Convergentie tussen nas (network attached storage) en san (storage area network) neemt toe. Zo ook de druk op de it-budgetten. Daardoor krijgt de ip-technologie, in de vorm van technologieën zoals iscsi, fcip of ifcp, geleidelijk meer voet aan de grond in de wereld van netwerkopslag.
Voor de interconnectie van opslagnetwerken werden tot op heden twee technologieën gebruikt: de ‘goeie ouwe’ scsi en fiber channel. Scsi-koperdraden kunnen nauwelijks 25 meter overbruggen, terwijl glasvezel bruikbaar is voor afstanden van vijfhonderd meter tot ruim tien kilometer. Een nas-netwerk steunt voorts op het Ethernet lan-netwerk dat in een bedrijf geïnstalleerd is, terwijl san een specifiek netwerk vereist.
Daarnaast kunnen we stellen dat nas beter geschikt is voor toepassingen die input/output van het ‘file’-type gebruiken, terwijl san meer geschikt is voor input/output van het ‘block’-type. Voorts zouden nas-oplossingen vooral bestemd zijn voor het mkb terwijl een san beter voldoet aan de eisen van grote ondernemingen .
Internet Protocol
Die twee types van opslag hebben sinds kort echter de neiging naar elkaar toe te groeien. De protocols scsi en tcp/ip zijn van huis uit niet compatibel, maar nu is daar iscsi. Deze hybride lost die kwestie op door scsi-data in ip-pakketjes te gieten. Hierdoor kan een onderneming de bestaande infrastructuur blijven gebruiken. De snelheden blijven echter lager dan die van glasvezel, omdat ze zich afstemmen op die van Ethernet, namelijk 100 Mbit/s, of 1, 2 tot maximum 10 Gbit/s.
Nog zo’n nieuwe ip-technologie is fcip, een ’tunneling’-procédé waarmee san-glasvezelnetwerken onderling over grote afstanden verbonden kunnen worden. Daarnaast duikt ook ifcp op, niet alleen bestemd om opslagnetwerken onderling te verbinden, maar ook om de aansluiting van opslagrandapparatuur (server, tape-library, diskfarm, et cetera) met een fc hba-kaart (host bus adapter) rechtstreeks op een ip san-netwerk mogelijk te maken. In deze oplossing worden bepaalde lagere lagen van het fc-protocol vervangen door tcp/ip.
Voor de volledigheid vermelden we ook nog Infiniband, dat naar de letter geen ip-opslagprotocol is, maar een in/out-architectuur van servers die op termijn de pci-bus zou kunnen verdringen dankzij gevoelig hogere snelheden (tot 30 Gbit/s in de 12x-variant).
Voordelen
Het belangrijkste voordeel van deze evolutie van opslag naar ip is natuurlijk de mogelijkheid een volwassen technologie te exploiteren die de ict-afdelingen van bedrijven goed kennen en grondig beheersen. Bovendien is ip-technologie relatief goedkoper dan fiber channel, levert het voortaan vergelijkbare prestaties én biedt het de typische ip-voordelen zoals servicekwaliteit, beveiliging en doorgroeimogelijkheden.
Ip heft uiteraard de behoefte aan glasvezel niet zomaar op, maar maakt het wel overbodig toevlucht te zoeken tot ‘fc fabric’. Dat heeft te maken met de Ethernet/ip-switches waarmee transport over grote afstanden mogelijk is van ‘block accessed’-data.
Evolutie
Het voorbije jaar toonde de definitieve doorbraak voor ip-opslag, met de ratificering door de Ietf (Internet Engineering Task Force) voor ip-opslag van de hier toegelichtte drie basisspecificaties. Door deze goedkeuring kunnen de marktspelers hun producten conform deze normen afwerken. De meeste van die spelers hebben trouwens de snelheid waarmee ze nieuwe producten invoeren, stevig opgevoerd. Dat geldt zowel voor de grote (Microsoft, Cisco, Network Appliance, HP, Veritas, Intel, CNT/Inrange, Lucent, et cetera) als voor de kleinere ( zoals Nishan, Store Age, Trebia of Crossroads) producenten.
Steeds meer ondernemingen zetten momenteel ip-netwerken op, maar van de Snia (Storage Networking Industry Association) wordt verwacht dat ze de api-uitwisseling en de acceptatie van standaarden promoot, via het Storage Management Initiative (SMI) en het IP Storage Forum.< BR>