“Het artikel van Daan van Beek (‘Verwarring in olap en bi’, Computable, 28 mei 2004) riep bij mij de nodige vraagtekens op”, schrijft Jack Klaassen. “Vooral zijn stellingname over de rol van olap in bi-omgevingen staat haaks op mijn dagelijkse praktijk als ‘business intelligence systems integrator’.”
Olap en rapportage zijn dé technologieën om bi te kunnen bedrijven in een onderneming. Het zijn hulpmiddelen voor het opdoen van kennis over effectiviteit en efficiëntie van bedrijfsprocessen en het op basis van deze kennis nemen van beslissingen. In elk stadium van bi zijn deze technologieën van toepassing. Dit in tegenstelling tot de stelling van Van Beek, die aangeeft: “Olap is vooral geschikt wanneer de informatiebehoefte van een organisatie onvoldoende of helemaal niet duidelijk is”.
Concurrentiepositie
Organisaties concentreren zich bij de start van een bi-implementatie vooral op de meest voor de hand liggende parameters en kpi’s voor de bedrijfsvoering en creëren om te beginnen een eendimensionaal beeld. In de verdiepingsslag die veelal snel volgt, wordt gekeken naar verbanden tussen parameters. Bij dit dynamische, iteratieve proces speelt olap-technologie (denk bijvoorbeeld aan Cognos- en Microsoft/Proclarity-platformen) een hoofdrol. Dit proces zou moeten plaatsvinden door de hele organisatie. Immers, bedrijven bouwen hiermee structureel aan een betere concurrentiepositie.
Olap is bovendien essentieel bij de implementatie van ‘scorecards’. Het is bekend dat juist organisaties die goed inzicht hebben in hun informatiebehoefte gebruik maken van ‘scorecards’. Ook organisaties die hun bi-omgeving hebben aangesloten op of uitgebreid tot een cpm-omgeving (corporate performance management) ontkomen veelal niet aan het toepassen van olap-technologie. Kortom, ongeacht de volwassenheid van de informatiebehoefte van een organisatie die bi toepast zal olap-technologie in iedere fase noodzakelijk zijn om inzicht in (on)gestructureerde data te verkrijgen.
Doorgroei
De kostendiscussie is, gezien het feit dat olap op ieder bi-niveau een rol speelt, interessant. Organisaties die een bi-omgeving wensen te benutten zijn vaak overtuigd van de waarde ervan, maar kunnen die vooraf meestal moeilijk kwantificeren. Dit komt ook voort uit het feit dat bi nieuwe sturingsparameters toevoegt aan bedrijfsprocessen die door de betreffende organisaties nog nooit in de praktijk zijn gebruikt. Zeker in deze tijd zal een organisatie dus de neiging hebben om de waarde van bi proefondervindelijk vast te stellen alvorens tot verdere investeringen in bi-oplossingen over te gaan. Als kwantificeren voorop staat, zal een organisatie dus graag eerst gebruik willen maken van reeds aanwezige oplossingen. Erp-leveranciers als Oracle en SAP maken dit mogelijk door basis bi-oplossingen en bi-technologie mee te leveren in hun totale oplossing.
Microsoft doet in principe hetzelfde, met echter een essentieel verschil. Naast bi-ondersteuning voor de eigen erp/cpm-omgevingen biedt het ook een alternatief voor meer heterogene omgevingen. In SQL Server bijvoorbeeld zit standaard een centraal platform voor olap-technologie en een volwassen rapportage-omgeving. Met Office (Excel) kan in elementaire vorm olap worden bedreven en is door middel van IIS-rapportage olap aan iedere gebruiker aan te bieden. Hiermee speelt Microsoft in op de vraag vanuit de markt naar betaalbare, schaalbare en eenvoudig beheerbare bi-oplossingen die ieder individu in de organisatie informatie kunnen verschaffen op elk gewenst moment.
Bedrijven hebben in 90 procent van de gevallen de Microsoft-technologie in huis voor bijvoorbeeld kantoorautomatisering en kunnen derhalve zonder hoge kosten met de basis van bi aan de slag. Hierdoor worden activiteiten als leren en implementatie tot een minimum beperkt. Bi-leveranciers als Proclarity borduren slim voort op deze basis en bieden bedrijven met hogere eisen op het gebied van bi een doorgroeimogelijkheid zonder dat eerdere investeringen per saldo tenietgedaan worden. Het is dus een slimme zet om andere ict-investeringen te gebruiken voor bi.< BR>
Jack Klaassen, directeur business intelligence solutions, Inter Access