De Extended Mark-up Language (XML) is gedefinieerd door het World Wide Web Consortium (W3C) als een open standaard. W3C was verantwoordelijk voor alle Internet-gerelateerde standaarden, maar nu zijn er andere consortiums die hun eigen varianten van ‘standaarden’ uitbrengen, en sommige daarvan zijn een stuk meer open dan andere! De meeste consortia hebben een hoofdsponsor, die iets terug wil voor de gedane investeringen. Dit leidt onvermijdelijk tot conflicten als er twee of meer op elkaar lijkende, maar incompatibele standaarden ontstaan.
Dit is niet helemaal slecht; het is namelijk al vele malen beter dan de vroegere situatie waarin het altijd lastig was systemen van twee verschillende leveranciers samen te laten werken! Het is eenvoudiger met twee of drie opties te leven dan met vele tientallen. De andere kant van de medaille is dat een enkel, bedrijfseigen systeem ook voordelen heeft, zoals Microsoft heeft laten zien bij office-systemen. Helaas is de keerzijde van een monopolie dat kwaliteit, innovatie en vooruitgang ondergeschikt zijn aan het hogere belang van macht over de markt.
De opkomst van het web en de daaruit voortvloeiende behoefte om niet-compatibele systemen plotseling samen te laten werken, heeft de ‘echte’ standaarden als XML een flinke duw in de rug gegeven. De leveranciers konden deze essentiële standaarden niet negeren, en dus begonnen ze deze openlijk te erkennen. We leven echter in een commerciële wereld, en de leveranciers willen het de concurrentie niet te gemakkelijk maken. Ze hebben allemaal verschillende strategieën om met de veranderingen in de it-industrie om te gaan en er winst uit te halen. IBM richt zich sterk op Linux en Java, maar Linux zorgt voor de verkoop van hardware, terwijl Java alleen de taal en de architectuur is van de eigen ontwikkeltools. IBM maakt gebruik van de open standaard Java, en beweert dat daardoor hun eigen tools waarschijnlijk beter geschikt zijn voor samenwerking met andere Java-gebaseerde systemen dan met de specifieke Microsoft-systemen.
Tegen deze achtergrond is de toewijding van Microsoft aan XML enigszins verrassend. Denk nu niet dat Microsoft onzelfzuchtige redenen heeft een open standaard te ondersteunen; het bedrijf is alleen geïnteresseerd in geldelijk gewin. XML heeft de focus, maar er wordt tevens gewerkt met de Web Services-standaarden; beide krijgen een prominente plaats in Office 2003 en gerelateerde aankondigingen. Microsoft kiest voor deze standaarden omdat het geen keuze heeft, zo sterk is de dominantie van e-commerce vandaag de dag. Het idee is uiteraard de producten geaccepteerd te krijgen, vervolgens geleidelijk het marktaandeel te vergroten tot het acceptabel is met een variant van de standaard te werken en uiteindelijk een nieuw monopolie te creëren. Dit is noodzakelijk als het bedrijf wil groeien, een positie als ‘een van de vele op de markt’ zou desastreus zijn voor Microsoft en de aandeelhouders.
Hoe kan dan die toewijding aan XML worden uitgebuit? XML is alleen een taal; de toepassingen die er gebruik van maken zijn het belangrijkst. De toepassingen van Microsoft en partners (die zullen worden gedecimeerd zodra dat Microsoft past, zoals eerder gebeurde met andere tekstverwerkerleveranciers) zijn veel belangrijker dan XML. XML is het verkooppraatje om bedrijven over te laten stappen naar Office 2003; in alle gevallen worden de berichten gecodeerd in XML door de regels die in een schema staan. Het schema kan worden gedefinieerd door de leverancier van de toepassing, maar veel zijn geïntegreerd met de Microsoft-producten. Microsoft bepaalt dus wie een licentie krijgt om hun schema te gebruiken, en zonder dat schema is het onmogelijk andere XML-systemen te integreren met Office 2003, et cetera. Microsoft heeft zelfs patenten aangevraagd voor een aantal XML-gerelateerde schema’s; dat noemen ze dan een open standaard!< BR>
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.