We zijn innovatiever dan we denken. Zelfs de statistici van het CBS blijken de kracht van onderzoekscentra in ons land te onderschatten. De huidige documenten van het Centraal Bureau voor de statistiek zijn erg gericht op de nationale economie en daardoor vinden we de innovatieve kracht bij de multinationals nauwelijks terug in de gegevens. De multinationals zijn, zo zou gesteld kunnen worden, te groot voor het CBS. En dat terwijl bedrijven als Phlips, Océ en Asml wel degelijk van groot belang zijn als innovatieve spelers op ict-gebied.
Een ander ‘centraal bureau’, het Centraal Plan Bureau, heeft er derhalve voor gekozen onderscheid te maken tussen prestaties en competenties in haar rapport ‘De Nederlandse ict-industrie en multinationals’. Ook uit dat document blijkt dat de omzet- en productiviteitsgroei van de ict-sector in ons land internationaal achterblijft en dat er weinig gespecialiseerde ict-producten worden gemaakt. Daartegenover staan echter goede competenties in de vorm van goed geschoold personeel en toonaangevende onderzoekscentra.
De scheiding tussen prestaties en competenties is minder academisch dan het lijkt. Zo leidt onderzoek en ontwikkeling bij de multinationals voornamelijk tot productiviteitsgroei in het buitenland. Daarnaast schaart het CBS prestaties van onderzoekscentra niet in een aparte bedrijfstak ‘onderzoek’, iets dat buitenlandse equivalenten van het CBS wel doen, waardoor onze achterstand groter lijkt dan ze is.
Het door verschillende ministers beoogde streven naar een kenniseconomie komt door dit rapport in een ander licht te staan. Wie het positief wil zien concludeert dat onze economie innovatiever is dan velen, onder wie onderzoekers van het CBS, dachten. Wie het realistisch wil bekijken, kan stellen dat uit het rapport ook de kwetsbaarheid van de sector blijkt. Ook grote ondernemingen kunnen immers het slachtoffer worden van overnames of besluiten te fuseren, waardoor kenniswerk mogelijk verdwijnt. De belangrijkste aanbeveling voor het kabinet mag dan ook zijn dat de vurig gewenste kenniseconomie niet binnen de grenzen van één land te realiseren zal zijn.< BR>