Op zich is toepassingsintegratie op bedrijfsniveau (enterprise application integration, eai) een goed idee, maar het kent zijn problemen.
Het naast elkaar laten bestaan van een aantal afzonderlijke systemen heeft duidelijke nadelen, zowel vanuit bedrijfsoogpunt als vanuit de it, maar is wel een praktische oplossing gebleken. In het verleden werden specifieke toepassingen op verschillende tijden geïmplementeerd, soms jaren na elkaar. Omdat de eisen nu veel beter gedefinieerd zijn, is een geïntegreerd systeem mogelijk. Toch zal het altijd zo blijven dat er een of ander nieuw stukje moet worden gekoppeld aan het geïntegreerde systeem. Dat heeft heel specifieke problemen.
Overstappen naar een volledig nieuw erp-systeem is een mogelijkheid, maar zelfs nieuwe systemen krijgen in de toekomst problemen als zich ontwikkelingen voordoen. Veel bedrijven hebben zoveel geïnvesteerd in ‘bestaande’ systemen die het goed doen, dat het beter is de bestaande systemen te integreren en gewoon door te gaan met het ontwikkelen van nieuwe toepassingen die gebruik maken van de geïntegreerde architectuur. De behoefte oudere systemen integreerbaar te maken met internet is een katalysator geweest bij de ontwikkeling van gereedschappen en producten voor de realisatie van die integratie.
Het implementeren van eai is niet eenvoudig. Het EAI Industry Consortium merkt een aantal punten op. Veranderingen liggen altijd op de loer, soms zelfs al tijdens de implementatie van één fase. Eén van de problemen is de toegenomen vraag naar serviceniveaus, die niet altijd gebudgetteerd is. Verder is de architectuur van het geïntegreerde systeem complexer dan die van de losse systemen die worden vervangen. Er zijn wel mensen voor ontwikkeling, gegevensbeheer enzovoort van individuele systemen, maar er is een tekort aan mensen met ervaring met eai-systemen. Problemen zijn moeilijker te lokaliseren in een eai-systeem, wat erg lastig is, vooral voor de helpdesk.
Ook bestaat het stekelige standaardenprobleem nog steeds. Het is nu veel beter dan vroeger, maar door eai is de roep om standaarden luider dan ooit. Ondanks alle discussies en de verschillende standaardisatie organisaties bestaan er nog steeds concurrerende standaarden. Ze zijn allemaal de beste en ze voldoen allemaal aan de standaarden, maar wel met kleine variaties. Het is onmogelijk voor de productfabrikanten om rekening te houden met alle varianten en er zullen altijd incompatibiliteitsproblemen zijn. Een van de gevolgen hiervan is dat er niet bespaard kan worden op de kosten voor testen, vooral met nieuwere standaarden als webservices.
Bovendien worden de eai-eisen opgesteld per bedrijfseenheid, terwijl de implementatie in handen ligt van de it-afdeling. De bedrijfseenheden besteden geen aandacht aan dingen als verdeling van de belasting, capaciteitsplanning en beveiliging. Het consortium heeft een nieuwe functie voorgesteld, de eai-beheerder, met als voorbeeld de gegevensbeheerder die de datapakhuissystemen coördineert. Dat lijkt een goed idee. Daarnaast is het koppelen van bedrijfsprocessen en componenten zowel kunst als wetenschap. Alleen de bedrijfseenheden kunnen bepalen of het geïntegreerde systeem een succes is of niet. Het is dan ook cruciaal dat steeds samenwerking met de gebruikers wordt gezocht.
Verder is het zeker dat er, zodra het nieuwe systeem gereed is, nieuwe eisen tevoorschijn komen. Het is absoluut noodzakelijk dat gedetailleerde beschrijvingen bestaan en bewaard worden van alle interfaces, gegevensstructuren, aannames enzovoort, anders zal het probleem op een later tijdstip gewoon weer terugkomen. Gebruik de geschikte projectmanagementgereedschappen. Tot slot: geen enkel systeem is perfect. Een aantal gebruikers zal het idee hebben dat het nieuwe systeem minder goed is dan het oude. Het is dan ook belangrijk dat zowel de it als de bedrijfseenheden door het hele project heen overeenstemming bereiken over de beslissingen. Als er politieke spelletjes bij komen, worden de problemen nog veel groter.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.