Ik heb expres vermeden uitspraken te doen over de strijd tussen Microsoft en de Europese Unie over monopoliepraktijken. Deze is uitgegroeid tot een soort persoonlijk gevecht tussen Steve Balmer van Microsoft en Europees Commissaris Mario Monti.
Het lijkt erop dat Balmer voor de afwisseling is verslagen. Bewust zeg ik “het lijkt erop”, omdat Microsoft al vele malen dit soort juridische gevechten heeft gevoerd, met name tegen de Amerikaanse Overheid. Een aantal keren was het bedrijf bijna verslagen, maar wist het op het laatste moment de straf te ontlopen die volgens velen terecht zou zijn. Ondanks de aanzienlijke boete van meer dan 600 miljoen dollar die is opgelegd, is er dus nog een lange weg te gaan. Zelfs voor Microsoft is dit een flink bedrag, maar de mogelijke gevolgen voor de toekomst zijn vele malen erger voor het bedrijf.
Het werd hoog tijd dat er serieus druk wordt uitgeoefend op Microsoft om de monopoliepositie te verbreken. Ze bezetten een volledige monopoliepositie, het is verbijsterend te zien dat ze zich kunnen verzetten tegen de beschuldigingen en daar nog succes mee hebben ook!
Het teleurstellende in de zaak van de EU is dat deze voornamelijk is gebaseerd op problemen in de eigen sector. Met name de ingebouwde multi-mediaspeler in Windows (Windows Media Player) heeft voor sterke bezwaren van Real Networks en Apple gezorgd. Deze claimen dat de verkopen van hun producten worden gehinderd door de ingebouwde Media Player. Hierdoor zou Microsoft technisch in het voordeel zijn, maar ik zie daar niets van in de kwaliteit en functionaliteit van de concurrerende producten. Het echte probleem is van commerciële aard; de meeste gebruikers die af en toe het product gebruiken, zullen geen apart pakket willen kopen als de pc al met een speler wordt afgeleverd. Dat zou ook gelden voor fotosoftware, maar op die markt zijn de alternatieven al jaren de standaard en is het vaak eenvoudiger de software bij een camera te installeren dan om de Windows-versie werkend te krijgen.
Hoewel de zaak voornamelijk gericht is op de Windows-clients en thuiscomputers, zijn er uiteraard ook bezwaren tegen de low-end servers. In 1999 deed Sun Microsystems een poging een uitspraak te krijgen tegen Microsofts servers, omdat deze het moeilijker zouden maken interfaces te maken met de clientsoftware van Sun, met name Java.
Als Microsoft zich niet uit deze situatie kan bevrijden, betekent dit dat het bedrijf een losse versie van Windows moet leveren voor installatie op nieuwe pc’s; zonder de gewraakte Media Player. Dit is een stap in de juiste richting, maar welke gevolgen heeft dit voor de it binnen bedrijven? Op de korte termijn heel weinig.
In de bedrijvenwereld hebben gebruikers met Microsoft te maken vanwege Office en de bijbehorende serverproducten Exchange, SQL Server, et cetera. Er kan gezegd worden dat de Microsoft-producten gebruikmaken van niet-gedocumenteerde interfaces naar Windows, waardoor ze technisch voorlopen. Dat is onzin, omdat de producten zeer zwak zijn en gemakkelijk door alternatieve producten zouden worden vervangen als er een commerciële mogelijkheid voor zou zijn. Het is de briljante marketing waardoor Microsoft haar monopoliepositie heeft kunnen verwerven, niet de technische perfectie van de besturingssystemen.
De enige manier om werkelijk vooruitgang te boeken is een verplichte splitsing van Microsoft, waarbij systeemsoftware (besturingssysteem, ontwikkeltools, networking) wordt gescheiden van de servers (database, Web Server) en de toepassingen. Alleen dan zou er genoeg vrijheid zijn voor innovatie en exploitatiemogelijkheden van de prachtige techniek die vandaag de dag voorhanden is. Succes dan maar gewenst aan de Europese Unie en de Amerikaanse tegenhanger, maar de gevolgen zullen niet zo verstrekkend zijn als nodig is.< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.