Met een splinternieuwe versie van programmeertaal en ontwikkelomgeving Uniface wil Compuware zich blijven meten met moderne concurrenten als Java en C# (.Net). De compiler is verbeterd en de code is versneld en toegesneden op toepassing van netwerkprotocol tcp/ip. Versie 8.4 van Uniface werd afgelopen maandag beschikbaar gesteld.
De eerste versie van Uniface is dit jaar twintig jaar oud. Volgens Compuware doorstaan de taal en de bijgeleverde ontwikkelset de tand des tijds prima. Eventuele ‘slijtage’ en technische vernieuwingen worden voortdurend bijgehouden dankzij enkele honderden specialisten in vooral Nederland (bij ontwikkelgereedschapfabrikant Uniface, in 1994 overgenomen door het Amerikaanse Compuware). “We kunnen zelfs de concurrentie aan met onze eigen Java-ontwikkelomgeving Optimal J”, pocht productmanager Adrian Gosbell.
Met 8.4 moet het in productie brengen van applicaties nog eenvoudiger worden, stelt het bedrijf. Daarvoor ontwikkelde het een archiefsysteem dat de nieuwe applicaties comprimeert en ervoor zorgt dat de onderdelen en configuratiebestanden op de juiste plaats terechtkomen. Om het distribueren zo gemakkelijk mogelijk te maken, grijpt Uniface op alle platformen terug naar de opdrachtregel. Het uitpakken en inzetten van dit installatiebestand bijvoorbeeld is te automatiseren met een batchbestand of een ‘shellscript’.
Unicode
Tegelijk met de bekendmaking van 8.4 kondigde Compuware vorige week bij een presentatie in Amsterdam ook alvast de opvolger daarvan aan. Die versie, 9 (9.1), komt ergens in de tweede helft van volgend jaar uit. Deze versie moet het schrijven, testen en in productie brengen van applicaties nog gemakkelijker doen verlopen. Ook is deze versie helemaal klaar voor Unicode; applicaties zijn aan te passen voor iedere bestaande schrijftaal, inclusief bijzondere leestekens en karakters.
Ook voor de programmeurs heeft Gosbell aardig nieuws. Hij ontkent niet dat de taal de meeste programmeurs niet meteen tot de verbeelding zal spreken. Uniface-programmeurs die de verlokkingen kunnen weerstaan van Java en C# (.Net) prijzen zich echter zo niet uit de markt, stelt hij. Van de bestaande klantenkring blijft 95 procent Uniface toepassen, waaronder de allereerste klanten. “Een Uniface-programmeur is straks een grote vis in een kleine vijver”, denkt Gosbell, “en niet weer een C#-programmeur.”< BR>