De voornaamste reden waarom de IBM iSeries (AS/400) niet het dominante serversysteem is dat het zou moeten zijn, is de angst overgeleverd te raken aan IBM. Tegenwoordig zijn de meeste mensen volledig overgeleverd aan Microsoft, maar dat is een langdurig proces geweest, niet het gevolg van een beslissing tot een aanzienlijke investering op een bepaald tijdstip.
Er is echter nog een ander probleem met de AS/400, en dat is de beschikbaarheid van toepassingen. Als puntje bij paaltje komt, heeft een slecht systeem (Windows) met toepassingen meer succes dan een goed systeem (OS/2, Mac) zonder. Feitelijk waren er diverse problemen met toepassingen voor de AS/400. In de begindagen van het systeem was het bedoeld voor gegevensverwerking, waar legio programma’s voor beschikbaar waren. Toen echter het client/serverconcept aan populariteit won, met een veel grotere hoeveelheid toepassingen als office- en webfuncties, gaven de toepassingsontwikkelaars de voorkeur aan Unix en Windows. En weer werd de AS/400 niet vergeten, maar de keuze aan toepassingen was beperkt.
Het gevolg was dat het AS/400 -besturingssysteem werd verbeterd om betere ondersteuning te bieden aan ‘gast-besturingssystemen’ als AIX of Linux, zodat andere toepassingen konden worden gebruikt naast de ‘native’ AS/400-toepassingen. Eigenlijk was het een soort netwerk in een doos; als een Unixprogramma een AS/400-database moest benaderen, werd de client/server benadering toegepast. Uiteraard ondersteunde de AS/400 pc’s die via het lan waren aangesloten, maar werd hierbij vooral gehinderd doordat IBM heel lang bleef volhouden aan Token Ring en pas laat met ondersteuning voor Ethernet en native tcp/ip-communincatieprotocollen kwam. Tegenwoordig geen probleem, maar wel een van de redenen waarom de AS/400 niet de positie als voorkeursserver heeft gehaald.
Toen IBM de uitgebreide ondersteuning voor de andere toepassing introduceerde, werd een poging gedaan het imago van de AS/400 te verbeteren door de naam te wijzigen in iSeries. Het effect op de verkopen was marginaal, hoewel de toegevoegde functionaliteit de bestaande AS/400-gebruikers heel gelukkig maakte. En nu is de nieuwste uitvoering beschikbaar, de i5 met i5/OS. Het is een belangrijke stap vooruit en de machine is nog meer de ideale server dan ooit. De kwaliteiten zijn echter nooit een probleem geweest, maae kan Big Blue deze keer wel de boodschap overbrengen? En wat is die boodschap dan eigenlijk?
Eerst over de hardware. De iSeries gebruikt de Power-processor van IBM, geen Intel. De huidige versie, Power5, is een belangrijke stap voorwaarts; niet alleen zijn de prestaties verbeterd, maar eveneens is een significante besparing gerealiseerd op het stroomverbruik. Met name voor de iSeries betekent dit dat voor sommige modellen rackmontage mogelijk wordt. De Power-processor wordt vaak gezien als een pure IBM- processor (AIX , de pSeries en de iSeries), maar deze wordt ook gebruikt in Apple-computers en gaat ook het hart vormen van de Microsoft X-box 2, die hoogstwaarschijnlijk volgend jaar op d markt komt. Het is een 64-bit processor en OS/400 is met afstand het eenvoudigst aan te passen besturingssysteem, veel gemakkelijker en succesvoller dan Unix. Microsoft mikt natuurlijk op de 64-bit Intel processor voor de ontwikkeling van 64-bit Windows (Longhorn), maar afgaand op de X-box is het zeer waarschijnlijk dat Longhorn ook de Power-processoren gaat ondersteunen. Er zou best eens oorlog kunnen ontstaan tussen Intel en IBM op de 64-bit processor markt, met name omdat de Intel-processor volgens geruchten te kampen heeft met betrouwbaarheidsproblemen (het Mars Rover-project koos voor Power). Het grote verschil tussen de Intel- en de Power-architecturen is dat de eerste is doorontwikkeld uit een single-threaded desktopsysteem terwijl de Power-architectuur van begin af aan multi-threading ondersteunde. Vanwege deze eigenschap, meer dan rauwe mips-waarden, is de Power een betere serverprocessor – die het in een game-machine waarschijnlijk ook uitstekend doet.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.