Siep Eilander, directeur Ictu, is vrijgesproken. Hij was in hoedanigheid van zijn vorige functie als ict-directeur OC&W samen met twee andere ex-ambtenaren van dat ministerie door het Openbaar Ministerie beschuldigd van valsheid in geschrifte in de zaak Jamby. De Haagse rechtbank achtte dat niet bewezen.
De zaak Jamby handelt over de frauduleuze handelingen die de drie ambtenaren van het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen zouden hebben gepleegd in 2001. Onder leiding van Siep Eilander, de toenmalige directeur Ict, werd een schadeloosstelling van negen ton (gulden), wegens het afblazen van een Kennisnet-opdracht aan het internetbedrijf Jamby, over een aantal bv's uitgespreid. De uitkering van dit bedrag werd in partjes opgedeeld, daarbij gebruikmakend van valse facturen, minuten en verplichtingenformulieren, om de Europese aanbestedingsregels te omzeilen, de interne accountantsdienst niet te alarmeren en toenmalig minister Loek Hermans uit de wind te houden.
De rechtbank in Den Haag heeft gisteren vastgesteld dat de opzet hierbij gericht was op de uitvoering van de afgesproken betalingsverplichtingen aan Jamby, en niet op misleiding vanwege het parafreren van geantedateerde documenten.
Verder constateren de rechters van de meervoudige strafkamer in de uitspraak dat het niet beschikbaar zijn van stukken de waarheidvinding schaadt. Dit heeft te maken met het ontbreken van relevante agenda's en verslagen van periodieke overleggen binnen het ministerie, alsmede het verdwijnen van de elektronische agenda van Eilander in de periode waarin de Jamby-affaire zich afspeelde. Daarbovenop blijkt dat Directeur-Generaal Jan Vrolijk – de baas van Eilander – over een persoonlijk dossier beschikte met onder meer een kostenbegroting van Jamby, dat niet voor het onderzoek beschikbaar is geweest.
De rechtbank oordeelt bovendien dat het OM DG Vrolijk had moeten vervolgen. De verdediging van Eilander had aangedragen dat het uitblijven hiervan een schending van het gelijkheidsbeginsel is: waarom staan de ondergeschikten van Vrolijk wel in het beklaagdenbankje en hij als leidinggevende en opdrachtgever van het betalen van de schadevergoeding niet? In het rapport, opgesteld door de forensische accountants van Deloitte & Touche, wat voor het ministerie van OC&W aanleiding was het OM in te schakelen, werd Vrolijk echter niet als verdachte aangemerkt. Uit andere stukken, waaronder de conceptversie van het D&T-rapport, komt juist zijn nauwe verwevenheid naar voren. Bij aanvang van het onderzoek van Deloitte & Touche staat zijn rol zelfs als dubieus omschreven, maar deze omschrijving wordt naderhand afgezwakt.
Volgens Eilanders raadsman Marq Wijngaarden van Bohler Franken Koppe de Feijter Advocaten neemt de rechtbank het Vrolijk kwalijk dat hij Eilander de opdracht heeft gegeven om de zaak informeel af te wikkelen, niet als schikking (want dat zou niet kloppen met de aanbestedingsregels) maar via een administratieve oplossing. De DG had, ook met zijn juridische achtergrond, kunnen weten dat dit tot een “valse effectuering zou leiden”, waardoor zijn ondergeschikten in zo'n delicate zaak in de problemen zouden kunnen komen.
Het ministerie van OC&W laat weten geen stappen tegen Vrolijk te ondernemen. De DG is kortgeleden met vervroegd pensioen gegaan.
Het OM eiste tegen de drie verdachten voorwaardelijke straffen en geldboetes. De Haagse rechtbank heeft nu dus in het vonnis het ontvankelijkheidverweer van het OM afgewezen en de drie verdachten vrijgesproken. Van Wijngaarden verwacht niet dat het OM in hoger beroep zal gaan. Eilander had, hangende de uitspraak, zijn externe taken als directeur van het Ictu, de uitvoeringsorganisatie op het vlak van ' ict en overheid', neergelegd. Een woordvoerster meldt dat het Ictu-bestuur nog niet kan reageren op de vraag wanneer hij weer volledig aan de slag gaat bij de organisatie.
De zaak Jamby vindt zijn oorsprong in het mislukken van de samenwerking in 2000 met Jamby – het later bankroet gegane webbedrijf van Adam Curry – om de invulling van Kennisnet, het intranet van het onderwijs, te regelen. DG Vrolijk, die op 1 juni 2000 de ict-portefeuille in handen kreeg, vond dat deze order alsnog Europees aanbesteed moest worden. Op 15 december 2000 moest Eilander op gezag van Vrolijk aan Jamby meedelen dat de opdracht niet doorging. Curry & co waren woedend en eisten schadeloosstelling. In opdracht van Vrolijk heeft Eilander dat probleem opgelost en kwamen beide partijen in voorjaar 2001 een vergoeding van 900.000 gulden overeen voor verrichte werkzaamheden en gemaakte kosten.
Zie ook in het Computable-archief: 'Zwartepieten in de Jamby-zaak' (04/06/04), 'De zaak Jamby' (10/10/03) en 'Cowboy in medialand'
(23/03/01).