrs, Basel II en de code Tabaksblat hun bedrijfsinformatie inclusief mail zorgvuldig moeten beheren en archiveren. Hoewel bij veel organisaties de formele communicatie via mail verloopt, komen archivering en controle van deze informatiestroom nauwelijks voor.< BR>