De politie, het openbaar ministerie en de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken werken aan een plan om efficiënter samen te werken bij de bestrijding van computercriminaliteit.
Tot nu toe belanden veel aangiftes van computercriminaliteit tussen de wal en het schip, omdat kennis over deze criminaliteitsvorm niet overal even goed in elke schakel van de keten is doorgedrongen. Bij sommige onderdelen is het kennispeil hoog. Het team van dertig rechercheurs bij de Korps Landelijke Politiediensten, dat gespecialiseerd is in digitaal rechercheren, zit boven op computercriminaliteit.
Wil de politie zaken op dit terrein tot een goed einde willen brengen, dan is zij afhankelijk van het openbaar ministerie. Deze instantie moet de mitsen en maren van de ict goed kennen om tot een veroordeling in dit soort zaken te komen. Hetzelfde geldt voor de prioriteitsstelling. De opsporingsdiensten, het OM en de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken zullen ook op dit punt op één lijn moeten gaan zitten.
Voorstel
Over de inhoud van het voorstel wil geen van de betrokkenen mededelingen doen. Wiebe Alkema, woordvoerder van het ministerie van Justitie, bevestigt dat het departement wacht op een voorstel van de Klpd voor een betere aanpak van computercriminaliteit, maar dat het te weinig concreet is om inhoudelijke mededelingen te kunnen doen. De Klpd ontkent bij monde van woordvoerder Ed Kraszewski, dat deze dienst aan een dergelijk voorstel werkt.
Het is waarschijnlijk dat de politie naast de harmonisatie van de keten ook andere bestaande problemen rond computercriminaliteit wil aanpakken. Zo is er een uitermate troebel beeld op het fenomeen, omdat de aangiftes op dit terrein niet apart geregistreerd worden. Daardoor heeft de politie altijd slecht zicht gehad op de aard en omvang van het fenomeen. Een ander punt betreft uitbreiding van de opsporingscapaciteit op dit terrein door uitbreiding van het digitale recherchekorps of door bijscholing van politiemensen en officieren van justitie.< BR>