De aankondiging van een nieuwe Java ‘Standard Edition’ – J2SE 5.0, alias ‘Tiger’ – en een herhaald en uitvoerig betoog dat Sun zijn toekomst met vertrouwen tegemoet ziet, waren de twee grote thema’s van op Java One.
|
De nieuwe versie moet de belangrijkste uitbreiding van Java sinds lang worden, met elementen als generics, annotations en bijkomende voorzieningen inzake ‘concurrency’, beheer etc. Concreet waren de ontwerpdoelstellingen: betere prestatie, grotere stabiliteit, een makkelijker en meer productieve ontwikkelingsomgeving en een grotere beheerbaarheid.
Voor de grotere productiviteit en het ontwikkelingsgemak wordt gerekend op zowel de toevoeging van generieke types als het systeem van ‘annotations’ (een metadata- faciliteit). Deze moeten het telkens weer opnieuw schrijven van saaie en repetitieve code grotendeels opvangen, onder meer via een meer ‘declaratieve’ aanpak. Andere toevoegingen zijn onder meer ‘enumeration types’ en ‘autoboxing’.
Verder is sprake van toevoeging van elementen voor het schrijven van ‘concurrent’ programma’s, maar ook van sneller opstarten en kleinere ‘footprints’. Daarnaast komen er nieuwe mogelijkheden inzake beheerbaarheid (met een betere kijk op de toestand in de JVM), evenals Java Management Extensions (JMX) voor een gestandaardiseerd beheer van Java resources (zoals toepassingen). Belangstellenden kunnen kennis maken met J2SE 5.0 op http://java.sun.com/j2se/1.5.0/download.jsp.
Voortaan zou Sun overigens om de 18 maanden een nieuwe versie willen uitbrengen, goed voor een versie ‘Mustang’ in het eerste kwartaal van 2006 en ‘Dolphin’ in het derde kwartaal van 2007. Een tussenversie – J2SE 5.1, alias ‘Dragonfly’ – wordt verwacht in het derde kwartaal van 2005.
Ook voor Java 2 Enterprise Edition is de introductie van J2SE 5.0 van belang, want die vormt immers de basis voor de latere J2EE 5.0. Deze laatste zal eveneens betere beheermogelijkheden bieden, inclusief de mogelijkheid om zowel ‘annotations’ als ‘deployment descriptions’ aan te wenden. Ondertussen blijkt er nogal wat belangstelling te bestaan voor het in november 2003 aangekondigde J2EE 1.4, onder meer omdat die mogelijkheden biedt inzake webservices (conform het WS-I basic profile).
Java is business
Tegelijk onderstreepte Sun met nadruk dat Java door de jaren heen is uitgegroeid tot ‘big business’. Jonathan Schwartz, Sun
Java en échte realtime Java en een Java Virtual Machine als basis voor échte ‘real time’ toepassingen? Het zal velen wellicht vreemd in de oren klinken. Toch ging de allereerste Java Specification Request – JSR-1 – al uitdrukkelijk over de mogelijkheid van real-time toepassingen (iets waar de wortels van Java in de ‘Oak’ taal voor settop boxen wellicht niet geheel vreemd aan zal zijn). Op Java One 2004 werd een inverted pendulum-test getoond… of hoe een omgekeerde pendulumstaaf blijft balanceren op een punt, terwijl het wagentje waarop ie staat van links naar rechts beweegt. Het was een (indrukwekkend) voorbeeld van Sun’s Project Mackinac, in casu een implementatie van de Realtime specification for Java (Rtsj). Opmerkelijk daarbij is dat echte (deterministische) realtime en niet-realtime toepassingen tegelijkertijd op een zelfde systeem kunnen draaien – een aspect dat aan belang moet winnen naarmate meer en meer toestellen van allerlei aard onderling in netwerken zullen samenwerken, al dan niet met input van data uit systemen die met de fysische wereld zijn verbonden door middel van sensoren. Op http://research.sun.com/projects/mackinac/mackinac_whitepaper.pdf biedt Sun een grondig overzicht van de Java R-T aanpak. |
Over de eigen toekomst is Sun even optimistisch. Voorzitter en ceo Scott McNealy gaf toe dat hij het al weer aandurfde krantencommentaren over Sun te lezen.
Concreet wil Sun de Java-omgeving alomtegenwoordig maken, waarna het bedrijf rekent op de verkoop van grote hoeveelheden standaardsystemen en zijn eigen toegevoegde waarde om de omzet aan te zwengelen. Sun is immers “geen puur softwarebedrijf,” aldus John Loiacono, executive vice-president Software Group, “maar een bedrijf met een portfolio van ‘assets’, van Java tot en met hardware en opslagsystemen.” Het wil zijn concurrenten aanpakken met een ontwrichtende prijssysteem, dat complete bundels licenties aanbiedt voor een vast bedrag per werknemer of applicatieserver. Ook wordt uitdrukkelijk de kaart van abonnementen getrokken, terwijl het bedrijf met zijn diensten op het gebied van middleware en systeemintegratie (“we doen in de fabriek al wat de anderen bij de klant zelf doen tegen betaling”) inzake toepassingen niet onder de duiven van de integratiepartners schiet. “Ons portfolio draait overigens op Sun-systemen, maar ook onder Windows en Linux,” klinkt het nog. Daarbij wordt onder meer verwezen naar het Java Enterprise System – een stapel van veertien producten voor het creëren van een ict-infrastructuur.
“En het werkt,” stelt Jonathan Schwartz,” de klanten moeten het zelf maar eens uitrekenen.” Sun dreigt evenmin het slachtoffer te worden van productprijsstellingen. Immers, “een computerinfrastructuur is geen ‘commodity’!” Ook voor Schwartz is het sleutelwoord ‘disruptive’; hij wil een prijspolitiek voeren die ontwrichtend is voor de concurrentie. Daarbij zou het bedrijf kunnen overwegen diensten en software te verkopen, met gratis hardware, of bijvoorbeeld opslagcapaciteit per GB per maand aan te bieden etc.
McNealy twijfelt er dan ook niet aan dat “Sun het wel gaat halen!”, waarna hij trots opsomt: “een marktkapitalisatie van 14,5 miljard dollar, 7,5 miljard dollar cash, producten voor Intel, AMD en Sparc, en meer dan 7000 isv’s op Solaris,” en meer fraais.
Kortom, voor Sun was deze Java One een herbevestiging van het geloof in eigen kunnen en in zijn toekomst, met Java als een van de kroonjuwelen.
Overigens kan nu definitief korte metten worden gemaakt met de stelling dat Java nog een ‘nieuwkomer’ onder de programmeertalen vormt. Op het einde van deze Java One werd de aandacht van de aanwezigen immers gevestigd op de editie van 2005 – de tiende op rij.< BR>
Aankondigingen
Vanzelfsprekend was Java One een ideale springplank voor een aantal productaankondigingen, met voorop Java Studio ‘Creator’. Uitgedokterd voor het snel ontwikkelen van toepassingen vanuit een grafische omgeving, moet Creator onder meer Visual Basic-ontwikkelaars verleiden om de overstap naar Java te zetten.
In de aanhoudende discussie of Java meer ‘open’ moet worden, stelt Sun technologieën als Java 3D en project ‘Looking Glass’ (voor een 3D desktop) open source te maken. Daarnaast moet het Java Community Process (JCP) een voldoende garantie zijn voor een open en onafhankelijke ontwikkeling van de Java-omgeving. Ook voor inititatieven als Eclipse (een open ontwikkelingsomgeving) staat Sun open, met ruimte voor Eclipse-gesteunde toepassingen op de Java Desktop System stack.
Sun en Microsoft
Zoals de geest in Hamlet, dook tijdens deze Java One telkens weer de vraag op naar de nieuwe samenwerking tussen Sun en Microsoft. Volgens Sun zouden de gesprekken over de inhoud ervan eigenlijk pas deze zomer goed van start gaan, maar in eerste instantie wordt gedacht aan een makkelijker uitwisseling tussen gebruikers en systemen uit de Sun en Microsoft-werelden (met het oog op een makkelijker beheer en wederzijds gebruik van systeemresources).
De wil tot samenwerken lijkt echter reëel, zoals ook moge blijken uit het gezamenlijke voorstel (met Bea, IBM en SAP) inzake webservice-adressering. Dat laatste moet een transportneutraal mechanisme bieden om boodschappen tussen webservice-eindpunten uit te wisselen.
‘Birds of a feather’
We kennen weinig evenementen – op Microsofts Professional Developers Conference na – waar zoveel aandacht en ruimte wordt gelaten aan Birds of a feather-sessies (Bof’s) als Java One. Een Bof brengt een groep belangstellenden samen rond een thema met het oog op discussie, het uitwisselen van ervaringen en oplossingen. Een hoop van die informatie wordt vaak rechtstreeks teruggekoppeld naar de ontwikkelaars en producenten. Het gaat er doorgaans levendig aan toe, ongeacht het aantal aanwezigen.
Op deze versie van Java One waren om en nabij de tweehonderd Bof’s geprogrammeerd – genoeg om anderhalve conferentie te vullen. En de onderwerpen dekten een breed spectrum dat varieerde van ‘Java en uw kinderen’ tot ‘Java metadata en het semantisch Web’…
Kortom, de Bofs zijn op zichzelf voldoende om een event als Java One te bezoeken, zeker voor wie ontwikkelaar in hart en nieren is. Een dag kan dan soms bijzonder lang worden, want de Bof’s kunnen makkelijk tot na middernacht uitlopen!