Kleding van het Nederlandse modehuis Mexx is te vinden in negenduizend verkooppunten in vijftig landen. Evenzoveel verkoopgegevens in verschillende databases. Informatica’s dataintegratieplatform Powercenter heeft er structuur in aangebracht. Business Objects zorgt voor een rapportage, maar real-time is voor Mexx nog geen optie.
Op het hoofdkantoor van Mexx in Voorschoten willen directieleden, bedrijfsanalisten en verkoopmanagers graag op wekelijkse basis inzicht hebben in ordergegevens, retourzendingen, demografische kenmerken en andere verkoopinformatie. Drie jaar geleden is daarom het product Powercenter van Informatica aangeschaft. Het dataintegratieplatform zorgt ervoor dat wekelijks allerlei informatie vanuit verschillende bronnen (AS400 applicaties, een zelf gebouwd erp-systeem en crm van Siebel) wordt verzameld, geïntegreerd en opgeslagen in één datawarehouse. Tezamen met het management rapportagegereedschap van Business Objects zijn op het hoofdkantoor en in de Europese verkoopkantoren nu geïntegreerde analyses te maken. Niet alleen is iedere week met één druk op de knop inzichtelijk welke kledingstukken goed verkopen, het is ook meteen bekend welke kleuren, welke stijlen en welke stoffen het goed doen. Daarmee kunnen de ontwerpers rekening houden als zij de collectie voor het nieuwe seizoen samenstellen.
Mexx is zeer tevreden met deze it-oplossing, maar de laatste tijd begon het systeem toch een beetje te kraken. Powercenter is een tool waarmee je een datawarehouse kunt vullen met verkoopgegevens. Dit gaat prima, maar de hoeveelheid informatie die verwerkt moest worden nam zienderogen toe. “Het probleem is niet zozeer toe te schrijven aan Powercenter”, zegt Maik Groenewegen, Manager BI Applications bij Mexx. “Het komt voornamelijk door de manier waarop we het zelf hebben geïmplementeerd. Een paar jaar geleden hebben we besloten tegelijk met de nieuwe informatie iedere week ook informatie van afgelopen jaren in te voeren, maar elke keer is dat heel veel data om in te laden. Daarvoor hebben we er indertijd voor gekozen om het er steeds uit te halen en weer opnieuw in te laden. Daardoor wisten we zeker dat we geen informatie zouden verliezen. Maar de informatie stapelt zich op. Wij beginnen er nu tegenaan te lopen dat een weekend niet meer voldoende is om het inladen voor elkaar te krijgen. We hadden niet verwacht dat we zoveel data zouden hebben.”
Van wekelijks naar dagelijks
Vanaf 1 april is Mexx daarom begonnen met fikse aanpassingen. Oude informatie blijft binnenkort gewoon staan in het systeem en hoeft dus niet elke keer weer opnieuw te worden ingeladen.
Inrichting it Kledingverkoop Mexx wordt ondersteund door:
|
Even voor de duidelijkheid. We hebben het nu wel over verkoopinformatie, maar Mexx werkt niet met de kassagegevens van winkels. Het gaat om informatie van orders die de verschillende partners bij hen plaatsen. Groothandelsgegevens dus. Het modehuis heeft weliswaar 115 eigen verkooppunten, maar werkt voor het overgrote deel met externe. In die winkels heeft Mexx geen zicht op wat er werkelijk over de toonbank gaat. Dus is het concern wat informatie betreft afhankelijk van de inkoopordergegevens die op het hoofdkantoor binnenkomen. Inkopers van de Bijenkorf, V&D, Intersport en vele anderen komen verschillende keren per jaar naar een van de showrooms van het modehuis. Daar krijgen zij de collecties te zien die over negen maanden op de markt zullen komen. De inkopers plaatsen hun orders en die gegevens worden vervolgens verwerkt in het systeem.
Om deze reden is het voor Mexx op dit moment ook minder interessant om een systeem te implementeren dat real-time verkoopinformatie kan verwerken. “Het was op zich mogelijk geweest”, zegt Groenewegen. “We hebben per slot van rekening wel inzicht in de kassagegevens van onze eigen winkels. Maar dat is voor ons te weinig informatie om te gebruiken voor volledige analyses. Het was geen vereiste vanuit de organisatie om een real-time systeem te implementeren. En het
Management Summary – Mexx beschikt over een centraal datawarehouse
|
Ontwerpersbloed
De medewerkers van Mexx doen voor het overgrote deel eigenhandig de implementatie van Powercenter en de huidige aanpassingen in het systeem. Ook het erp-systeem is in de afgelopen vijftien jaar ‘in modehuis’ ontwikkeld. Het ontwerpersbloed stroomt dus ook door de aderen van de it-afdeling. “We bouwen dat soort systemen zelf, om het te kunnen inrichten zoals wij het nodig achten”, zegt Groenewegen. “Met een out-of-the-box product heb je toch vaak dat je dingen krijgt die voor jou niet interessant zijn, waardoor je met bepaalde overbodige functionaliteiten komt te zitten. En het komt voor dat je bepaalde informatie die je wilt opslaan niet kwijt kunt. Door het zelf te bouwen, kunnen we het inrichten naar onze wensen.”
Doordat de orderverkopen en allerlei bijbehorende kenmerken in één centraal datawarehouse zijn opgeslagen, kan Mexx geïntegreerde analyses loslaten op de verkoopinformatie. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de top-bottom verhouding van kledingstukken in kaart te brengen. In deze statistieken is te zien hoeveel stuks bovenkleding verkocht worden tegen één rok of broek. Normaal gesproken is deze verhouding ongeveer 1 op 3. Ook is het mogelijk om kleuren, maten, stoffen, en gebruiksmomenten (business, casual of sportief) in de analyses op te nemen. En om de verkopen in verschillende regio’s af te zetten tegen bijvoorbeeld statistieken van het aantal inwoners ingedeeld naar onder andere geslacht en leeftijd. Groenewegen: “Voorheen moesten we gissen naar deze informatie. Doordat de data in één centraal datawarehouse is opgeslagen, hebben we die inzichten nu wel.”< BR>