Animatiestudio Pixar stapt voor zijn productie over op G5 Macintosh-computers van Apple. Die machines draaien het op Unix gebaseerde Mac OS X.
Deze overstap zou echter niet voortkomen uit het feit dat Pixar-president Steve Jobs ook president (en mede-oprichter) is van Apple. De gang naar Mac OS X is ingegeven door de kracht van de G5-hardware, met als kloppend hart de door IBM ontworpen en geproduceerde Power PC 970-processor.
Het afgelopen jaar heeft Pixar al computers met Intel-processoren en Linux gebruikt. Dit liet Apple-topman Don Peebeles weten op een filmanimatie-seminar (http://seminars.apple.com/business/rtuncompressed/indextrk.html?s=203) in New York. Het gaat om de werkstations waar het ontwerpwerk op wordt gedaan.
Derenderfarm van Pixar, waar de uiteindelijke filmscénes geheel worden ‘uitgerekend’, gebruikt nog altijd een combinatie van servers. Die zijn van oudsher afkomstig van onder meer Sun Microsystems (http://www.sun.com/smi/Press/sunflash/1997-05/sunflash.970506.1112.html) en (http://www.sun.com/products-n-solutions/media-entertainment/press/pressrel_apr25_pixar.html) en SGI, die Pixar ook werkstations leverde. Sinds begin vorig jaar gebruikt de digitale animatiestudio servers van specialist Racksaver: x86-machines met in totaal 1024 Intel Xeon-processoren (http://www.intel.com/pressroom/archive/releases/20030210comp_a.htm).
De diverse overstappen zijn eigenlijk ironisch; Pixar was oorspronkelijk namelijk ontwerper en maker van hardware voor computeranimatie (https://www.computable.nl/artikels/archief3/d33jb3ri.htm). Het bedrijf was toen nog een divisie van de Lucasfilms-studio, van Star Wars-schepper George Lucas. In 1986 kocht Steve Jobs, toen bij Apple eruit gezet door de directie, deze divisie.