Intel stapt in het tweede kwartaal over op een nummeraanduiding voor zijn laptop- en bureauprocessoren. Die getallen vormen niet een weergave van eigenschappen zoals kloksnelheid, maar een hoger getal vertegenwoordigt een betere chip, legt woordvoerder Kristof Sehmke uit.
|
De nieuwe generatie van de mobiele Centrino-chips, met de Dothan-processorkern, krijgt als eerste de nummers. Daarna volgt de desktop met de 90 nanometer Pentium 4 met de Prescott-kern in de nieuwe processorvoet: socket 775. Die vervangt de huidige socket 478 en signaleert ook de overgang naar de snellere moederbord-ruggengraat PCI Express en de BTX-vormfactor.
Camera’s en auto’s
“De cijfers zelf staan niet concreet voor een eigenschap van de processor, dus het is niet zo dat bij een 550 de eerste ‘5’ voor de kloksnelheid staat en de tweede voor de geheugenbus (front side bus)”, benadrukt hij. “Op zich is het niets nieuws; bij digitale camera’s en auto’s worden al jaren nummers gehanteerd die op zichzelf geen concrete betekenis hebben. Toch is het voor de consument duidelijk dat een camera in een 600-reeks meer eigenschappen heeft dan een in een 400-reeks.” Intel zelf hanteert een dergelijke nummering, gecombineerd met letters, al geruime tijd voor zijn chipsets.
Het processornummeringsysteem staat haaks op de benadering die Intel-concurrent AMD hanteert. Die processorproducent voorziet zijn chips sinds de introductie van de Athlon XP van een prestatiegetal. Officieel vertegenwoordigt dat getal het prestatieniveau van de chip in vergelijking tot de oudere Athlon-chips met de Thunderbird-processorkern. Een Athlon XP 3000 zou daarbij gelijk zijn aan een fictieve Athlon die op 3 GHz (= 3000 MHz) draait. In de praktijk zou het XP-getal een vergelijking zijn met Intels Pentium 4, die een hogere kloksnelheid heeft maar daardoor niet automatisch een hoger prestatieniveau.
Factoren
Intels nummersysteem heeft dus geen koppeling met factoren als het prestatieniveau, de architectuurgeneratie of de snelheid van chipcomponenten. Sehmke legt uit dat de hoogte van het nieuwe processornummer afhankelijk is van vijf factoren. “De architectuur, de kloksnelheid, de front side bus, het cache-geheugen, en dan nog toekomstige technologieën.”
Laatstgenoemde omvat aanstaande verbeteringen op processor- en chipsetniveau als Vanderpool, Lagrand en Grantsdale. Dit zijn respectievelijk partitioneerbare processoren (ofwel virtuele machines op chipniveau), chips voor Trusted Computing en een chipset die zowel het huidige AGP8x als het nieuwe PCI Express ondersteunt.
De nummerreeksen zijn overigens van kracht binnen de processorreeksen. “Een Pentium 4 is met verschillende getallen te vergelijken, maar een Celeron en een Pentium 4 weer niet.” Intel gaat er vanuit dat de klant eerst een keuze maakt voor een toepassingscategorie – zoals desktop, laptop of mobiel met lange batterijduur – om dan modellen te vergelijken.
“We willen het zo voor de consument makkelijker maken om processoren onderling beter te kunnen onderscheiden”, verklaart Sehmke. Dit betreft niet alleen de consumentenmarkt, maar ook de bedrijfsmarkt. Laptop- en desktopprocessoren voor de zakelijke sector krijgen ook de nieuwe nummers. Werkstation- en serverprocessoren (Xeon en Itanium) blijven vooralsnog onder de reguliere aanduiding van de kloksnelheid. Sehmke verwacht dat midden dit jaar een definitieve beslissing hierover valt.< BR>