Infraroodtransmissie (ir) wordt in sommige apparaten gebruikt als communicatiemedium. Het is geschikt voor omgevingen waarbinnen de apparaten elkaar direct kunnen ‘zien’. Het wordt bijvoorbeeld vaak ingezet voor draadloze communicatie tussen een pc en een laptop.
De techniek kan gebruikmaken van actieve ‘id-tags’, maar niet van de goedkope passieve tags. Daarom wordt nu de radiofrequentietechnologie (rf) voor draadloze communicatie overal ingezet. Een voorbeeld is een draadloos toetsenbord en draadloze muis, maar hierbij zien we ook meteen de beperkingen wat betreft plaatsing en batterijlevensduur – wel iets om over na te denken bij rfid-systemen.
Het is gemakkelijk om genoeg stroom te leveren aan de lezer, maar alleen de dure soort tags bevat een stroombron. De eerste eis is echter het uitlezen van gegevens van de tag – dat wil zeggen dat de tag uitzendt. De tag moet dus stroom krijgen voor de duur van de transmissie. Daarvoor wordt bij passieve tags een kleine antenne ingebouwd in de chip, die gebruikmaakt van het elektromagnetische veld dat de lezer uitzendt, op dezelfde manier als een luchtgekoppelde transformator. Er wordt genoeg vermogen van de lezer naar de zender van de chip overgebracht om de gegevens te kunnen verzenden. Dit verklaart waarom er behoorlijke beperkingen zitten aan de afstand waarop betrouwbare communicatie tussen chip en lezer kan plaatsvinden. Merk op dat een actieve tag wordt ingeschakeld door de lezer, en hij daarna een veel sterker signaal kan uitzenden. Lezers van passieve tags werken over centimeters, bij actieve tags zijn meerdere meters te overbruggen.
De veelgebruikte passieve tags zijn massaproducten met een ingebouwde, unieke id-code. Als de techniek verder is, zullen deze basale gegevens ook kunnen worden bijgewerkt, bijvoorbeeld de markering ‘laatste keer uitgelezen’. Voor de traditionele toepassing in de detailhandel is dit waarschijnlijk genoeg omdat de lezers worden gebruikt als gegevensbron voor geïntegreerde databasetoepassingen. Als het voorwerp met de tag echter mobiel is, denk aan beveiligingssystemen, transport, militaire toepassingen en dergelijke, wordt de mogelijkheid een behoorlijke hoeveelheid gegevens te kunnen bijwerken een enorm voordeel.
Het volgende probleem is hoe gegevens uit een specifieke tag te scheiden zijn van andere, vooral als zich meerdere tags dicht bij elkaar bevinden. Dit is geen nieuw probleem, het is bekend uit de wereld van de lokale netwerken. De oplossing bestaat eruit dat elk apparaat dat op het lan wordt aangesloten dezelfde rechten heeft en dat er geen twee apparaten conflicterende informatie kunnen versturen. Hiervoor worden de protocollen ‘collision avoidance’ (token ring) of ‘collision detection’ (ethernet) gebruikt. Het ethernet-protocol is oorspronkelijk ontwikkeld voor een wan (wide area network) in Hawaï (aloha-net), en heeft daardoor een goede basis voor gebruik in rfid en draadloze lan’s. Beveiliging is belangrijk in draadloze lan’s en dit zou ook kunnen gebeuren bij rfid, hoewel dat waarschijnlijk niet nodig zal zijn voor de producten die op de plank liggen. Militaire toepassingen zijn een heel ander verhaal, evenals goederentransporten; dan wordt het onwenselijk als anderen signalen met details opvangen van de rf-transmissies over langere afstanden die met actieve tags mogelijk zijn.
Er is wat computervermogen nodig voor de implementatie van een protocol waarin de lezer op een groep items met tags wordt gericht en alle tags in die groep individueel of tegelijkertijd kan benaderen. Dit zou ideaal zijn voor producten op de plank bij de supermarkt, maar vandaag de dag zijn daar nog actieve tags voor nodig. De goedkopere passieve tags van de nabije toekomst zullen daar verandering in brengen, maar tot die tijd blijft fysieke positionering een belangrijke beperking.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.