Onderzoekbureau Gartner voorziet een toenemend gebruik van rfid (radio frequency identification), ’tekstdelving’, XML en virtuele gemeenschappen. Ondertussen groeien de databases onder invloed van de stroom informatie. De toekomst brengt ons ook een semantisch web: een vergaarbak, waarbij alle gegevens in een voor mens en computer begrijpelijke en bruikbare vorm worden weergegeven. Helaas is dit web moeilijker te realiseren dan verwacht.
Temidden van een heroplevende it-industrie ziet onderzoekbureau Gartner weer veel nieuwe trends opdoemen aan de horizon. Niet toevallig zijn die te vinden in de domeinen van kennisverwerking en -behandeling. Nu XML stilaan een ‘gewone’ technologie begint te worden, kan een analist zich al eens wagen aan een voorspelling op het domein van het gegevensbeheer. En de eerste trend die Gartner ziet is dat grote ondernemingen hun databeheer steeds meer gaan beschouwen als een strategische discipline.
Omdat gegevens in zeer diverse vormen ontstaan en bestaan, zal de bedrijfswereld vooral zijn aandacht vestigen op hybride databeheer. Uiteraard gaan ondernemingen zich daartoe toeleggen op XML en databasebeheer, maar ook de verschillende XML-dialecten zullen op de één of andere wijze op elkaar moeten worden afgestemd. Nu is het al jaren niet meer abnormaal dat de data binnen een organisatie exponentieel groeien, maar Gartner verwacht de komende tien jaar een ware explosie aan gegevensstromen. De analist denkt daarbij bijvoorbeeld aan de gegevens die met behulp van rfid (radio frequency identification) worden gegenereerd. Rfid op zichzelf is volgens Gartner een technologie in volle opkomst. Rfid of ‘e-tags’ zijn etiketten-op-chip die in objecten zijn ingebed en die het object zo voor externe computers identificeerbaar maakt. Rfid toepassingen beperken zich vooralsnog tot bijvoorbeeld magazijnbeheer, belastingberekening, enzovoort. De meeste analisten verwachten echter dat rfid ook zal opduiken (en dat begint al zichtbaar te worden) in kleding en alle mogelijke toepassingen die niet rechtstreeks met het bedrijfsleven te maken hebben, maar daar wel voor grotere gegevensstromen zullen zorgen.
Rfid is volgens Gartner dan ook één der belangrijkste redenen waarom ondernemingen zich moeten voorbereiden op het beter en efficiënter omgaan met gegevens en informatie. Daartoe moeten rfid-strategieën nu al worden uitgewerkt, en moet er uitgeplozen worden hoe rfid in een bestaande bedrijfscultuur en -voering kan ingepast worden. Zelfs als een organisatie niet van zins is zelf met rfid te werken, dan nog zal het de gevolgen van rfid-gebruik ondergaan. Met andere woorden, Gartner ziet hier geen trend, maar een onvermijdelijke evolutie van onze sterk op technologische vernieuwing geconcentreerde samenleving. Het uitgangspunt van de analist is daarbij dat als een bedrijf informatiebehandeling ziet als een strategisch proces, het daar beter van zal worden.
Tekstdelving
Daarmee verwant is tekstdelving (text-mining). Dat zal een belangrijke revolutie ontketenen in de relatie tussen bedrijf en klant. Voor crm, zegt Gartner, wordt het extraheren van informatie uit tekstuele gegevens een soort ‘steen der wijzen’ voor het maken van betere bedrijfsbeslissingen. Nu is tekstdelving niet nieuw, en dat geeft de analist ook ruiterlijk toe. Alleen is er een verschil met vroeger: de technologie was voorheen niet goed gekoppeld aan de geïdentificeerde pijnpunten binnen de organisatie. Crm stond vooral gelijk aan callcenters met de nadruk op transactieverwerking en korte interactietijden. Met de slechte koppeling gaat echter waardevolle informatie verloren die nota bene van de klant zelf afkomstig is.
Niet zelden praten de verantwoordelijke aan de telefoon en de klant langs elkaar heen – tot grote ontevredenheid van de laatste. Door de bedoelingen en wensen van de klant rechtstreeks te achterhalen uit de interactie met hem, kunnen bedrijven volgens Gartner ook weer af van ‘surveys’ en enquêtes, die toch nergens toe leiden. Tekstdelving kan alleen slagen als de klant actief en duidelijk aangeeft wat hij wil.
Zij zal evenwel ook aanleiding geven tot grotere databases met meer informatie; de organisatie zal opnieuw worden gedwongen om met die informatie ook iets te doen. En weer loert XML om de hoek, deze keer in combinatie met het groepsgevoel dat een bedrijf bij zijn klanten moet kunnen opwekken. Met name door middel van de virtuele gemeenschap in combinatie met tekstdelving kan een bedrijf heel wat te weten komen over de wensen van de klant vooraleer problemen als ergerlijk worden ervaren. Amazon is een goed voorbeeld voor tekstdelving, virtuele gemeenschapsvorming en crm.
Gartner gelooft dat gemeenschapsvorming op het Net belangrijker gaat worden dan in het echte leven. De analist geeft ook Ebay als voorbeeld, naast Epinions en het Open Directory Project. In hoeverre die voorbeelden ook in Europa als bepalend worden ervaren, is nog maar zeer de vraag. Europeanen lopen niet zo gemakkelijk warm als Amerikanen voor virtuele gemeenschappen. Dat komt omdat Europa dichter bevolkt is en de afstanden tussen bevolkte gebieden kleiner zijn. Europa wordt in dat gevoel ook gehinderd door taalbarrières, iets wat de VS vreemd is.
‘Micro-content’
Bovendien is minstens één voorbeeld ongelukkig gekozen. Wie Open Directory kent, weet dat daar van een virtueel gemeenschapsgevoel maar weinig sprake is. Integendeel, de categoriebeheerders treden vaak op als een soort Griekse goden, compleet met de almacht om bepaalde (overigens relevante) websites wel of niet in hun categorie op te nemen. Tussen categoriebeheerders blijkt overigens weinig sprake van gemeenschapsgevoel, maar eerder van een haaienmentaliteit waarbij samenwerking niet als een goede zaak wordt gezien. Gelukkig geeft Gartner het online gemeenschapsgevoel slechts 60 procent kans van slagen in de volgende tien jaar. Dat neemt niet weg dat bedrijven op het Net vaak wél in staat zijn rond hun producten en bedrijfscultuur een virtuele gemeenschap van klanten op te bouwen via forums en andere interactieve aanbiedingen, waaruit ze dan effectief waardevolle informatie kunnen peuren met tekstdelving.
Als zo’n virtuele gemeenschap dan ook nog eens rond ‘micro-content’ draait, heeft een bedrijf een grote voorsprong op de concurrentie. Micro-content is de term die Gartner gebruikt voor producten en transacties van 10 dollar en minder. De analist ziet ook daar een trend, en wel eentje die veel geld kan opleveren.
Als archetypisch voorbeeld geldt de iTunes Music Store van Apple, maar ook Google’s Adwords ‘betalen -per-klik’ advertentieservice (hoewel die per maand aardig meer kan kosten dan de paar dollars waarover Gartner het heeft), en Zingo’s taxi-service in Londen, zijn voorbeelden van zulke microtransacties. Gartner is van oordeel dat dergelijke transacties tegen 2012 een jaarlijkse omzet kunnen bereiken van 30 miljard dollar. Ook hier gelooft de analist dat de kenniseconomie heel dichtbij staat; met name digitale intellectuele rechten en (alweer) de enorme stroom informatie die op verkoopssites wordt verzameld en verwerkt, zullen nopen voor de noodzaak om beter om te gaan met XML, XML-dialecten, hybride databeheer, het onderhouden van virtuele gemeenschappen, en tekstdelving.
Omdat dat allemaal (zoals traditioneel het geval is) vrij moeilijk valt te integreren, droomt het W3C – het consortium dat zich bezig houdt met de evolutie van het wereldwijde web- van een semantisch Web. Dat wordt gedefinieerd als de voorstelling van gegevens op het web. Het semantische web moet worden gebruikt als een vergaarbak van informatie, waarbij alle gegevens in een voor mens en computer begrijpelijke en nuttig bruikbare vorm worden weergegeven. Helaas is het semantische web moeilijker te realiseren dan verwacht. Zoveel moeilijker zelfs, dat Gartner er heel zeker van is dat het nooit tot de massa zal doordringen. Tegen 2010 ziet Gartner echter wel ontologieën ontworpen worden in geavanceerde software-ontwikkelingen voor farmaceutische, overheids- en financiële organisaties.
Kapstok
De W3C zelf heeft al een paar jaar een kapstok waaraan ze het semantische web ophangt: rdf of ‘resource description framework’. Rdf is de tegenhanger van rss (really simple syndication), maar dan complexer en completer. Rss is niet toevallig de ’taal’ waarmee bloggers hun artikelen kunnen uitwisselen. Het is een soort XML-dialect voor informatie-uitwisseling waarbij de ontvanger een bestand op zijn website plaatst waarin vervolgens door de uitgever referenties naar nieuwe inhoud op diens website worden gezet. Het doet vaag denken aan de ooit zo gehypte push-technologie. Maar rss wordt wel al volop gebruikt en is volwassen geworden op relatief korte termijn. Bloggers kunnen tegenwoordig ook al commentaren leveren op elkaars artikelen zonder dat ze de oorspronkelijke informatie op hun eigen website moeten kopiëren. Dat heet dan ’talkback’ en ‘pingback’. Het semantische web mag dan niet voor de massa’s zijn, voor wie met deze technologieën werkt, gaat het allemaal al aardig in de richting van een soort hyperweb waarin alles aan alles gekoppeld kan worden – maar dan vrijwel uitsluitend in voor mensen begrijpelijke vorm.
Zo’n blogtoepassing is met enige reserve in te zetten als een inhoudsbeheersysteem of zelfs kennissysteem, omdat de talkback- en pingback-functies verdacht veel lijken op wat dure bedrijfseigen kennissystemen leveren. Gartner spreekt echter op een hoger niveau, één waar zowel mensen als computers dezelfde informatie begrijpen, en dat is nog een forse stap verder. Om die stap te zetten is meer nodig dan de beheersing van XML en rdf. Het toekomstperspectief van Gartner strekt zich uit over een periode van tien jaar, en dat is in de it een eeuwigheid. Misschien komt dat semantische web er dus toch voor ieder bedrijf, en niet alleen voor een paar industrieën.< BR>