CZ is één van de meest actieve zorgverzekeraars op ict-gebied. Onder leiding van topman Mike Leers zijn de ambities hoog. Men heeft een eigen op pki beveiligd netwerk, voor online afhandeling van declaraties. Plus het meest uitgebreide online systeem met medische informatie voor de consument, via internet. Unieke identificatie van patiënten? “Daar is helemaal geen peperduur Zorg Identificatie Nummer voor nodig. Een landelijk medicatiesysteem bouwen wij in drie maanden.”
|
Vecozo is het paradepaardje waarmee CZ-topman Mike Leers veel ict-ambities wil realiseren. Dat gaat in close harmony met Arno van Son, Vecozo-directeur, tevens het ict-brein binnen CZ.
Inmiddels is Vecozo met 15 aangesloten zorgverzekeraars bezig om een landelijke infrastructuur te bouwen, gebaseerd op pki. Daarbij heeft elke aangesloten zorgverlener een digitaal certificaat, om zichzelf online 100% betrouwbaar te identificeren. Dat pki-netwerk moet allerlei processen en procedures met zorgverleners en medische instellingen makkelijker maken, zegt Leers. “Hun administraties en die van ons moeten een beetje synchroon gaan lopen. Twee jaar geleden concludeerde de Commissie De Beer dat een clearinghouse voor de zorgsector 300 miljoen euro op jaarbasis kon besparen. De Beer kwam met een geweldig rapport om administratieve lasten te verlichten. Het laaghangend fruit hangt zo voor het grijpen, zonder ladder. Het rapport is twee jaar lang tussen bureaulade’s verschoven. Maar als CZ maken wij er werk van”.
Consensusmodel
Leers en Van Son willen binnen de zorgsector weinig weten van het poldermodel, waarbij langdurig overleg moet leiden tot een breed gedragen keuzes. “In zo’n situatie moet je geen consensusmodel willen waarbij je moet wachten tot de langzaamste partij zich wil sluiten. Wij gaan uit van innovatie via een kleine groep. Degenen die langzamer zijn, kunnen later aansluiten, graag zelfs”. Uit ervaring weet Leers dat de zorgsector steevast een ratjetoe van argumenten van stal haalt om verandering te torpederen. “Je moet dus lokkertjes inbouwen, rekening houden met het directe nut voor zorgverleners. Zo zullen artsen nooit bereid zijn om voor een pki-infrastructuur te betalen. Dat moeten zorgverzekeraars betalen, redeneert men. Als zorgverzekeraars die enorme declaratiestroom foutloos kunnen afhandelen, scheelt dat fors in hun kosten. Daar zit ook wel wat in. Dus bieden wij het zorgverleners gratis aan. Het kost ze geen cent. Tegelijk kunnen die artsen via de infrastructuur online controleren of en hoe een patiënt verzekerd is”.
De techniek is inmiddels volwassen. Voorheen kreeg men via het Vecozo-netwerk toegang tot de afzonderlijke extranetten van deelnemende verzekeraars. Inmiddels kunnen zorgverleners via de pki-infrastructuur door éénmalig inloggen terecht bij alle extranetten van 15 zorgverzekeraars, met samen 14,5 miljoen verzekerden.. Zo’n controle over miljoenen records gaat razendsnel, in gemiddeld 1,5 seconde.
Inmiddels zijn vijftien zorgverzekeraars met in totaal 14,5 miljoen verzekerden aangesloten. Alleen enkele kleinere vooral regiogerichte zorgverzekeraars doen nog niet mee, zoals Salland, De Friesland, Azivo en Zorg & Zekerheid. De markt is nu om”.
Via Internet kunnen nu tienduizenden zorgverleners bij alle achterliggende databanken, beveiligd met encryptie, met 100 procent sluitende identificatie, autorisatie en authenticatie en een breedbandige 1024Mb-verbinding”. Vecozo verzorgt daarbij de helpdesk, uitgifte van certificaten en mailings voor voorlichting.
.
Maandelijkse miljoenen
Inmiddels vinden via het Vecozo-netwerk elke maand zo’n 2,4 miljoen online controles plaats op verzekeringsrecht. Dat wil zeggen: zorgverleners of zorginstellingen controleren online of de patiënt verzekerd is. Dat is niet onbelangrijk: bij medische hulp aan een onverzekerde patiënt krijgen arts , apotheek of ziekenhuis hun declaratie niet vergoed. Dat zijn tot dusver elke maand circa 800.000 unieke raadplegingen op de databanken van elf zorgverzekeraars, via hetzelfde webportaal. Ook het aantal elektronisch ingediende declaraties stijgt fors, tot momenteel 10.000 per maand. “CZ heeft met 2,2 miljoen verzekerden al 45,6 miljoen declaratieregels per jaar. Dus met elf miljoen klanten kom je in potentie op een paar honderd miljoen declaratieregels per jaar. Als dit eenmaal gaat lopen, wordt het turbo. Het gemak voor zorgverzekeraars is enorm. De innovatorsfase is voorbij. Ook niet ict-minded zorgverleners melden zich nu aan. Het aantal aanmeldingen steeg van 60 per week naar 250 nu. Inmiddels maken 4500 zorgverleners gebruik van Vecozo.”
Via het digitale certificaat krijgen zorgverleners toegang tot de database, momenteel vooral fysiotherapeuten, tandartsen en huisartsenposten. Huisartsen blijven nog achter, omdat men via het ‘ziekenfonds’ een abonnementstarief voor 70 procent van hun klanten heeft. “Daar is de druk minder hoog”, zegt Leers. “Als het huisartsenabonnement echter op de schop gaat -zoals de politiek lijkt te willen- krijgt men ook daar massaal te maken met facturen”.
XML
Operationeel is inmiddels ook een op XML gebaseerde ‘opvraging op verzekeringsrecht’, die volledig is geïntegreerd met de ziekenhuisadministratie. Vanuit het Ziekenhuis Informatiesysteem wordt dan ‘onder water’ automatisch bij Vecozo gecontroleerd of een patiënt verzekerd is. Dat vraagt installatie van het XML/Soap-protocol in het ZIS. Langs die weg kan men ook online declaraties indienen, bij inmiddels acht zorgverzekeraars, via de centrale postbus van Vecozo.
Voor individuele zorgverleners en groepspraktijken startte CZ in samenwerking met KPN inmiddels Vecozo-Connect , waarbij men communiceert via een besloten netwerk van KPN. Deze dienst treedt als het ware op als Internetdienstenaanbieder (isp), binnen een gesloten omgeving, waardoor men geen virusscan en firewall nodig heeft. Leers: “Groepen zorgverleners zoeken soms argumenten om ontwikkelingen een beetje te blokkeren. Zo haalt men onder meer beveiliging van stal. Daarom geven we via Vecozo deze 100 procent veilige verbinding, in feite een adsl-abonnement met extra kunstjes. Huisartsen kunnen beveiligd e-mail uitwisselen met de medisch specialist, en vice versa. Met zo’n certificaten-infrastructuur kun je dat beveiligd doen. Alles gaat in je Vecozo-postbus en alles komt veilig aan. Dus geen goedbedoeld regionaal of lokaal netwerkje, maar iets professioneels. Via deze technologie hoef je als zorgverlener ook niet meer met elke zorgverzekeraars een contract af te sluiten. Dat gaat met een eenmaal aangemaakt sjabloon, via de centrale postbus. Het uitsorteren per zorgverzekeraar, daar zorgt Vecozo voor”.
Al vijftien jaar kunnen zorgverleners bij CZ hun hele patiëntenbestand laten schonen, door het bestand via tape of diskette toe te zenden. Dat kan nu ook online. Het enige dat volgens ict-directeur Van Son nog ontbreekt, is dat 43.000 zorgverleners online overeenkomsten kunnen afsluiten met pakweg dertig verschillende zorgverzekeraars. “Dat is een enorme papierwinkel. Wij willen naar een internet-contract, waarbij de zorgverlener met zijn digitale certificaat een overeenkomst sluit, simpel door op een button met ‘I agree’ te klikken. Die kant moet het op”.
Medicatiedossier
Veel publiciteit krijgt tegenwoordig het landelijk online medicatiedossier, dat in 2006 volgens planning in de lucht moet zijn. Daarover voert Nictiz – in opdracht van het ministerie van VWS – inmiddels 2,5 jaar de regie. “Zo’n landelijk medicatiedossier is binnen enkele maanden te realiseren”, zegt Leers. “Nictiz werkt er jaren aan, maar wij hebben het praktisch klaar liggen. In de bestanden van zorgverzekeraars ligt 80 procent vast van wat de patiënt slikt. Daarbij komt 20 procent zelfzorgmedicatie, maar dat ligt in computersystemen van apotheken veelal ook niet vast. Een geneesmiddel dat niet declareerbaar is, wordt ook niet ingevoerd. Je zou net als bij de controle op verzekeringsrecht online alle bij zorgverzekeraars vastgelegde medicatie kunnen ontsluiten, via exact hetzelfde netwerk”. Leers laat zien hoe de (geanonimiseerde) medicatiegegevens van één zorgverzekeraar vanuit één server te raadplegen zijn. Na herkenning via het digitale certificaat kan de zorgverlener de database bevragen, en ziet vervolgens alle werkelijke medicatiegegevens: geneesmiddel, dosering, afleverdatum, afleveraar en voorschrijver. Van Son: “Als je deze applicatie installeert in elk Nederlands ziekenhuis, heb je nu voor veertien miljoen Nederlanders een online medicatiedossier. Dat hebben we in een paar weken rond, als het moet. Waarom zou je telkens online opvragingen doen bij duizenden huisartscomputertjes, als die gegevens nu al centraal vastliggen. Er gaan bergen geld om in de ontwikkeling van nieuwe systemen, terwijl wij de data hier gewoon hebben liggen. Waar zijn we nu toch mee bezig”.
Ook het Zorg Identificatie Nummer (ofwel ZIN) van de overheid is volgens het tweetal overbodig. “ZIN c”, zegt Leers, “Men wil speciaal voor de zorg het sofi-nummer versleutelen tot een ZIN. Wij kunnen in onze databank veertien miljoen patiënten prima identificeren, op basis van simpele kenmerken van die verzekerden. Minister Hoogervorst heeft de verkeerde adviseurs. Het is een verkeerde filosofie op basis van achterhaalde technologie. Dat gaat weer bakken geld kosten. Opnieuw krijg je weer stuurgroepen en platforms, met allerlei discussies. Daarna moeten de bestanden bij tienduizenden zorgverleners en medische instellingen weer aan het ZIN aangepast worden. Waar zijn we in Nederland toch mee bezig? Ik loop al jaren met ogen als schoteltjes door de Nederlandse gezondheidszorg”.
Paard van Troje
Leers pleit voor een meer bescheiden rol voor Nictiz. “Zo’n regie-instituut moet alleen gedachten uitwerken en randvoorwaarden opstellen. Men moet het aan de markt overlaten om oplossingen technisch en economisch uit te werken. Wat zou je van bovenaf moeten regisseren? De overheid moet uitsluitend vaststellen welke gegevens in het kader van de privacy volgens goede protocollen mogen worden uitgewisseld. De mensen die binnen Nictiz een goede boterham verdienen, zien dit als een paard van Troje. Wij bieden met ons plan betrouwbare identificatie van patiënten, elektronische uitwisseling van declaraties, standaardcontracten met zorgverzekeraars, een waterdichte controle of de patiënt verzekerd is, plus vergaande medicatiebewaking, ook vanuit het buitenland. Dat kost nu anderhalf miljoen per jaar voor ruim elf miljoen patiënten. Er is hooguit een half miljoen in geïnvesteerd. Dan moet je niet mekkeren. Dat moet je met twee handen aanpakken. In de zorg-ict moet het uiteindelijk komen van eigengereide creatieve denkers, niet van Nictiz of van de overheid. Nictiz zal nooit die snelheid kunnen hebben van kleine innovatieve bedrijven, die op elk gebied toegevoegde waarde willen bieden”.
“De overheid heeft de zorg-ict eigenlijk uitbesteed aan Nictiz”, zegt Leers, “maar dat soort organisaties organiseert uiteindelijk vaak hun eigen drama. Neem de Zorgpasproef, waaraan zeventien miljoen euro is uitgegeven. Toen waren wij met onze internet-oplossing nog een roepende in de woestijn. Men is een systeem gaan bouwen op basis van antieke chipkaartjes. En men is gaan innoveren volgens het consensusmodel. Dat was de ondergang: na drie jaar onderhandelen had men 23 huisartsen. De overige hielden de boot af. En de artsenvakbond LHV lag dwars omdat men zijn zin niet kreeg inzake honoraria. Allemaal geteut en ge-OH, hakken in het zand en belangenstrijdjes. Dan schiet het niet op. Het is hoog tijd om het bed eens goed door elkaar te schudden”.