‘Reverse engineering’ van Cobol-applicaties via een renovatiestraat is een onnodige en kostbare omweg, betoogt Reza Warnink.
In ‘Het begint een jongensboek te worden’ (Computable, 20 februari 2004, p. 10) over softwarerenovatie karakteriseren Alex Roelvink en Jaco de Vries Cobol als een programmeertaal zonder toekomst. Ze plaatsen Cobol in de categorie van talen waarvoor geen mensen meer beschikbaar zijn, waarbij de domeinkennis wegloopt, waar niet meer naar wordt omgekeken en waarvan de onderliggende technologie inmiddels verouderd is. Cobol in deze categorie plaatsen is echter ongehoord. Opnieuw worden hardnekkige geruchten als waarheden gepresenteerd, zonder dat men klaarblijkelijk op de hoogte is van de echte feiten.
Nieuwbouw
Marktonderzoeksbureau Gartner Group schat dat wereldwijd 70 procent van alle in gebruik zijnde bedrijfsapplicaties zijn geschreven in Cobol. Dit houdt in dat er wereldwijd tussen de 180- en tweehonderd miljard regels in Cobol actief worden gebruikt. Volgens Gartner zal zeker tot volgend jaar 15 procent van alle nieuwe applicaties worden geschreven in Cobol. Dit is ruim vijf miljard regels per jaar!
Bij deze cijfers is het niet vol te houden dat er geen mensen meer beschikbaar zijn met voldoen Cobol-kennis en -ervaring. Cobol ligt nog altijd aan de basis van vele vitale systemen, vooral in de financiële sector. Daarnaast vormt het nog altijd de basis voor tal van moderne applicaties en systemen, zoals crm- en erp-oplossingen. Een groot deel van de huidige applicaties van Syspro en Lawson is bijvoorbeeld gebouwd met Cobol. De leveranciers van deze applicaties kunnen het zich eenvoudigweg niet veroorloven Cobol te laten uitsterven of domeinkennis te laten weglopen.
Het is een feit dat in de afgelopen jaren binnen het onderwijs Cobol steeds meer naar de achtergrond is gedrongen door nieuwe ontwikkelingen als Java, Webservices, .Net en Linux. Ook op dit gebied begint het tij echter alweer te keren. Niet voor niets nemen wereldwijd onderwijsinstellingen Cobol weer op in hun curriculum. Daarnaast zijn er de commerciële opleidingen die Cobol weer als groeimarkt zien. Alleen al het Verenigd Koninkrijk telt inmiddels 150 instituten voor Cobol-opleidingen.
ISO-standaard
Hoewel Cobol in de ruim veertig jaar dat het bestaat al talloze malen dood verklaard is, vormt de programmeertaal nog altijd het fundament onder de wereldwijde it-infrastructuur. Het is de meest doorontwikkelde programmeertaal. Daarin ligt ook de kracht van Cobol.
Tal van zaken waar een programmeur in Java of .Net zelf een oplossing voor moet zoeken, zijn in Cobol formeel geregeld. Nog altijd komt er om de zoveel tijd onder de vlag van de International Standard Organisation (ISO) een nieuwe Cobol-standaard uit. De jongste versie dateert van eind 2002.
De enorme hoeveelheid kennis en ervaring die in de afgelopen vier decennia over Cobol is opgebouwd heeft ook zijn weerslag op tools die op de markt verkrijgbaar zijn. ‘Reverse engineering’ van Cobol-applicaties is dan ook een ridicuul idee. Met de huidige tools zijn Cobol-applicaties vrij eenvoudig te ontwikkelen, te onderhouden en uit te breiden. Daarnaast zijn er tools waarmee uit bestaande applicaties dode code regels worden verwijderd, de onderliggende bedrijfslogica valt te destilleren, documentatie wordt aangemaakt of de applicatie naar vrijwel alle platformen (.Net, Linux en dergelijke) te migreren is. Daarnaast is aansluiting op nieuwe technologie (Java, Webservices, Html/XML enzovoort) eenvoudig en probleemloos te realiseren.
Al deze mogelijkheden overziend is ‘reverse engineering’ van Cobol-applicaties via een renovatiestraat een onnodige en tamelijk dure omweg. Het is een zijstraat die Cobol-gebruikers beter voorbij kunnen rijden.
Reza Warnink, Micro Focus