De reden dat e-mail en e-commerce zo goed werken, is dat gebruikers, leveranciers en dienstaanbieders samen moeten werken of alleen achterblijven. Dit betekent dat zelfs IBM en Microsoft, hoe zeer het ook doet, standaarden moeten accepteren.
Gelukkig geldt hetzelfde voor toevoerketenmanagement (supply chain management, scm) en dus wordt er werkelijke vooruitgang geboekt met Web Services, XML en andere standaarden. Nu rfid het nieuwe paradepaardje in scm en point-of-sale (Epos) lijk te worden, moet het recente goede werk met betrekking tot standaardisering worden voortgezet.
De detailhandelindustrie heeft al veel werk verricht op dit gebied met de standaarden voor barcodes. Vanwege de onvoorziene problemen daarbij, is een waarschuwing echter op zijn plaats. Het bleek namelijk een lastige taak de standaarden op te stellen. De vroege producenten Savant en het Auto-ID Centre zijn nu samengegaan onder de naam EPC Global, waarschijnlijk een soort open source-organisatie, die wordt gefinancierd middels donaties uit de industrie. Ze stellen de standaarden op voor electronic product codes (epc). Dat is geen statisch doel en bij verbetering van rfid-tags zal er behoefte zijn aan verdere standaardisering. In een toevoerketensituatie, waarbij meerdere bedrijven in allerlei landen samenwerken over de grenzen heen, zouden meerdere standaarden desastreuze gevolgen hebben. Het is dan ook belangrijk dat de eventueel benodigde industriespecifieke uitbreidingen worden gebaseerd op de EPC Global-standaarden. De standaarden moeten uitgebreid, maar eenvoudig omschreven worden, zodat zowel fysieke aspecten als frequenties en energieniveaus als protocollen en gegevensformaten erin terug te vinden zijn.
Het zou ook fijn zijn als er een of andere standaard zou komen voor de toepassingspakketten die gebruikmaken van de gegevens uit de rfid-tags, maar er zijn al te veel verschillende pakketten op de markt om dat nog te laten gebeuren. De huidige scm-pakketten en de Epos/Data Warehousing-toepassingen worden al gebruikt met de barcodetechnologie. In het eenvoudigste geval zit er weinig verschil tussen het verwerken van gegevens die zijn verkregen door barcode- of rfid-lezers, maar de extra mogelijkheden van radio frequentie identificatie zullen al snel belangrijke wijzigingen in de pakketten vereisen.
Onvermijdelijk zal er weer een extra softwarelaag in de schier eindeloze hoeveelheid lagen worden gebouwd om de koppeling tussen de toepassingspakketten en de rfid-subsystemen te kunnen leggen. Hierbij valt te denken aan het schrijven van gegevens, iets dat niet van toepassing is bij barcodes. Denk aan de behoefte aan software voor het filteren, uitvlakken en aggregeren en valideren van al deze gegevens! Er zullen behoorlijke investeringen nodig zijn op de verkooppunten, alweer een reden om dit te vermijden en eerst de focus te richten op scm en voorraadbeheersing.
Het aantrekkelijke in het hele rfid-verhaal voor Microsoft, IBM, Oracle, Sun, et al, is dat het mogelijk wordt veel meer gegevens te genereren dan bij barcodes kan, omdat rfid-verwerking verder geautomatiseerd kan worden. Het is niet nodig grote hoeveelheden gegevens te genereren, maar de it-industrie staat nu eenmaal niet bekend om de zorgvuldige ontwerpen! Systemen breiden zich op de een of andere manier altijd uit tot het uiterste en het is onvermijdelijk dat er dan nog meer gegevens worden gegenereerd. De leveranciers moedigen dit zoveel mogelijk aan, omdat dit de vraag naar meer van hun producten aanmoedigt. Ze wrijven zich in de handen bij het idee dat er zoveel wordt verzameld dat een opwaardering van het hele systeem nodig zal zijn. Vergeet de Terabytes aan data, denk eerder aan Petabytes en wat te denken van communicatiebandbreedte? De hele industrie staat achter excessief gebruik van rfid. Zelfs Intel vindt het geweldig, omdat er eindelijk vraag gaat komen naar hun 64-bit processoren.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.