Het is altijd lastig geweest de kosten van informatie technologie in de detailhandel te rechtvaardigen en er zijn vele vergissingen gemaakt.
Tegenwoordig zijn verkooppuntterminals gemeengoed en zijn het de detailhandelsreuzen die vooroplopen bij de ontwikkeling van gegevenspakhuizen (data warehouses) en informatiesystemen. Ook is het van belang dat consumentgerelateerde e-commerce (consument naar bedrijfsleven – c2b) een detailhandelsactiviteit is. Business-to-business e-commerce (bedrijfsleven naar bedrijfsleven – b2b) is voor veel meer bedrijfstakken van belang, maar met name voor handelaren met hun problemen met toevoerketenbeheer (supply chain management -scm).
Concurrentie onder detailhandelaars heeft duidelijk bijgedragen tot snelle voortgang van it-gerelateerde ideeën. Als de ene keten een efficiënt gegevenspakhuis had, was het voor de anderen heel lastig beconcurreren. In de begindagen van datapakhuis was het niet mogelijk de kosten van het project als losstaand item te rechtvaardigen. Als een bedrijf echter eenmaal beschikte over de voordelen van analyse van klanteninformatie, moesten de anderen wel investeren of anders hun concurrentiepositie verliezen.
De detailhandelaren waren actief bij het bepalen van het concept, de technologie en de standaarden voor barcode-identificatie, een techniek die in en om de detailhandel enorm veel wordt gebruikt. In veel gevallen, bijvoorbeeld bij het labelen van artikelen, had de handel enorme hoeveelheden labels (tags) nodig, waardoor de gerelateerde kosten gedrukt werden, waarvan weer kon worden geprofiteerd bij andere toepassingen met kleinere volumes.
De eerste barcodelezers moesten nauwkeurig worden gepositioneerd, zeer dicht bij het label, maar tegenwoordig hoeft dat niet meer. De scanners zijn nu zeer nauwkeurig en kunnen een code lezen in vrijwel iedere positie; bij de bagageverwerking op vliegvelden kunnen scanners zelfs vanaf een meter de bagagelabels herkennen. Ondanks deze vooruitgang is er nog steeds ruimte voor verbeteringen, zowel in het gebruiksgemak en de nauwkeurigheid van uitlezen, als in uitbreiding van de beschikbare gegevens. Dit laatste is waar Radio Frequentie Identificatie (rfid) om de hoek komt kijken, omdat hierbij de fysieke plaatsing van een item minder belangrijk is.
Er zullen verschillende rfid-apparaten op de markt komen, die bedoeld zijn voor verschillende toepassingen. In eerste instantie zal het vooral gaan om een directe vervanger van de barcode, maar de mogelijke toegevoegde waarde is enorm. Uiteraard zal de techniek verder worden verbeterd en wijdverbreide toepassing brengt de kostprijs van een label en de bijbehorende lezers omlaag. Vroege investeerders moeten dus oppassen dat ze ook aan de lange termijn denken en niet worden voorbijgestreefd door de concurrentie; de ervaringen met datapakhuizen zijn hierbij zeer waardevol.
In principe zijn er twee basistypen labels: actieve en passieve. Actieve bezitten een interne batterij voor de aansturing van een ingebouwd systeem met computer met lees/schrijfmogelijkheden; een passieve ontvangt de stroom van de lezer. De mogelijkheden van een passief label zijn dan ook zeer beperkt in vergelijking met de actieve variant. Aan de andere kant zijn ze wel veel goedkoper en vergen ze geen onderhoud. Bij de voortschrijdende techniek zullen passieve labels krachtiger worden, maar voorlopig moeten ze beschouwd worden als ‘alleen te lezen’-labels (read-only) terwijl de actieve versies kunnen worden uitgelezen en beschreven, dat wil zeggen dat ze bijgewerkte gegevens kunnen bevatten.
Het is duidelijk dat er specifieke toepassingsmogelijkheden zijn voor de beide soorten labels. Het grote volume dat nodig is voor individuele labels op producten zorgt ervoor dat actieve versies qua kostprijs alleen al onhaalbaar zijn, maar bij dure items als kunstwerken, militaire voertuigen, beveiligingssystemen, enzovoort vallen die kosten weer in het niet. Alleen tijd en ervaring zullen duidelijk maken waar de scheidslijn komt te liggen.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.