In zes gemeenten – Almere, Apeldoorn, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht – start vandaag een praktijkproef over het toevoegen van biometrische kenmerken aan het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart.
De proef, onder de naam 2B or not 2B, duurt zes maanden. Het is de bedoeling dat er 15.000 personen meedoen. Tijdens de praktijkproef wordt bekeken welke gevolgen biometrie heeft op het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten en met welke omstandigheden in de praktijk rekening moet worden gehouden.
Bij de proef wordt van vrijwillige deelnemers die een nieuw reisdocument aanvragen ook een gelaatsscan gemaakt en een vingerafdruk afgenomen. Deze kenmerken worden verwerkt in een testdocument. Bij het afhalen van het reisdocument vindt een verificatie plaats: de biometrische kenmerken (gelaat en vingers) worden vergeleken met de kenmerken die in het testdocument zijn opgenomen.
Om vast te stellen dat de opgeslagen biometrische kenmerken onder verschillende omstandigheden met verschillende apparatuur uitleesbaar zijn en geverifieerd kunnen worden, gebeurt deze verificatie met apparatuur van verschillende leveranciers.
Omdat het hier om een proef gaat, kan het test-document niet daadwerkelijk als paspoort of identiteitskaart worden gebruikt.