“De Nederlandse consensusstructuur was funest voor de innovatieve kracht van ons land”, stelde professor Henk Volberda in de toespraak waarmee het Nationaal ICT Event gisteren werd geopend.
Volberda verklaarde tijdens zijn openingsrede waarom Nederland verdwenen is uit de top tien van meest innovatieve landen. Stonden we in 2000 nog op de derde plaats, inmiddels staan we twaalfde op de ranglijst. Het ooit zo geroemde poldermodel heeft fatale consequenties gehad voor de innovatieve kracht van ons land, meent de professor. “Er bestond bij alle partijen consensus over het adagium 'werk, werk, werk'. Deze manier van denken is bij uitstek geschikt voor productiewerk voor laaggeschoolden, maar draagt niet bij tot innovatie.”
Als verklaring voor het ontbreken van innovatieve kracht wordt vaak de schuld gegeven aan manco's op macro-niveau: we investeren te weinig in onderzoek en ontwikkeling en technisch onderwijs. Volberda meent echter dat het met name een houding op micro-niveau is die ons parten speelt: “Managers hebben geen passie voor innoveren en te weinig waardering voor technologie, zeker in economisch slechte tijden.”
Een andere remmende factor is volgens hem bureaucratie. Innovatie kan alleen bloeien in niet hiërarchische zelfsturende organisaties, waar het hebben van een afwijkende mening wordt gewaardeerd. “Organisaties moeten niet meer bevolkt worden door mensen met een gespecialiseerde routine, maar door medewerkers met dynamische vaardigheden”, vindt Volberda.
Het lijkt hem een goed idee jaarlijks een innovatieve ranglijst te publiceren. Ook zou het helpen als in jaarverslagen van ondernemingen wordt opgenomen hoe het met innovatie binnen het bedrijf is gesteld. “Managers moeten zich realiseren dat hard rennen net genoeg is om een positie te behouden. Wie zich wil verbeteren moet twee keer zo hard rennen.”
De stelling van professor Henk Volberda lijkt mij juist. Ik werk zelf voor een middelgroot Nederlands IT bedrijf dat innovatief daadkrachtig is, in de generieke dicipline kantoor-automatisering.
Het bedrijf heeft in nagenoeg alle sectoren van het MKB klanten, maar moet veel missiewerk verrichten, om de boodschap over de buhne te krijgen. Dit is geen onkunde in de communicatie, echter meer onwil of onvermogen van de grote gemene deler, om serieus open te staan voor bewezen alternatieven. Onbekend maakt onbemind en alles wat het maaiveld ontstijgt…..
Omgang met innovatie is ook sterk gerelateerd aan het type bedrijfsvoering en de geografische factoren. Het management van ondernemingen kan niet altijd, of zelfs vaak niet innovatie doorvoeren, wanneer de bedrijfscultuur zich daarvoor niet leent of dat het fysiek practisch onmogelijk is.
Voorts is het een gegeven, dat veel Nederlandse huishoudens ‘draaien’ op lagergeschoolde werkverschaffing in de technologie-sector. Voor de goede orde; er wordt ook lagergeschoold werk verricht in laboratoria van innovatieve instituten.
Persoonlijk denk ik dat een juiste mix van lager- en hooggeschoolde mensen, kan leiden tot een verbetering van de (inter)nationale positie van Nederland. Daarbij is het mijns inziens uitermate belangrijk, dat de algehele communicatie en het juist afstemmen van processen goed is georganiseerd.
Tweemaal zo hard rennen is dan niet meer nodig.
“De Nederlandse consensusstructuur was funest voor de innovatieve kracht van ons land”, stelde professor Henk Volberda in de toespraak waarmee het Nationaal ICT Event gisteren werd geopend.”
Wat een totale nonsens. Diezelfde consensusstructuur heeft ons in 2000 op de nummer 3 plek van innovatieve landen gebracht. Nu het minder gaat met de economie is het de schuld van een tekort aan innovatie en dat is weer de schuld van de consensusstructuur. Wat een drogredenering, zeg. Nee, zo komen we er wel.
Uiteindelijk schijnt de waarheid toch altijd boven te komen.