De beroepsgroepen die het eerste en het meeste te lijden hebben gehad onder de economische neergang van de afgelopen jaren, laten nu ook als eerste weer tekenen van herstel zien. Dat blijkt uit cijfers van de Beloningsonderzoeker De Breed & Partners over het eerste kwartaal van 2004.
In 2003 daalde het vaste salaris van de ict'er met gemiddeld zo'n 2 procent en de totale beloning (vast salaris, variabel salaris, mobiliteitsvergoeding, onkosten, verzekeringsbijdrage en aandelenopties) met 4 procent. Het eerste kwartaal van 2004 laat voor deze beroepsgroep weer een stijgingen zien, in zowel het vaste salaris (3 procent) als de totale beloning (5 procent).
Daarnaast is voor het eerst sinds 2002 ook het aantal ict'ers met een auto van de zaak weer gestegen. Op het hoogtepunt in 2002 hadden bijna twee op de drie (65 procent) een auto van de zaak. Eind 2003 was dit nog één op de twee (50 procent). Het eerste kwartaal van 2004 is dit gestegen naar 52 procent. “Het is een kleine stijging, maar aangezien het herstel nog pril is, is dat logisch. Het is echter zeer bemoedigend weer een keer een stijgende lijn te zien”, aldus Bas van de Haterd, consultant bij De Breed & Partners Beloningsonderzoeken.
Ook de ingenieurs (Technische niet ict'ers) zien een gelijke trend. Deze beroepsgroep heeft in 2001 en 2002 ook flink moeten inleveren, maar ziet nu hun salaris en totale beloning weer stijgen. Dit in tegenstelling tot de financieel-economische professionals. Deze hebben in 2003 al iets aan salaris (1 procent) en totale beloning (1,7 procent) ingeleverd en ook in het eerste kwartaal van 2004 is een daling zichtbaar van 1,9 procent in het salaris en 2,4 procent in de totale beloning. Het aantal auto's van de zaak neemt bij de financieel-economen ook nog steeds af, van 33 procent in 2003 naar 30 procent in het eerste kwartaal van 2004.
“Het lijkt er op dat deze cijfers aangeven dat het bedrijfsleven de eerste tekenen van economisch herstel ziet. En hoewel het niet aan ons als onderzoeker is om een oordeel te vellen over beleidsbeslissingen, lijken deze cijfers aan te geven dat de hele discussie over de nullijn eigenlijk mosterd na de maaltijd is”, zegt Van de Haterd.