Van de daadkracht die het kabinet graag wil uitstralen op het gebied van innovatie en technologie was weinig te merken tijdens het debat over minister De Graafs nota Andere Overheid, vorige week in de Tweede Kamer.
De Graaf was vooral in het defensief, en het leeuwendeel van zijn spreektijd ging op aan het formuleren van argumenten om initiatieven uit de Kamer, zoals het invoeren van één pasje voor iedere burger en een eenduidige infrastructuur voor de hele overheid, op de lange baan te schuiven. Hij weigerde zelfs om op de ict-aspecten van zijn nota in te gaan, en wilde eerst een "fundamentele discussie over de onderliggende analyse" van zijn stuk. Dan zou in het voorjaar wel weer een nieuwe nota volgen over de ict-component.
Pogingen van met name de VVD-fractie om De Graaf tot concrete toezeggingen te brengen verzandden in breed uitgesponnen wollige formuleringen. Dieptepunt was het afwijzen van een eenduidige overheidsinfrastructuur. Dit zou namelijk indruisen tegen alle inspanningen die de afgelopen jaren waren gedaan om te komen tot een ‘gedecentraliseerde eenheidsstaat’. Kortom, De Graaf laat hiermee bij voorbaat al weten dat gemeenten, provincies en ministeries wat hem betreft een vergaande autonomie hebben bij het aanleggen van hun ict-infrastructuur.
Dit teleurstellende gebrek aan daadkracht van de minister, die claimt eindverantwoordelijk te zijn voor de overheidsautomatisering, geeft weinig aanleiding om te verwachten dat de verkokering bij de overheid met enige pressie van bovenaf wordt doorbroken. Het is te hopen dat de Tweede Kamer voldoende ruggengraat toont om de minister tot enige actie aan te zetten.< BR>