De huidige commerciële Itil-toepassingen zijn log, duur, arbeidsintensief en integreren slecht. Tot die conclusie komt Martin Simons, directeur van Webhuis, na twintig jaar it-ervaring. In samenwerking met de Technische Hogeschool Rijswijk startte hij de ontwikkeling van open broncode Itil, Open Itil.
|
Paard voor de wagen
In 2001 startte aan de TH Rijswijk de nieuwe studierichting Technische Informatica. Hoofd van die studierichting, Jan Dirk Schagen: “We hebben mensen van buiten betrokken bij het opzetten van die opleiding, en daar is Martin er één van.” Simons: “Ik ben een kalenderjaar lang verbonden geweest aan de TH als extern docent. Dat hele jaar heb ik gepraat over de ideeën die ik had over open Itil. De TH heeft een enorm potentieel aan goed opgeleide studenten in deze richting, die daarbij ook programmeerervaring hebben op hbo-niveau. Daarnaast creëren we hiermee voor de Hogeschool een continuüm aan bedrijfsprojecten waarin de studenten hun vaardigheden kunnen demonstreren.”
Er zijn momenteel twee groepen van in totaal negen studenten die werken aan de 0.1-versie van Configuratiemanagement en Incidentmanagement. Schagen: “Dat zijn vierdejaars studenten Technische Informatica die de richting Infrastructuur en Beheer doen. Eind mei moet de 0.1-versie klaar zijn en dat is dan direct het einde van hun bedrijfsproject. In september start er weer een nieuwe groep studenten. En natuurlijk wordt er buiten de deur ook verder ontwikkeld, aangezien het open broncode is.” Het uiteindelijke doel is om een compleet Itil-procesondersteunend toepassingspakket te bouwen. “We beginnen met configuratiemanagement, dat is het proces waar al die andere processen op rusten. De stap die daarvoor nog komt, is het inrichten van de bedrijfsprocessen, dat is het belangrijkste. De ondersteuning is natuurlijk ook van belang, maar je mag niet vanuit de techniek vertrekken. Een goede Itil-implementatie begint met een goede organisatorische inbedding. Itil is geen ‘silver bullet'”, aldus Simons.
Pro-actief beheer
Schagen: “Het moeilijkste is dat je steeds moet opboksen tegen de gevestigde orde. Het is lastig om klanten die een vertrouwde omgeving hebben, aan te raden over te gaan op iets nieuws. We willen Open Itil eenvoudig opzetten, zodat het wel compleet is, maar niet de ballast met zich meedraagt van concurrerende pakketten.” Simons: “De eerste versie is een heel basaal systeem. Het is best mogelijk dat mensen ons daarmee gaan uitlachen, maar ik weet zeker dat er ook bedrijven en instellingen zijn die het gaan gebruiken.” De bedoeling van Open Itil en open broncode in het algemeen is natuurlijk dat de buitenwereld mee ontwikkelt. “Het plan is om eerst met een aantal 0.-versies te komen totdat we een pakket hebben dat Itil volledig ondersteunt. Dan komen we binnen vijf jaar met een 1.0-versie. We willen ons conformeren aan standaarden, zodat we ons kunnen laten certificeren”, zegt Simons. Hij heeft andere open broncode initiatieven gezien in de markt, maar nog niets bruikbaars onder ogen gehad. Verder zijn er alleen commerciële leveranciers actief op de Itil-markt. De keuze voor open broncode komt mede voort uit de kritiek op die pakketten vanuit de praktijk. “Wij willen vanuit één ontworpen database alle processen ondersteunen. Er wordt nu vooral gewerkt met beheer op afroep. Dat moet een model worden waarbij beheer pro-actief is. We willen met Open Itil aansluiten op iets dat al in open broncode aanwezig is, namelijk Nagios.” Nagios is een programma dat activiteiten op bijvoorbeeld een netwerk volgt, waardoor beheerders vooraf kunnen inspringen op problemen die zich zouden kunnen gaan voordoen.
Webhuis is de projectvader van Open Itil en begeleidt bedrijven bij de invoering van Itil. Simons: “Ik heb bij commerciële softwarehuizen gewerkt en daar zitten altijd lijken in de kast. De vraag is daar: Hoe hou ik die lijken in de kast en waar zet ik de deodorant neer. De backlog, het testen en de documentatie zijn in commerciële trajecten altijd het kind van de rekening. De software moet worden verkocht, dus hijgen accountmanagers in je nek die het voor de deadline willen hebben. Wij hebben geen deadline. We brengen een versie pas uit als we tevreden zijn over het testen, de documentatie, de functionaliteit en de backlog.”< BR>