Rfid-toepassingen (uitgezonderd bijvoorbeeld militaire en beveiligingstoepassingen), zijn onder te verdelen in twee categorieën: bedrijfsgeoriënteerd en consumentgeoriënteerd. Bedrijfstoepassingen zijn voornamelijk gericht op de toevoerketen, hoewel ook andere logistieke- en distributiesystemen er voordeel bij zouden kunnen hebben. Consumentgerichte toepassingen hebben alles te maken met gedetailleerde markering van individuele goederen.
Er is een enorm verschil tussen het aantal tags dat nodig is voor de beide categorieën. Toevoerketenmanagement (scm, supply chain management) kan gericht zijn op individuele items, maar meestal zal het gaan over containers, pallets en dozen die moeten worden gevolgd. Het volume is laag in vergelijking met de hoeveelheden items die op de schappen liggen. Een ander groot verschil is de waarde per eenheid, en dat heeft weer zijn weerslag op de effectiviteit van rfid. Er is nog een cruciaal verschil: de sociale impact. Scm is een b2b-systeem (business-to-business) dat geen directe gevolgen voor de consument heeft, in tegenstelling tot de individuele items die door individuen worden gekocht.
Er zijn al consumentenprotestgroepen in het leven geroepen die bezwaar maken tegen het gebruik van rfid-tags. De bron van het probleem ligt niet in de winkel, maar daarbuiten. Het argument is dat alle goederen met een ingebouwde rfid-tag overal te detecteren zijn. Dat is een schending van de privacy. Op dit moment slaat dat nergens op omdat de tags te primitief zijn om enige details te bevatten en de goederen heel dicht bij de lezer gehouden moeten worden. In de toekomst zullen functies die vergelijkbaar zijn met actieve tags echter goedkoper worden en de klantinformatie valt dan uit te lezen uit een creditcard of klantenkaart en toe te voegen aan de tags van de individuele items -dus ook buiten de winkel. Een van de voorstellen behelst een rfid-lezersysteem dat de tag vernietigt na het lezen, maar dat is geen eenvoudige opgave. Een beter concept is het selectief wissen van gegevens uit de tag aan de hand van verschillende criteria in plaats van de hele tag uit te schakelen.
De huidige kosten van de tags zullen de mate van acceptatie voor een groot deel bepalen. Uiteraard zullen tags voor waardevolle items eerder geaccepteerd worden, waardoor de scm-systemen het eerst van de grond zullen komen. Daarvoor moeten we dankbaar zijn! Eenvoudige tags (duurdere actieve tags zijn gespecialiseerdere producten) kosten vandaag de dag vijf tot tien cent. Naar verwachting zullen deze tegen 2008 algemeen ingezet worden, en zal de prijs zakken naar één tot twee cent. Ik vind het een teleurstelling dat ze niet al algemeen worden toegepast voor kratten en pallets. Het heeft geen zin verder vooruit te kijken dan dat.
Een andere interessante technische ontwikkeling is de combinatie van tags met andere sensoren, vooral temperatuursensoren. De omgevingstemperatuur van de opslag bijvoorbeeld bepaalt grotendeels de houdbaarheid van bederfelijke waren. Door temperatuurregistratie kan een langere houdbaarheid mogelijk zijn (en minder kans op voedselvergiftiging). Er zijn meer van dit soort voorbeelden, waarvan sommige de hogere kosten van actieve tags rechtvaardigen.
Het zal waarschijnlijk geen groot probleem worden, maar toch moet de vraag wie voor de kosten van de tags en de lezers opdraait in een vroeg stadium worden beantwoord. Denk hierbij aan de ergernis die met de introductie van pin-automaten in winkels gepaard ging: de banken gingen ervan uit dat de winkeliers zouden betalen, terwijl de winkeliers dat een taak van de banken vonden. Los het op voor het een probleem wordt.
Samenvattend: begin met ‘houd het simpel’; concentreer je op het verminderen van de voorraad met scm voor je begint met het taggen van individuele producten.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.