Het kan snel gaan in de dotcom-wereld, zelfs in tijden waarin Nederland zucht onder een dreigende economische depressie. Neem bijvoorbeeld Backbase. Begin 2003 opgericht, bestaande uit vijf man die vol overtuiging aan de slag gingen in een (te) grote ruimte in Amsterdam Zuidoost. Nu, bijna anderhalf jaar later heeft het bedrijf twee aanmoedigingsprijzen op zak, is dezelfde ruimte gevuld met werkplekken voor dertig personen en staan Heineken, Ohra en het Ministerie van Defensie op de klantenlijst.
[ klein maar fijn ] De beeldvorming van de Nederlandse ict-bedrijfstak wordt vaak gedomineerd door grote dienstverlenende bedrijven. In dat geweld dreigen kleinere bedrijven onderbelicht te blijven. Ten onrechte. Computable stelt ze stuk voor stuk aan u voor: van piepjong tot middelbare leeftijd en met nooit meer dan zo�n zeventig medewerkers. En altijd: Klein maar Fijn. Alle afleveringen: |
|
“Boek eens en reis op internet”, begint Pleiter. “Je moet daarvoor overdreven gezegd wel veertig pagina’s in vullen; dat is toch niet handig”. Het punt dat Pleiter wil maken is dat je met de oplossing van Backbase hetzelfde kunt doen (of meer), maar dan op één pagina. De zogenaamde ‘single page interface’, of de ‘rich internet application’.
Het jonge bedrijf levert een client en een server waarmee Html-tags kunnen worden uitgebreid met zogenaamde b-tags. Hiermee kan van een ‘gewone’ Html-pagina een intelligente gebruikersinterface worden gemaakt, waardoor het gebruik van de pagina makkelijker wordt.
Zaken die voorheen onmogelijk of erg ingewikkeld waren met Html, worden doodsimpel met b-tags. ‘Drag’ en ‘drop’ heeft geen ingewikkelde dHtml meer nodig, maar wordt simpel toegevoegd met de ‘drag-tag’.
Heineken
Kaandorp is het creatieve brein achter de b-tags. Het idee om meer te doen met Html kreeg hij tijdens zijn vorige werk. Hij was directeur van het zelf opgerichte Chaos Contained, een van de vele bedrijfjes die websites bouwde. “Ik heb zoveel projecten gezien waarbij elke keer weer alles opnieuw werd uitgevonden. Men sprak in die tijd, de booming periode, over ‘herbruikbaarheid’ en ‘interactie’. Terwijl je met Html vrijwel geen interactie kunt bieden; herbruikbaar was het vrijwel nooit. En dan die budgetten die er mee gemoeid waren. Ik dacht: dit kan beter.”
Wanneer beide mannen elkaar in 2003 ontmoeten, is Kaandorp al enkele jaren bezig met het uitwerken van wat nu de basis vormt voor Backbase. En het klikt tussen techneut Kaandorp en manager Pleiter. Met de ervaring van Pleiter in het opzetten van een bedrijf (hij stond ook aan de bakermat van Tridion, een leverancier van software voor ‘enterprise content management’-oplossingen) is het idee voor Backbase snel geboren.
In het begin is het niet makkelijk zonder opdrachtgevers. Pleiter belt tientallen relaties en doorkruist het land, zoekend naar een afnemer. “Het vertrouwen krijgen van de eerste klant is ontzettend moeilijk. Het is cruciaal dat je dat krijgt en een organisatie bouwt die dat vertrouwen kan waarmaken.”
Dan komt het verlossende bericht van Heineken. De bierbrouwer ziet het idee van Backbase wel zitten en gunt het jonge bedrijf de opdracht om http://www.heinekenmusic.com te bouwen, mèt b-tag-ingrediënten.
Pleiter: “Dat was ontzettend spannend, want we hadden een klant, maar het product was er alleen nog maar in heel prille basisvorm.”
Standaard
Dan gaat het snel gegaan. Backbase wint de Innovatieprijs bij de Spin Awards en sleept dit jaar ook de Broos van Erp-prijs binnen. “Het zijn duwtjes in de rug, maar als we ze niet hadden gewonnen, hadden we het ook gered”, stelt Pleiter.
Pleiter hoopt dat Backbase in 2005 zo’n sterke organisatie is, dat ze op eigen kracht naar het buitenland kan om daar zelfstandig te overleven. Hij is voorstander van een goed fundament. Het bedrijf heeft ook nu nog ongeveer vijftien man onderzoek en ontwikkeling zitten. “Ik heb teveel bedrijven met grootse plannen op hun bek zien gaan.”
Uiteindelijk heeft Backbase maar één doel: “We willen een wereldstandaard worden”, aldus Pleiter. Dat betekent dat Backbase in gesprek is met het W3C, de organisatie die alle standaarden op internet formuleert en accordeert? Pleiter houdt het vaag: “Er zijn verschillende manieren om een standaard te worden, we zijn met alle interessante contactpersonen in gesprek”.< BR>