Het strategisch belang van informatietechnologie wordt zwaar overschat. Bedrijven moeten afstappen van het idee dat zij met hoge it-investeringen concurrenten kunnen aftroeven. Dit soort relativeringen, die Carr ook in zijn nieuwste boek ‘Does it matter?’ herhaalt, hebben hem flinke kritiek opgeleverd van niet de minsten uit de it-industrie. Gebruikers daarentegen hangen aan zijn lippen.
|
“Deze kritiek is uit die hoek voorspelbaar. Ik ga er trouwens van uit dat zij voor het uiten daarvan het boek niet gelezen hebben. Ik denk wel dat ze waarnamen dat hun klanten met deze informatie wegliepen. Dat werkt op hun zenuwen. Ik houd bedrijven namelijk voor dat zij conservatiever moeten zijn in hun it-uitgaven. Ik ben ervan overtuigd dat de it-industrie niet wil dat hun clièntele it als een ordinaire kostenpost gaat behandelen. Afgezien van het feit dat het gesprek met klanten steeds meer een centenkwestie wordt, is hier ook ideologie in het spel. De it-industrie heeft een bloedhekel aan de gedachte dat deze sector op elke andere lijkt. Het heeft een romantisch beeld van zijn eigen kunnen. Ik zie geen rechtvaardiging voor die uitzonderingspositie. Het wordt zo langzamerhand een volwassen industrie met gestandaardiseerde producten en diensten die tot het reguliere uitgavenpatroon van bedrijven zijn gaan behoren. Dat betekent dat economische wetmatigheden die in andere sectoren optreden ook voor de it gelden.”
Frustratie
“Die kritiek was vorig jaar ook al luid te horen, toen mijn artikel ‘It doesn’t matter’ in de Harvard Business Review verscheen. Ik ben soms verrast door de felle toon van de kritiek. Dat is ook wel te verklaren. De it-industrie is door de ongekende teruggang behoorlijk gefrustreerd geraakt. Als je dan een criticaster hoort zeggen dat bedrijven minder moeten spenderen, dan zou ik het ook wel weten. Ik denk alleen dat ze me verkeerd begrijpen. Ik stel namelijk dat it voor individuele ondernemingen niet langer van strategisch belang is. Organisaties kunnen zich niet langer van concurrenten onderscheiden door extra in it te investeren. Elk bedrijf heeft namelijk relatief gemakkelijk toegang tot de laatste innovaties. Dit is bevorderlijk voor een snelle verspreiding van de technologie, maar rampzalig voor de vernieuwers die met it hogere marges of een andere voorsprong op concurrenten denken te bereiken. Bedrijven moeten in de toekomst zuinig met hun it-budgetten blijven omspringen ook al keert straks het economisch tij. Let er alleen op dat ik het belang van it in het algemeen niet in diskrediet wil brengen. Die is hoog. Informatietechnologie is niet meer weg te denken uit het bedrijfsleven. Het is voor de meeste bedrijven de voornaamste kostenpost en heeft mits goed ingezet tot een flinke groei van de productiviteit geleid.”
Veel mensen geven aan dat er vandaag de dag nog heel wat te verbeteren valt aan it. Loopt u niet teveel op de muziek vooruit?
“Het is absoluut waar dat de opmars van it-technologie in het bedrijfsleven nog niet aan zijn eind is gekomen. Ik denk sowieso dat het een proces is dat voortschrijdt en geen abrupt eind zal kennen. Ik denk wel dat we inmiddels op een punt zijn aanbeland waarop de meeste ondernemingen it moeten behandelen als een standaard kostenpost in hun bedrijfsvoering en niet langer als een magisch tovermiddel. Er zal nog steeds innovatie in it zijn, maar die wordt gedeeld door alle bedrijven. Bedrijven zullen het niet langer meerdere jaren voor zichzelf kunnen houden.”
Beheer kan beter
“Ik ben het wel met mijn critici eens dat het beheer van it bij de meeste ondernemingen nog veel beter kan. Ondernemingen zullen als zij aan it teveel uitgeven, de verkeerde spullen aanschaffen of de boel laten verslonzen zichzelf op een achterstand zetten. Er is in ieder geval één praktisch leerpunt uit deze stelling te halen: bedrijven moeten niet langer dagdromen over de mogelijkheden van it. Zij moeten zorgen dat ze het gewoon goed inzetten. Schaf de juiste spullen en diensten aan, voor zo weinig mogelijk geld!”
“De it is inmiddels zover doorontwikkeld dat het meer biedt dan de meeste ondernemingen nodig hebben. Neem de chips van tegenwoordig. Het is nog niet zolang geleden dat bedrijven beter af waren als zij overstapten op snellere processoren, zelfs als je het over een computer voor een secretaresse had. Bekijk die situatie nu opnieuw. Welk bedrijf zou nu met een snellere computerchip een hard bedrijfsvoordeel kunnen realiseren. De meeste computergebruikers hebben nu mail, een tekstverwerker en een browser nodig voor hun werk. Dat draait net zo goed op een vijf jaar oude computer. De groep gebruikers die wel zijn voordeel doet met nieuwe chips is heel klein geworden. De meeste it-vernieuwingen schieten tegenwoordig aan de behoeften van de meerderheid van de afnemers voorbij. Aanbieders zoeken vernieuwingen op omdat daar de hoogste marges op te halen zijn. Zij komen alleen van een koude kermis thuis nu blijkt dat afnemers vooral op zoek zijn naar goedkope alternatieven.”
Rfid
Een uitzondering lijkt mij Wallmart die met een vernieuwingsslag bezig is door dozen en pallets in zijn toevoerketen van radiochipidentificatie te voorzien. Innovatie loont blijkbaar nog steeds?
“Dit concern houdt zijn concurrenten al enkele decennia op afstand. Het is niet de enige, ook pc-fabrikant Dell doet dat. Het is zowel bij Dell als bij Wallmart misleidend om hun voorsprong alleen toe te schrijven aan it-vernieuwingen. Ze hebben namelijk ook allebei een bedrijfsaanpak, die hen radicaal doet afwijken van concurrenten. Dell onderscheidt zich van zijn concurrenten door zijn pc’s zonder tussenpersonen aan de man te brengen. Wallmarts specialiteit zit in de massale opzet van de winkels en de afwijkende locatiekeuze. Bij beide concerns zie je wel dat zij een belangrijk deel van hun voorsprong aan it-vernieuwingen te danken hebben. Wallmart is net als Dell vroeg begonnen met het automatiseren van de toevoerketen. Alleen hebben deze concerns daar in het verleden meer van kunnen profiteren. Dell en Wallmart konden in het verleden door hun erp-vernieuwingen een voorsprong van tien tot twintig jaar realiseren ten opzichte van concurrenten. Die voorsprong is nu verkleind. Nieuwkomers moeten vooral niet denken dat zij vandaag de dag door van de nieuwste it-infrastructuur gebruik te maken op een blijvende voorsprong kunnen rekenen. Dat is te naïef.”
“Het frappante aan het rfid-initiatief (radio frequency identification) van Wallmart is dat dit concern zelf afdwingt dat deze technologie in de detailhandel zo snel mogelijk gemeengoed wordt. Het legt al zijn leveranciers de verplichting op om per januari 2005 rfid op pallets en dozen te ondersteunen. Deze ondernemingen zullen het grootste deel van de investering op moeten hoesten, terwijl Wallmart met een relatief lage investering kan beginnen aan een nieuwe, ongekende efficiëntieslag door de informatie uit de radiochips in zijn systemen te integreren. De detailist kan dit alleen maar afdwingen, omdat het op dit moment de dominante partij in deze sector is. Concurrenten hebben even het nakijken en zullen ook zo snel mogelijk met deze nieuwe, intelligente barcode aan de slag gaan. Uiteindelijk zal geen enkel bedrijf hier in het bijzonder van profiteren. Het wordt opgenomen in een algemeen beschikbare infrastructuur net als andere it-innovaties.”
Wifi
“Dit zie je bijvoorbeeld ook gebeuren met draadloze netwerktechnologie. Als je naar wifi kijkt, is het vrij kleine Intersil enkele jaren terug met chips voor deze draadloze netwerken gekomen. Vervolgens betrad Intel met zijn Centrino-processor deze markt. Het dumpte zijn chips onder de kostprijs op de markt om voet aan de grond te krijgen. De chipreus heeft
De zaal gaat om Vorige week dinsdag was Nicholas Carr op het door Sogeti georganiseerde Vint symposium ‘Doet it er nog toe’ gastspreker. Na de presentatie van zijn ideeën hield gespreksleider Michiel Boreel een stemming in de zaal met briefjes of it er nog toe doet. Een meerderheid in de zaal bleek het oneens met Carr. Na de presentatie van de oprichter en ceo van Forrester George Colony, die ook een blijvende prijzenslag voorspelt maar nog wel steeds gelooft in grote vernieuwingsslagen in de it, vroeg Carr om een tweede stemming. De zaal was om. De overgrote meerderheid in de zaal bleek plotsklaps Carrs conservatieve gedachtengoed te ondersteunen. |
Eindgebruikers zitten dus blijkbaar niet meer op de laatste snufjes te wachten. Wat verwacht u voor hen de komende tijd?
“Ik denk dat gebruikers van it de komende jaren steeds meer in de melk te brokken krijgen. Voorheen moest je er snel bij zijn om de nieuwste versie van een programma te pakken te krijgen. Je kon er namelijk bedrijfsvoordeel uit halen om dat snel in te zetten. Nu is dat niet meer het geval. Gebruikers kunnen in dit klimaat andere eisen stellen. Ze kunnen het nieuwste product simpelweg weigeren aan te schaffen, maar bijvoorbeeld eisen dat de fabrikant het hart van het bestaande programma nog een keer op de schop neemt. Ze kunnen het gebruik van open broncode software Linux als alternatief voor Windows overwegen. Ook al stappen bedrijven uiteindelijk niet over, het is wel een instrument om Microsoft tot een beter bod te dwingen.”
“Ik denk dat veel veranderingen die zich nu voordoen in de it-industrie terug te voeren zijn op deze verschuiving van de macht van aanbieder naar afnemer. De markt reageert hierop door het it-aanbod verregaand te standaardiseren. Ik zie veel it-aanbieders momenteel een gedaantewisseling doormaken van leverancier van hard- en softwareproducten naar een dienstverlenersmodel. Eindpunt in deze ontwikkeling is volgens mij it-bedrijven die opereren als nutsbedrijven en hun afnemers uniforme it-diensten leveren net als stroombedrijven.”
Om door te gaan op dat laatste. Rond 1900 hadden alle ondernemingen een aparte manager voor energie. Dat is nu een rariteit. Zal ook de positie van it-directeur of cio verdwijnen?
“Er is altijd veel discussie geweest over de rol van de cio. Ik denk dat het een verkeerde discussie is. Die rol is nu ook al in elke onderneming anders. Dat zal in de toekomst zo blijven. Ik geloof wel dat op termijn in hele industrietakken een aparte positie van cio niet meer bestaat en dat deze opgenomen is in andere functies. De inkoopafdeling zou bijvoorbeeld over de aanschaf van nieuwe it-producten kunnen gaan. Het zal net als elektriciteit een andere bron worden waarmee organisaties producten of diensten leveren. Dit zal alleen nog een hele tijd duren. De meeste ondernemingen worstelen nog steeds met een goed beheer van hun bestaande it-voorzieningen. Dat zie ik niet zo snel veranderen. Er liggen nog steeds volop kansen voor slimme, ondernemende it-directeuren die de infrastructuur goed naar hun hand kunnen zetten. Door de bank genomen zal het belang van dit beroep alleen afnemen naarmate it meer versmelt met andere bedrijfsprocessen. Als individueel bedrijf heb je er denk ik ook alle belang bij om dit doel na te streven.”< BR>