De Nederlandse economie komt langzaam uit het dal. Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek stijgt de werkeloosheid steeds minder snel. Bovendien neemt het aantal vacatures toe. Het kabinet en het Centraal Planbureau zijn wat minder positief. Specifiek voor de ICT sector lijkt er echter voldoende reden voor gematigd optimisme.
Belangenorganisatie Nederland-ICT verwacht voor volgend jaar een groei van maar liefst 6 procent. Dat is veel beter dan de 1,5 procent die in de Macro Economische Verkenning van het CPB voor onze economie als geheel wordt opgegeven. Daar hoort natuurlijk ook een toename van het aantal banen bij. Sylvia Roelofs, de directeur van Nederland-ICT, zegt zelf verrast te zijn door de cijfers voor dit jaar. “Alles bij elkaar hadden we gedacht dat er vierduizend banen bij zouden komen. Met de 4400 mensen die van het HBO en de universiteit komen, zouden we dan net tekort zijn gekomen. Dat blijkt niet zo te zijn. We zijn zelf verrast door een grotere stijging van het aantal vacatures. Op dit moment houden we er zo’n vijfhonderd over.”
Volgens Roelofs hebben we deze meevaller aan twee verschillende ontwikkelingen te danken. “De eerste is een belangrijke toename van de omzet in de vervangingsmarkt. De systemen die destijds vanwege de millenniumwisseling en de invoering van de Euro werden vernieuwd, worden inmiddels vervangen. De tweede zijn outsourcing, shared service centers en andere nieuwe manieren om met ict om te gaan. Anders dan vaak gedacht, levert dit juist meer werk op.”
Niet bang
Roelofs maakt zich daarom ook niet al te veel zorgen over trends als global sourcing. “Je ziet nu al werk naar het buitenland verdwijnen. Dit jaar gaat het al om 1900 banen. We hebben becijferd dat dit aantal in 2010 op 27.000 zal liggen. Het gaat echter om standaardwerk, dat gemakkelijk te verplaatsen is. Klanten kunnen daarmee besparen op hun kosten, en wij hopen dat ze dat geld dan weer zullen investeren in nieuwe toepassingen.”
Of ze dat inderdaad doen, is echter nog maar de vraag. Roelofs spreekt haar
zorgen uit over de achterblijvende vernieuwingsinvesteringen. “Kijkend naar de
Nederlandse kenniseconomie, is het belangrijk dat klanten echt investeren in
vernieuwingen. We zien dat wel gebeuren in de zorg. Andere gebieden waar
Nederland goed in is en waar we dat graag zouden zien, de logistiek, de
voeding en de biotechnologie, komen echter nog onvoldoende op. Daarvoor zouden we programma’s op moeten zetten.”
Meer investeren
Gevraagd naar de inspanningen van de industrie zelf, benadrukt Roelofs dat leveranciers daarvoor afhankelijk zijn van de markt. Daarom betreurt ze het dat de overheid zelf ook pas op de plaats maakt, in plaats van meer te investeren in bijvoorbeeld zorg, onderwijs en veiligheid. Daarbij refereert Roelofs naar het Verenigd Koninkrijk. “De veertien miljard Euro die de overheid daar in de gezondheidszorg heeft gestopt, heeft een enorme spin-off.” Een ander voorbeeld is het Amerikaanse Ministerie van Defensie, dat de ontwikkeling van de rfid-technologie enorm heeft gestimuleerd.
“Als de directe noodzaak er niet is, leunen we hier te gemakkelijk achterover. Wat we nodig hebben is dat er wat minder wordt gekeken naar de kosten en het snoeien daarin. We moeten de focus meer op de toekomst richten. Als je kijkt naar wat er bij de kennisinstituten wordt ontwikkeld en wat er ligt aan patenten, dan doen we het in Nederland heel goed. We moeten al die dingen alleen ook gaan gebruiken en er geld mee gaan verdienen.”< BR>