Wilde stakingen, barricades en een woedende vakbondsleider die met zijn vuist op tafel slaat, die tijd is voorbij. Op 2 juni organiseerde FNV Bondgenoten een seminar over het verdwijnen van duizenden it-banen naar lagelonenlanden. Wie niet beter wist, zou denken dat het om een seminar ging van een werkgeversvereniging.
Tijdens het FNV-seminar werd de aanwezigen uitgebreid uitgelegd hoe je ict-werkzaamheden kunt uitbesteden naar lagelonenlanden. Zoals bijvoorbeeld naar India of Oost-Europa. Aan het einde van de dag wisten de toehoorders exact wat de voordelen zijn van uitbesteden, wat de risico’s zijn en vooral ook: dat het een onontkoombare trend is!
Op zich is het natuurlijk niet zo vreemd dát er een seminar met een boodschap van een dergelijke strekking wordt georganiseerd. Nagenoeg de helft van de 500 grootste Europese bedrijven overweegt inmiddels om bepaalde diensten uit te besteden naar lagelonenlanden. Zo staat te lezen in een rapport van de VN-organisatie voor handel en ontwikkeling (Unctad) en adviesbureau Ronald Berger. Niet alleen it-diensten worden uitbesteed, maar ook administratieve en financiële diensten, alsmede personeelsmanagement. Opmerkelijk is het wel dat een seminar met deze insteek nou juist door een vakbond wordt georganiseerd. Ga je als vakbond je achterban uitleggen op welke manier it-banen naar elders verdwijnen, of voer je met een ferme vuistslag op tafel felle discussies met bedrijven en overheid, om in ieder geval een poging te doen de duizenden it-ers in Nederland te behoeden voor het verlies van hun baan?
Het seminar gaf misschien een lichtelijk vertekend beeld van de werkelijke intenties van de vakbond. FNV Bondgenoten zegt van plan te zijn om te pleiten voor onder andere een efficiency-toets. Wil een bedrijf een afdeling naar het buitenland verplaatsen, dan zou het dat moeten melden bij bijvoorbeeld de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA), die dan bekijkt of de argumenten voor uitbesteding naar een lagelonenland kloppen. Zo ja, dan zal dat bedrijf wellicht een deel van de geschatte winst die uitbesteding naar een lagelonenland oplevert, moeten investeren in de Nederlandse maatschappij om nieuwe banen te creëren. Ook zou zo’n bedrijf volgens de vakbond moeite moeten doen om ontslagen nieuwe werknemers naar een nieuwe baan te begeleiden.
Europees antwoord is nodig
Vooralsnog gaat het alleen om ideeën over hoe men de huidige ontwikkelingen tegemoet moet treden. Het probleem van de vakbond, en niet alleen van de Nederlandse vakbond, is dat er nog geen structureel beleid is geformuleerd hoe men moet omgaan met het banenverlies. In het Verenigd Koninkrijk staat het thema al langer op de agenda en heeft de vakbond reeds een aantal speerpunten van beleid vastgesteld. Ook in de Verenigde Staten is offshoring al langer een onderwerp bij vakbonden en beleidsmakers. In Nederland nog niet, en dat is in andere Europese landen en ook in Brussel het geval. “De beperkte aandacht voor offshoring is ook merkbaar op Europees niveau”, zegt Ieke van den Burg, europarlementariër voor de PvdA. In eerste instantie zijn het vooral Engelstalige diensten die makkelijker naar landen als India kunnen verhuizen. Het zijn dan ook vooral mijn Britse collega’s in het Europees Parlement die zich bewust zijn van de impact die offshoring kan hebben. Maar landen als Nederland of Duitsland moeten zich niet immuun wanen. Een Europees antwoord is nodig.”
Als het aan FNV Bondgenoten ligt, zal het fenomeen offshoring in ieder geval niet worden verboden. Dat schrijft de vakbond in een discussienota over dit onderwerp. De Amerikaanse overheid probeert de banenuitstroom bijvoorbeeld tegen te gaan met protectionistische maatregelen. Bedrijven die in aanmerking willen komen voor overheidscontracten mogen bijvoorbeeld geen bedrijfsprocessen offshore uitbesteden. De Nederlandse vakbond is absoluut geen voorstander van zo’n beleid.
FNV Bondgenoten is ervan overtuigd dat offshoring economisch gezien uiteindelijk geen bedreiging is. Voor alle landen zou het beter zijn als producten en diensten op die plek worden geproduceerd waar dat het goedkoopste kan. Ook de Nederlandse textielindustrie is om die reden verdwenen, zo betoogt FNV Bondgenoten in zijn discussienota, omdat men op wereldniveau niet meer kon concurreren met producenten in lagelonenlanden. Voor de Nederlandse textielarbeiders was het, net als voor de it-ers nu, een problematische situatie. Maar consumenten in het algemeen waren uiteindelijk voordeliger uit, wat weer zorgt voor een hoger bestedingsniveau en dus meer werkgelegenheid.
Geen uitbuiting
Eén van de weinige partijen op het seminarpodium van FNV Bondgenoten die nog voor een authentiek vakbond-waardig vuist-op-tafel spektakel had kunnen zorgen, was de ondernemingsraad van Shell. Shell is van plan om tot 2008 ongeveer 1900 tot 2800 it-banen te schrappen en uit te besteden naar India. Van een ondernemingsraad (or) zou je in zo’n geval misschien een kritische noot mogen verwachten. De voorzitter van de centrale ondernemingsraad van Shell, Jo Glezer, liet echter weten er geen problemen mee te hebben. Glezer: “Toen wij een aantal maanden geleden als or geconfronteerd werden met deze problematiek, zeiden we tegen elkaar: it, het is te laat, te duur en meestal krijg je niet wat je wilt. Wij konden met het bedrijf dus wel enigszins meegaan. Wij hebben het ook door externe bureaus laten vaststellen en onze it is ongeveer 25 procent te duur. Offshore is dan een oplossing. We zorgen als or alleen wel dat die mensen in India niet worden uitgebuit. In een overeenkomst hebben we laten opnemen dat zij minimaal 25000 dollar per jaar krijgen betaald en dat is voor Indiase begrippen een behoorlijk salaris.”< BR>