Applicatie-integratie is een buzz-word. Het staat bij heel veel bedrijven en organisaties bovenaan op de it-agenda. Maar eenvoudig is het niet. De trajecten zijn vaak lang, gecompliceerd en dus ook duur. ‘Return on investment’ is dan ook niet bij ieder project gegarandeerd. Interview met database-deskundige Rick van der Lans over zin en onzin van applicatie-integratie.
U zit vanaf 1980 in de it. Wat zijn volgens u de drie grootse doorbraken geweest op uw vakgebied?
“De eerste is het dóórbreken van de relationele database. Producten als Oracle en DB2 zijn daaruit voortgekomen. Later ook andere producten als Microsoft SQL Server en Sybase. Dat heeft heel veel teweeg gebracht. Vrijwel ieder bedrijf heeft momenteel wel een relationele database in huis. Als al deze leveranciers hun klanten zouden vragen hun producten in te leveren, zou de economie tot stilstand komen. De tweede doorbraak was de grafische user interface, waar Windows en Apple uit zijn voortgekomen. Dat heeft een enorm verschil gemaakt ten opzichte van de op karakters gebaseerde terminalapplicatie. Een derde grote verandering is het overstappen van monolithische architecturen naar netwerkomgevingen. Client/server en internet zijn daar goede voorbeelden van. Waar het om gaat, is dat je niet alles op één machine meer draait, maar dat de verwerking is gedistribueerd over een groot aantal machines. Die derde verandering viel in de tijd samen met de Windows-omgeving maar het zijn toch afzonderlijke ontwikkelingen.”
Wat is de volgende doorbraak op it-gebied?
“Misschien was de komst van de relationele database nog wel te voorspellen, maar dat wij nu thuis met Windows-achtige machines werken en spelen was een jaar voor dato niet te voorzien. Ook de netwerkomgeving is niet voorspeld. De grote veranderingen komen op ons af. Het is altijd weer een wonder om te zien wat aanslaat en wat niet.”
Waarom kunnen we dat niet zien aankomen. Zit het in de beperking van ons voorstellingsvermogen?
“Als je precies zou kunnen voorspellen, dan zou een vak als marketing ook een stuk formeler zijn, maar dat is het niet. Marketeers moeten aanvoelen wat er in de markt gebeurt. En dan nog mislukt er nog veel of worden apparaten toegepast voor andere dan de oorspronkelijke doeleinden.”
Fusies
Kun je in een paar zinnen uitleggen wat applicatie-integratie is?
“Nee. Applicatie-integratie is nu eenmaal een complexe aangelegenheid. Ik zal een voorbeeld geven. Een paar maanden geleden belde een overheidsorgaan op met de mededeling dat ze een applicatie-integratietraject ingingen. Ze hadden al een paar stappen genomen en wilden mijn visie op hoe ze bezig waren en waar het naartoe moest. Toen we met de bijeenkomst van start gingen, vroeg ik waarom ze gingen integreren. Daar was geen duidelijk antwoord op. Het integreren was een doel op zich. Want integreren is hip. Het is een buzz-word. Het zijn over het algemeen peperdure trajecten die worden opgestart. Daar moet geld uit terugkomen dus moet het goed duidelijk zijn wat je wilt bereiken. Het komt voor dat ik organisaties afraad om over te gaan tot applicatie-integratie en ze adviseer om in plaats daarvan voor data-integratie te kiezen. Dat biedt misschien minder mogelijkheden, maar als het voldoende is, kan het een veel goedkopere en simpelere oplossing zijn.”
Kunt u daar een concreet voorbeeld van geven?
“Veel bedrijven die zijn ontstaan uit fusies hebben bijna alles in het it-systemen dubbel: twee voorraadbeheersystemen, twee facturatiesystemen en dan krijg je de situatie dat je data in beide systemen moet gaan invoeren. Dat kun je met een applicatie-integratie op een prachtige manier realiseren. Als data in het ene systeem worden ingevoerd, wordt die direct en automatisch naar het andere systeem doorgesluisd. Maar misschien is het wel veel eenvoudiger om de data eerst in het ene systeem in te voeren en die een paar minuten later middels een achtergrondproces naar de andere database te kopiëren – daar zie je niets van. Wellicht ben je dan niet 100 procent up to date maar het is veel simpeler en goedkoper en het kan zijn dat je hetzelfde bedrijfsvoordeel haalt.”
Je kunt natuurlijk ook kiezen voor één systeem waarin je alles onderbrengt. Je heft de dubbele systemen dan gewoon op.
“Daar heb je gelijk in. Het mooiste is als applicatie-integratie niet nodig is en dat er één groot, geïntegreerd systeem is. Dat is voor veel bedrijven en organisaties de ultieme it-droom maar het is maar de vraag of die ooit wordt gerealiseerd. Als jij totaal verschillende, complexe systemen hebt die essentieel zijn voor de bedrijfsvoering, dan is het niet zo eenvoudig deze samen te smelten of data van het ene systeem naar het andere over te hevelen. Dus kom je toch veelal uit op applicatie-integratie. Daar zijn flinke kosten mee gemoeid, applicatie-integratie is voor veel bedrijven en organisaties een substantiële post van het it-budget.”
Standaarden
Wat kan standaardisering bijdragen?
“Standaardisering zal een aantal technische problemen gaan oplossen. Als je gaat integreren krijg je op allerlei niveaus uitdagingen. Van het organisatorische niveau tot het allerlaagste technische niveau. Eén van de technische problemen bij het koppelen van twee systemen wordt veroorzaakt doordat ze doorgaans een andere taal spreken. Het mooiste zou zijn als we alle systemen dezelfde taal kunnen laten spreken. Hoe meer we aan standaardisering doen, hoe makkelijker dan integratie zal worden. Stel: je bent een bedrijf dat via het internet pc’s verkoopt en je wilt jouw it-systeem volledig integreren met de toeleverancier. Als iemand een laptop bestelt en een daarvoor benodigd onderdeel onder een belangrijke voorraadgrens zakt, wil je dat dit bij de leverancier automatisch kenbaar wordt gemaakt. Je zult dan op beide systemen software moeten hebben draaien die dezelfde taal spreken. Met webservices proberen we dat te realiseren.”
Wat is die taal?
“Als we spreken over webservices heb je het over een enorme berg aan standaarden. Onderaan de berg is een gestandaardiseerde taal waarmee gegevens uitgewisseld kunnen worden. Deze standaard heet Soap. Dit komt origineel bij Microsoft vandaan. Een belangrijke standaard hoger op de berg is Bpel, een standaard voor het specificeren van bedrijfsprocessen. Tussen Soap en Bpel bestaan er standaarden voor zaken als transacties, beheer en beveiliging.”
Worden die standaarden algemeen door alle marktpartijen geaccepteerd?
“Hoe lager je gaat, hoe meer gestandaardiseerd. Hoger is het nieuwer of zijn de standaarden nog in wording. Over Soap is iedereen het wel eens. We kunnen allemaal wel aangeven waar die kan worden verbeterd, maar hij is breed geaccepteerd. Over hogere standaarden is er meer discussie. Meerdere partijen werken aan, en vechten over, verschillende standaarden. Naast Microsoft spelen op de hogere niveaus ook bedrijven als IBM, BEA Systems en Sun Microsystems een rol. Hun oplossingen gaan naar W3C toe; World Wide Web Consortium die de standaarden beheert. Een andere organisatie die zich hiermee bezig houdt is Oasis.”
Die bedrijven ontwikkelen standaarden, maar voor het ontwikkelen van een open standaard worden ze niet betaald. Wat is hun belang?
“Je kunt pas wat met een standaard als je een product koopt dat functioneert op basis van die standaard. Aan die producten wordt natuurlijk wel verdiend. Net als met de SQL-standaard die oorspronkelijk bij IBM vandaan komt. Die is gratis en ook andere leveranciers zijn zich hiermee gaan bezig houden. Aan de producten die op de SQL-standaard werken hebben bedrijven als IBM en Oracle miljarden verdiend. Dat zal zich kunnen gaan herhalen.”
Is er dan geen weerstand tegen het feit dat juist Microsoft met een standaard is gekomen?
“Microsoft is met Soap gestart. Maar de andere standaarden zijn geen solo-acties. IBM, Oracle, Sun en anderen zijn hier allemaal druk mee bezig. Ze doen dit omdat zij hiermee ook de richting bepalen die deze standaard uitgaat. Natuurlijk hebben ze daar een voordeel mee. So be it.”
Praktijk
Kunt u een voorbeeld geven van hoe applicatie-integratie in zijn werk gaat?
“Laat ik een heel simpel voorbeeld geven. Als ik een cd wil kopen, log ik bijvoorbeeld in op Amazon zoek een cd uit en koop die. Wat je ook kunt doen is naar een virtuele wederverkoper te gaan, zoals Bizzrate. Je tikt de artiest en titel van het album in. Bizzrate gaat dan zoeken bij Amazon maar ook bij partijen als Tower Records, http://Buy.com en Barnes & Noble. Bizzrate maakt dan een lijstje waarop je kunt zien wie de gevraagde cd voor de laagste prijs aanbiedt. Bizzrate kan dit doen door zijn systeem te koppelen aan genoemde websites. De simpelste manier om dat te doen is door een bericht te sturen naar de betrokken websites waarop je een Html-pagina terugkrijgt. Die ga je scannen; de prijs haal je er dan uit. Dat kan, maar op het moment dat Amazon de website een ander uiterlijk heeft, moet je het programma snel aanpassen, anders ga je iets heel anders presenteren. Bizzrate zou veel liever direct een stukje code aanroepen, dat bij Amazon draait en de prijs van de cd uit de database haalt. Je wilt om de Html-laag heen, direct de applicatielaag in, waar de prijs van de cd opgehaald wordt. Je hebt de informatie binnen, ongeacht welke Html-laag daar bovenop wordt gezet.
Hiermee is het idee van webservices begonnen. Het kan technisch namelijk wel, alleen Amazon gebruikt misschien Java-technologie en Tower Records een Microsoft-oplossing. Het zou eenvoudiger zijn als alle systemen Soap spreken. Je hebt te maken met drie lagen: de presentatielaag, de applicatielaag en de datalaag. Het gaat om het leggen van een verbinding in de applicatielaag. Dit voorbeeld is uiteraard een simpele toepassing van applicatie-integratie. Bij data-integratie ga je meteen naar de data toe. Dat zal intern bij Amazon wel kunnen gebeuren, maar zelden zal een bedrijf toestaan dat van buitenaf de database benaderd mag worden.”
Wat zijn de ontwikkelingen op gebied van applicatie-integratie; zijn organisaties op dit moment massaal aan het integreren?
“Het staat bij heel veel organisaties hoog op de agenda; sommige organisaties zijn er al jaren mee bezig. Elk integratieproject is een complex traject. Op Power Point-niveau ziet het er altijd makkelijk uit. Je hebt een rechthoek – dat is het ene systeem – en een ander rechthoek – dat is het andere systeem – en dan trek je er een streep tussen en dan is het geïntegreerd. In werkelijkheid blijft het complex en duur. Veel bedrijven geloven wel in de ‘return on investment’ maar hebben het budget gewoon niet of nog niet. De stand van de economie speelt hierbij natuurlijk een belangrijke rol.”
Wat verwacht u voor de rest van 2004 op gebied van applicatie-integratie?
“Ik verwacht niet veel verandering ten opzichte van vorig jaar. Veel bedrijven willen wel, maar hebben nog niet de financiële mogelijkheden.”
Kluwen
Welke applicaties zijn makkelijk te integreren?
“Het gemak waarmee applicaties kunnen worden geïntegreerd is afhankelijk van hoe de applicaties door de ontwikkelaars in elkaar gezet zijn. Naarmate een systeem meer modulair en gelaagd is opgebouwd, kan het makkelijker geïntegreerd worden. Als het systeem één grote kluwen is, waarbij alle lagen onlosmakelijk met elkaar zijn gekoppeld, is het heel moeilijk tot onmogelijk om te integreren. De kosten die integratie dan met zich meebrengen maken een goede ‘return on investment’ niet mogelijk. Het hangt dus vooral af hoe modulair een applicatie is gebouwd. Heeft iemand per ongeluk de visie gehad om een applicatie te bouwen met het idee dat integratie later mogelijk is? Neem dat voorbeeld van Amazon. Stel dat er een keurig, helemaal op zichzelf staand Java-componentje is dat de prijs van de cd geeft, dan hoef ik daar maar een heel klein laagje op te leggen, en ben ik klaar. Het ligt dus niet zozeer aan de technologie of de leeftijd van de technologie, maar op de wijze waarop de applicaties gebouwd zijn.”
Als ik eenmaal mijn applicaties heb geïntegreerd, hoe blij ben ik dan?
“Geïntegreerde applicaties kunnen vele bedrijfsvoordelen bieden, waarom zou je anders doen? Maar er kunnen ook nadalen zijn. Je moet je bijvoorbeeld wel realiseren dat je systemen dan aan elkaar zijn gekoppeld. Dat betekent dat als er ergens een fout optreedt, het heel moeilijk kan zijn om de fout op te sporen.”
Zijn we over vijf jaar klaar met applicatie-integratie?
“Nee, dan zijn we daar nog steeds mee bezig. Over vijf jaar is de discussie rondom de standaarden wel geluwd, want die zijn dan gemeengoed. Maar het integreren houdt niet meer op. Bij elke fusie en overname begint het hele verhaal weer van voren af aan.”< BR>
Rick van der Lans houdt zich bezig met consultancy, het geven van lezingen op congressen en conferenties wereldwijd en het schrijven van boeken en columns (zoals in dit blad). Van der Lans is gespecialiseerd in business intelligence/data warehousing, applicatie ontwikkeling en middelware/integratie. Op het internet is Rick van der Lans te vinden op http://www.r20.nl.