CA-topman Sanjay Kumar onthulde in zijn openingstoespraak tijdens de laatste editie van de Networld+Interop-beurs de herpositionering van Unicenter (met ruim één miljard dollar omzet per jaar hét vlaggenschip). Om het product – beter gezegd: deze reeks modules en softwareprogramma’s – ook in het moderne it-tijdperk relevant te houden, wordt het klaargemaakt voor ‘on-demand computing’. De vraag is echter of gebruikers klaar zijn voor deze nieuwe aanpak.
|
Computer Associates heeft zich bij deze rij aangesloten. In een voordracht tijdens de Networld+Interop-beurs in Las Vegas gaf chairman en chief executive officer Sanjay Kumar aan dat Unicenter in staat zal worden gesteld verwerking op aanvraag – hij gebruikte de term ‘on-demand management’ – te beheren, maar dan wel op zo’n manier dat gebruikers hun bestaande infrastructuur kunnen blijven gebruiken. "Het gaat niet over het uitfaseren van servers, het heeft niets te maken met de laatste generatie hardware", vertelde Kumar. "Het maakt niet uit of een klant Sun-servers, een aantal IBM’s, een HP of Windows-servers in zijn omgeving heeft. Wij zullen werken met dat wat de klant heeft staan."
Uitgangspunten
De nieuwe strategie rond Unicenter is gebaseerd op vier uitgangspunten: it-afdelingen in staat stellen om geheel gebaseerd op zakelijke eisen en wensen it als dienst aan te bieden; zorgdragen voor ‘zelfbeheer’- en ‘zelfgenezing’-faciliteiten, zodat de infrastructuur een hoge beschikbaarheid krijgt; het creëren van een service-georiënteerde architectuur die het gebruiken van de infrastructuur aanzienlijk vereenvoudigt; en een flexibel licentiemodel aanbieden.
De eerste fase van de herpositionering ging gepaard met de aankondiging van een eerste reeks van zes producten. Network and Systems Management (NSM) 3.1 maakt het mogelijk om de infrastructuur te bekijken op basis van de services die worden aangeboden. Dit is bovendien mogelijk in een dynamische omgeving. Met andere woorden: veranderingen in de infrastructuur worden automatisch zichtbaar gemaakt.
Management for Webmethods 3.0. beheert de prestaties en de beschikbaarheid van Webmethods. In samenwerking met NSM is het mogelijk om dynamisch applicaties en individuele componenten in de infrastructuur te koppelen aan de bedrijfsprocessen die zij ondersteunen.
Unicenter NSM Dynamic Reconfiguration Option is het product waarmee het gebruik van middelen wordt bijgehouden; welke werkprocessen hebben meer voorzieningen nodig en welke processen kunnen met minder toe, aldus chief technology officer Yogesh Gupta. Hij spreekt in dit opzicht van een geautomatiseerde vorm van capaciteit- en middelen-monitoring. "Dit product stelt vast of een werkproces meer of minder middelen nodig heeft en zorgt op basis daarvan voor de noodzakelijke wijzigingen in de onderliggende infrastructuur."
Daarmee verzorgt het dus het zelfbeheer-gedeelte van verwerking op aanvraag. Ook speelt het een rol bij het zelfgenezing-aspect. Gupta relativeert dit punt door vast te stellen dat aan de hand van scripts getracht zal worden bijvoorbeeld een softwarematig vastgelopen printer weer aan de praat te krijgen. "Als dat niet lukt, zal een andere printer aan het werkproces worden toegewezen." Zelfgenezing kan daarbij dus ook de vorm aannemen van het toewijzen van alternatieve middelen.
Unicenter Software Delivery 4.0 biedt zelfgenezing- en ‘provisioning’-voorzieningen voor applicaties en besturingssystemen. Het let tevens op de onderliggende afhankelijkheden, zodat bij eventuele veranderingen in de infrastructuur alle benodigde programmatuur aanwezig is en blijft.
Unicenter Asset Management 4.0 houdt dynamisch het gebruik van it-voorzieningen bij, zowel hardware als software. Gupta ziet een belangrijke rol weggelegd voor deze programmatuur. "Traditioneel werkt assetmanagementsoftware in een statische omgeving. Release 4.0 is echter bedoeld voor toepassing in een dynamische en constant veranderende infrastructuur. Het biedt daarmee de basis voor het doorbelasten van het gebruik van middelen in een on-demand-omgeving."
Unicenter Serviceplus Service Desk 6.0 maakt het voor infrastructuurcomponenten en applicaties mogelijk om geautomatiseerd te communiceren met de helpdesk. Deze module voedt dus als het ware de helpdesk op basis van meldingen en storingen die applicaties en componenten zelf waarnemen en versturen.
Vol gaten
Tijdens de jaarlijkse gebruikersbijeenkomst CA World kondigde het bedrijf nog meer ‘op aanvraag’-softwareproducten aan, zowel binnen Unicenter als daarbuiten. Het gaat onder andere om: Brightstor Process Automation Manager voor het automatiseren van het opslagmanagement en het toebedelen van capaciteit op basis van zakelijke behoeften; Etrust Vulnerability Manager voor het geautomatiseerd vaststellen van zwakke plekken in de beveiliging, ook bij systemen die dynamisch aan een infrastructuur worden toegevoegd; en Unicenter NSM Option for VMware Software voor het monitoren van VMware’s virtuele machines die draaien op Linux-op-Intel-systemen.
Concurrenten wijzen erop dat het bedrijf laat is met zijn ondersteuning van verwerking op aanvraag. Volgens IBM-vice president Bob Madey zit de productlijn van CA nog vol gaten wat betreft verwerking op aanvraag en heeft dat bedrijf nog veel werk te verzetten voordat het echt een infrastructuur daarvoor kan beheren.
Gupta verklaarde tijdens CA World dat hij het eens is met iedereen die zegt dat zijn bedrijf laat is, maar dan alleen waar het de pr betreft. "Wat retoriek betreft zijn we inderdaad laat. Wie kijkt naar wat we inmiddels hebben uitgebracht, ziet dat we één van de eerste zijn met concrete producten waarmee nu al een ‘on-demand’ infrastructuur te beheren valt."
Vraagtekens
Gebruikers nemen vooralsnog een afwachtende houding aan, niet alleen ten aanzien van CA’s plannen op het terrein van verwerking op aanvraag, maar ook wat betreft deze werkwijze als geheel. Tijdens CA World bleek bijvoorbeeld dat gebruikers weliswaar met interesse luisteren naar de nieuwe Unicenter-strategie, maar moeite hebben om te doorgronden wat het bedrijf precies met ‘on-demand’ management bedoelt. Ook de technische realisatie van bepaalde geautomatiseerde voorzieningen roept de nodige vraagtekens op. Tijdens vraag-en-antwoord-sessies kwam bijvoorbeeld naar voren dat men zich weliswaar kan voorstellen hoe je geautomatiseerd middelen kunt toewijzen, maar dat er een veel minder duidelijk beeld bestaat hoe – technisch gezien – deze middelen weer zijn weg te halen wanneer de behoefte eraan vermindert.
Een ander punt bleek de ‘input’ die gebruikers zullen moeten geven. Sommigen vrezen dat ze een aantal beheerprocessen zeer nauwkeurig zullen moeten definiëren. Denk aan vragen als: ‘wanneer hebben we een nieuwe server nodig’ en ‘welke software- en hardwarevoorzieningen moeten we daarop aanbrengen’.
De vraag is of aanbieders als CA al het antwoord op dit soort kwesties hebben. Zolang die antwoorden er niet zijn, verwacht Meta Group-analist Corey Ferengul niet dat veel gebruikers in ‘op aanvraag’-oplossingen zullen investeren. "Ik ken in ieder geval nog niet één ict-afdeling die hier serieus mee aan de slag is." Hij verwacht bovendien dat softwarebedrijven voorzieningen voor ‘op aanvraag’-management voorlopig slechts stap voor stap zullen uitrollen.
Nog niet
Richard Ptak van adviesbureau Ptak & Associates denkt dat veel ‘op aanvraag’-oplossingen nog in de r&d-fase zitten. "Bedrijven zullen op dit terrein flink in onderzoek en ontwikkeling moeten investeren. Oplossingen vinden zal nog heel wat tijd kosten." Toch is Ptak redelijk optimistisch over de kansen van CA in deze markt. "Dit concern heeft zich – uit noodzaak, maar ook op basis van ervaring in de systeembeheermarkt – goed gepositioneerd om te kunnen profiteren van deze markt zodra die tot ontwikkeling komt." Hij ziet eigenlijk alleen BMC als een aanbieder van managementsoftware die een enigszins vergelijkbare positionering heeft weten te bereiken.
Ptak is vooral te spreken over het uitgangspunt dat de onderliggende infrastructuur niet aangepast hoeft te worden. "Er zal geen legertje consultants nodig zijn om ‘op aanvraag’-management te realiseren. Dat is althans beloofd. Software zou op basis van een bestaande technische infrastructuur een ‘op aanvraag’-manier van werken mogelijk maken."
John Inverso van Gartner zegt in een analyse van de nieuwe positionering van Unicenter dat CA er verstandig aan doet een formele ‘roadmap’ te publiceren, compleet met doelstellingen en data. Dat geeft gebruikers duidelijkheid. Dit is belangrijk, stelt Inverso, want er is nog veel ontwikkelwerk nodig voordat CA in staat is om het beheer en de middelen van de infrastructuur te ‘mappen’ op de bedrijfsprocessen waar zij betrekking op hebben, en om de infrastructuur als een service en voorzieningen voor zelfbeheer aan te bieden.
CA staat met Unicenter pas aan het begin van dit ingrijpende en langdurige proces, al is de Gartner-analist wel te spreken over de stappen die het concern tot nu toe heeft gezet. Unicenter is niet langer een log raamwerk, maar opgesplitst in softwareproducten die zelfstandig kunnen worden gebruikt of met elkaar te integreren zijn op basis van een reeks van componenten voor ‘standaard diensten’ als de Unicenter Java Browser of de Desktop Management Interface Browser. Door meer en meer modules van faciliteiten voor ‘op aanvraag’-management te voorzien, maakt de onderneming Unicenter klaar voor een infrastructuur die nog niet in gebruik is, maar wel op ons afkomt, aldus Inverso.
Concurrentie
Dwight Davis, analist bij Summit Vision, is het eens met Kumar dat management en beheer de sleutels tot succes voor ‘on-demand’ of ‘utility computing’ zijn. "Zoals we al vaker in rapporten hebben aangegeven zijn een op beleid gebaseerde vorm van middelen-management in combinatie met een eveneens op beleid gebaseerde aanpak van sla (service level management) van cruciaal belang voor ‘utility computing’."
Davis is vooral enthousiast over Sonar, een technologie die tijdens CA World gedemonstreerd is. Het concern heeft deze techniek in handen gekregen via de overname van Netreon. Sonar kan bedrijfsprocessen automatisch mappen op de onderliggende infrastructuur. De software bekijkt hiertoe het netwerkverkeer en kan meer dan 1700 protocollen en bestandsformaten herkennen. Het gaat hier niet zozeer om een product als wel om een technologie die aan tal van andere softwareproducten is toe te voegen.
Davis is redelijk optimistisch over de kansen van Unicenter in de ‘op aanvraag’-wereld. Naast de ervaring van de onderneming op het gebied van systeemmanagement ziet hij vooral het feit dat de concurrentie bestaat uit bedrijven die een breed productengamma voeren als een pluspunt.< BR>