Microsoft heeft de paperassen ingediend voor zijn beroep tegen de antitrust-veroordeling door de Europese Commissie. De Windows-producent legt zich, zoals eerder reeds aangegeven, niet neer bij de opgelegde aanpassingen voor zijn gedrag en producten.
“Het besluit van de EC ondermijnt de innovatie van succesvolle bedrijven en legt forse nieuwe verplichtingen op. Wij menen dat in deze zaak de belangen van consumenten en andere Europese bedrijven voorop zouden moeten staan”, zegt jurist Horacio Gutierrez van Microsoft. Het bedrijf baseert zijn beroep vooral op de notie dat overheden zich niet moeten bemoeien met dagelijkse bedrijfsvoering en productontwikkeling.
Het concern verzoekt in zijn beroep de rechter ook de strafmaatregelen van de EC op te schorten tot het hoger beroep voor de rechtbank komt. Volgens het oorspronkelijke oordeel had Microsoft tot eind deze maand om een Windows-variant zonder meegeleverde Media Player aan te bieden. De behandeling door het Hof van Eerste Instantie kan echter wel vier jaar in beslag nemen. Daarna de kan de zaak nog in beroep naar het Europese Hof van Justitie, wat de hoogste gerechtelijke instantie is.
Eurocommissaris Mario Monti verklaart zeker te zijn van de Europese zaak. Hij benadrukt dat de veroordeling unaniem door de EC is aangenomen. Monti voorziet dan ook geen afloop zoals die in de langlopende Amerikaanse antitrustzaak, waar Microsoft er uiteindelijk relatief licht af is gekomen.