Eind juni geeft Ron Zambonini, sinds 1995 ‘chief executive officer’ van Cognos, de fakkel door aan Rob Ashe, momenteel ‘chief operations officer’. Enkele maanden voor zijn aftreden kan de charismatische manager tevreden vaststellen dat hij een kerngezond bedrijf zal overdragen, en geeft hij zijn mening over de toekomstige uitdagingen voor de cpm-markt (corporate performance management).
Hoe voelt u zich bij uw naderend vertrek?
“Uiterst sereen. Wij hebben net een uitstekend jaar achter de rug waarin onze omzet met 24 procent gestegen is. We voelen dat de markt wereldwijd opleeft. In elk geval is de markt voor bedrijfsintelligentie (bi, business intelligence, red.) in Europa nooit echt ingestort. Ik ben er zeker van dat mijn opvolger Rob Ashe, die al twintig jaar bij Cognos werkt, een uitstekende ceo zal zijn.”
September vorig jaar hebt u Reportnet gelanceerd, uw nieuwe tool voor rapportage op het web. Hoe is dit product ontvangen?
“De verkoop van licenties voor Reportnet in het vierde kwartaal bedroeg dertig miljoen dollar op een totale omzet van 202 miljoen. Dit jaar hopen wij op een omzet van honderd- tot tweehonderd miljoen. Deze geweldige ontvangst is te danken aan het feit dat Reportnet rapportage herdefinieert inzake toegankelijkheid (dankzij de webbrowser) en uitbreidbaarheid. In een recente test op de xSeries-server van IBM gekoppeld aan DB2 zijn we zelfs tot 190 duizend gebruikers gegaan. In onze nieuwste versie, Reportnet 1.1, die half maart is aangekondigd, hebben we de meertaligheid en de integratie met de omgevingen van IBM, Microsoft Office en SAP BW verbeterd.”
U verwacht veel van de opkomende markt voor prestatiebeheer (cpm), die volgens u de logische stap is na bi. Toch is uw aanbod, ook al benadrukt u de integratiemogelijkheden, nog altijd opgesplitst in software voor rapportage, planning en ‘balanced scorecard’. Wanneer komt er een echt cpm-product?
“Daar werken we aan, maar vergeet niet dat de cpm-markt nog jong is. Van onze ruim twintigduizend klanten hebben op dit ogenblik nog maar twintig a$ dertig de stap naar cpm gezet. We hebben in heel Europa maar vijf verkopers die in cpm gespecialiseerd zijn. Bedrijven willen basisproducten die ze nadien kunnen aanvullen tot een cpm-tool. Meestal gaat het om bi-tools (rapportage en olap- of ad hoc-verzoeken), maar ook de planningmarkt begint te bewegen. Het potentieel is enorm; volgens onze ramingen maakt momenteel slechts 5 procent van alle bedrijven gebruik van planningsoftware. We hopen eind dit jaar een honderdtal cpm-klanten te hebben. Op termijn ben ik ervan overtuigd dat de markt voor prestatiebeheer even groot wordt als die voor erp.”
Wat zijn de grootste hindernissen op dit moment?
“De gegevens zijn dikwijls niet klaar, zelfs niet voor de ‘klassieke’ bedrijfsintelligentie. Ook hebben de meeste bedrijven nog geen strategie voor prestatiebeheer uitgewerkt. Ze beschikken niet over coherente meetsystemen.”
Stel: basisrapportage wordt gemeengoed en is gratis verkrijgbaar als open broncode-software of wordt aangeboden als bonus bij de aankoop van andere producten, zoals Microsoft doet met SQL Server. Wat is dan uw toegevoegde waarde?
“Ik geloof niet in de veralgemening van open broncode-oplossingen. Zelfs als dat gebeurt, zouden wij het verschil maken dankzij de uitbreidbaarheid van onze producten, dat wil zeggen: de garantie van prestaties, ook in omgevingen met duizenden gebruikers. Of neem de veiligheid, of de beheerbaarheid.”
Een directere dreiging komt van erp-leveranciers als SAP en Oracle, die de integratie van hun bi-tools met hun software zullen uitspelen.
“Onze kracht is dat we onafhankelijk zijn van de gegevensbronnen. Kent u veel bedrijven die slechts één backoffice-systeem gebruiken?”
Waar kijkt u met de meeste voldoening op terug sinds u in 1989 als vice-president onderzoek en ontwikkeling bij Cognos kwam?
“Ik zou trots kunnen zijn op de buitengewone groei die we hebben gekend. Toen ik hier aankwam, vertegenwoordigde de markt van analytische tools een waarde van amper zo’n tien miljoen dollar. Mijn grootste voldoening, als ik weldra in mijn schommelstoel zit, is echter dat ik weet dat Ashe dit bedrijf in de eerste plaats blijft leiden als een ‘mensenbedrijf’ en dan pas als een softwarebedrijf. Direct nadat ik mijn terugtreden had aangekondigd, heb ik zo’n tweehonderd mails ontvangen met sympathiebetuigingen van medewerkers die kleine persoonlijke anekdotes ophaalden.”
Wat is de grootste uitdaging die u nalaat aan uw opvolger?
“Terwijl we met onze klanten blijven voortgaan op weg naar een optimalisering van het prestatiebeheer, moeten we onze verkoopteams aanpassen. We zullen moeten opklimmen in de hiërarchie van de ondernemingen om vooral de financiële directeuren te overtuigen.”
Het feit dat Business Objects momenteel in het nieuws is na de overname van Crystal, brengt dat u op ideeën?
“De klanten kopen eerst een product en dan pas een bedrijf. Uiteraard is de zet van Business Objects belangrijk, maar waar zit de innovatie in dat alles? De grootte is niet altijd doorslaggevend, anders zou een bedrijf als Microstrategy er nooit in slagen ons van tijd tot tijd te verslaan. Concurrentie is gezond omdat het de gebruikers keuzemogelijkheden laat. Bernard Liautaud, ceo van Business Objects, houdt ervan onze tweestrijd te benadrukken. Wall Street is dol op dat soort competitie. Ik houd me liever bezig met wat we onze klanten kunnen bieden.”
Olivier Fabes, Data News