Het is officieel bevestigd: Intel voorziet vanaf het tweede kwartaal zijn laptop- en desktopprocessoren van nummers. Die betekenen op zichzelf niets, maar een hoger getal staat voor een betere chip.
De chipproducent introduceert drie reeksen, 300, 500 en 700, waarbinnen de processoren verschillen qua eigenschappen. "We willen het zo voor de consument makkelijker maken om processoren onderling beter te kunnen onderscheiden", verklaart Intel-woordvoerder Kristof Sehmke.
"De cijfers zelf staan niet concreet voor een eigenschap van de processor, dus dat bij een 350 de ‘3’ voor de kloksnelheid staat en de ‘5’ voor de geheugenbus (fsb, front side bus)", benadrukt hij. "Op zich is het niets nieuws; bij digitale camera’s worden al jaren nummers gehanteerd die op zichzelf geen concrete betekenis hebben. Toch is het voor de consument duidelijk dat een camera in een 600-reeks meer eigenschappen heeft dan een in een lagere reeks."
Dit staat haaks op de benadering die Intel-concurrent AMD hanteert. Die processorproducent voorziet zijn chips sinds de introductie van de Athlon XP van een prestatiegetal. Officieel vertegenwoordigt dat getal het prestatieniveau van de chip in vergelijking tot de oudere Athlon-chips met de Thunderbird-processorkern. Een Athlon XP 3000 zou daarbij gelijk zijn aan een fictieve Athlon die op 3 GHz (= 3000 MHz) draait. In de praktijk zou het XP-getal een vergelijking zijn met Intels Pentium 4, die een hogere kloksnelheid heeft maar daardoor niet automatisch een hoger prestatieniveau.