De rechter heeft zowel SCO als IBM bevolen bewijs op tafel te leggen. Volgens rechter Brooke Wells heeft aanklager SCO nog niet voldoende materiaal ingediend om zijn claims te staven.
Ondertussen krijgt gebiedt zij ook IBM met meer materiaal te komen. Die computerproducent moet een reeks versies van zijn Unix-varianten aanleveren als bewijsmateriaal. Dit betreft AIX en Dynix, in handen gekomen met de overname van serverspecialist Sequent, en komt neer op ongeveer tweehonderdtweeëndertig producten.
SCO moet vervolgens bij de rechtbank aanvullende documenten indienen waarin het aangeeft welke bestanden zijn positie steunen en hoe die dat doen. De aanklagende onderneming stelt namelijk dat IBM onrechtmatig technologie uit Unix, waar de aanklager eigendomsrechten op claimt, heeft overgeheveld naar het open source Linux. Hier eiste het in eerste instantie één miljard dollar voor, inmiddels verhoogd naar drie miljard.
Tot op heden heeft SCO de betreffende code-delen nog niet afdoende geïdentificeerd. Rechter Wells had dit in december al gevraagd – met een leveringstermijn van dertig dagen. SCO heeft die deadline echter niet gehaald. In een aparte hoorzitting begin vorige maand heeft de aanklager succesvol geargumenteerd dat het zijn best doet. De dertig dagen-termijn is toen geschrapt.
De rechter beveelt het bedrijf nu echter expliciet de betreffende coderegels te leveren en ze aan te wijzen in IBM’s software. Daarnaast moet de aanklager alle coderegels in zijn Unix System V leveren en identificeren waar IBM’s vermeende overheveling van afstamt. Verder moet SCO alle coderegels in Linux leveren en identificeren. Dit zou dan dus de code zijn waar de Unix-leverancier rechten op claimt.
Tot slot moet SCO alle coderegels aanleveren en aanwijzen die het in licentie verleent aan andere partijen. Dit betreft code die het deelt met andere Unix-leveranciers, maar ook met klanten die een broncode-licentie hebben. Dat omvat ook autofabrikant Daimler-Chrysler die eerder deze week is aangeklaagd door SCO (https://www.computable.nl/artikels/buitlan4/i1104rzn.htm).
Opvallend genoeg heeft de rechter SCO ook bevolen zich te onthouden van publiekelijk commentaar of mededelingen naar aanleiding van haar bevelen. Dit ontneemt SCO de mogelijkheid nu een deel-overwinning te claimen doordat IBM ook materiaal moet aandragen.
Zucht, eindelijk…. het einde komt langzaam in zicht, toch staat er ook:
–
“Tot op heden heeft SCO de betreffende code-delen nog niet afdoende geïdentificeerd. Rechter Wells had dit in december al gevraagd – met een leveringstermijn van dertig dagen. SCO heeft die deadline echter niet gehaald.”
–
Dit is wel vreemd, want de aanklacht staat er langer dan een jaar, en SCO weet echter heel goed waar ze het precies over hebben (als het niet uit de duim gezogen is), die deadline van dertig dagen, slaat dus nergens op, SCO had zijn bewijzen lang en breed klaar kunnen leggen voor publicatie naar de rechtbank, wat niet gedaan is….
Dit riekt steeds meer naar chantage/fraude van SCO uit, vind u ook niet?