Met de aanstelling van Joost Brinkman in de nieuwe functie van ’technostarter coördinator’ hoopt Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (Oost NV) jonge kennisintensieve en technische bedrijven verder te helpen. Momenteel is nog erg onduidelijk waar deze ondernemers voor hulp terechtkunnen.
In Twente leven in de schaduw van de Technische Universiteit veel initiatieven om hulp te bieden aan jonge kennisintensieve en technische bedrijven. Helaas is het een wirwar van hulpaanbod waar de gemiddelde starter slechts met moeite zijn weg in kan vinden. Vanuit de provincie worden soms subsidies verstrekt waar startende technische bedrijven aanspraak op kunnen maken. Daarnaast bestaat bij de Universiteit Twente een TOP-programma, een soort kraamkamer om zulke bedrijfjes bij te staan met kennis, ervaring en geld. De Technologiekring Twente, waarin ongeveer 120 gevestigde technische bedrijven zich hebben verenigd, is een andere bron voor hulp. Ook de Industriële Kring Twente, waarin grote concerns als Bolletje en Ten Cate zich hebben georganiseerd, hebben hun eigen programma om jonge technische starters te ondersteunen. Bovendien zijn er allerlei landelijke initiatieven. "Er is veel hulpaanbod en er zijn veel vragen van jonge ondernemingen, maar vraag en aanbod komen niet bij elkaar. Dat geldt niet alleen voor Twente, maar voor heel Nederland", aldus technostarter coördinator Joost Brinkman.
Eén ingang
Oost NV, één van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen in Nederland, probeert daar in opdracht van de provincie Overijssel nu helderheid in te brengen met de aanstelling van de technostarter coördinator. Wanneer dit werkelijk zal leiden tot een eenduidig hulpaanbod blijft onzeker. Oost NV mag van het ministerie van Economische Zaken namelijk geen eigen middelen inzetten om bedrijven rechtstreeks te helpen. De ontwikkelingsmaatschappij mag alleen maar coördineren en proberen om de verschillende bestaande initiatieven op elkaar af te stemmen. Hierdoor zal het aanbod altijd gesegmenteerd blijven. De ‘één loket’-gedachte waar de overheid de laatste jaren zo mee schermt blijft daardoor in de lucht hangen.
Ultrabreedband Utellus (http://www.utellus.nl) is begin 2003 opgericht door twee ex-werknemers van de inmiddels gesloten vestiging van Ericsson in Enschede. De twee techneuten haalden er twee commerciële jongens bij, waarna Utellus was geboren. De oprichters hielden zich bij Ericsson onder meer bezig met dect en Bluetooth. Met die kennis hebben ze zich gericht op het ontwikkelen van een nieuwe communicatiestandaard voor ultrabreedband. Mede geïnspireerd door een artikel daarover in Computable besloten ze dat dit kansen moest bieden voor de ontwikkeling van softwaremodules die boven op ultrabreedband chipsets draaien. Er is nog geen omzet, maar die wordt in de loop van dit jaar wel verwacht. "We hebben al contacten met chipsetleveranciers", zegt oprichter Fred Dijkstra. "Het blijkt dat daar nog braakliggend terrein is, aan de ene kant de hardware en aan de andere kant de netwerktechnologie die nodig is om het in te zetten in een ad hoc draadloos netwerk." Utellus ontwikkelt dus softwaremodules, maar zoekt nu eerst projecten waar het in samenwerking met hardwarepartners prototypes kan neerzetten. Dijkstra: "Denk aan petrochemische installaties. We doen momenteel een project waarbij je mensen op zo’n terrein kunt lokaliseren. Het is bestemd voor een omgeving waar conventionele radio problemen geeft, doordat er weinig storingen mogen zijn in zo’n omgeving, of doordat er veel metalen objecten zijn, wat radiocommunicatie bemoeilijkt. Daarvoor is ultrabreedband superieur." |
De overheid heeft bepaald dat technostarters in Nederland de bedrijven zijn met de meeste potentie voor aandrijving van de economie. Als daar een product uit voortkomt, kan veel werkgelegenheid ontstaan. Het is dus een groep bedrijven die belangrijk is voor de Nederlandse economie. Toch is er vanuit Den Haag sinds een paar jaar weinig geld meer beschikbaar om die ondernemers direct te helpen en binnen de provincies wordt er alleen gezorgd voor coördinatie, zoals nu via Oost NV gebeurt.
"Wij moeten proberen om via ons netwerk handen en voeten te creëren met alle partijen die er al zijn", zegt Brinkman. "Ik had het graag anders gezien. Als we die ondernemers direct zouden kunnen helpen, dan heel graag. Economische Zaken heeft echter aangegeven dat dit niet kan. Er zijn al allerlei kleine handjes en voetjes en daar moeten we grote handen en voeten van maken zodat er wel één ingang komt, maar niet op één fysieke plek. Ik zie dat meer virtueel."
Directe hulp
Opvallend is dat Oost NV geen directe hulp biedt aan jonge technische ondernemers om daarmee de aanwas van nieuwe werkgelegenheid te stimuleren, terwijl die hulp wel gegeven wordt wanneer verlies van werkgelegenheid in het geding is. Zo is begin 2003 met de directe hulp van Oost NV het bedrijf Utellus (zie kader ‘Ultrabreedband’) opgericht. Werknemers van Ericsson in Enschede dreigden werkloos te raken toen de vestiging eind 2002 ging sluiten. Ericsson en Oost NV hebben zich toen gezamenlijk ingezet om werkgelegenheid in de regio te behouden, onder meer door werknemers te stimuleren een eigen bedrijf te beginnen.
Twee ex-werknemers van Ericsson, twee techneuten, startten vervolgens Utellus. "Wij hebben veel baat gehad bij de hulp van een product manager bij Ericsson, in combinatie met iemand van Oost NV, die ons verhaal hebben aangehoord en kritische vragen hebben gesteld", zegt Fred Dijkstra, één van de oprichters. "Op die manier hebben we de ‘business case’ scherp gekregen. Oost NV heeft zich ook sterk gemaakt voor een subsidie die de provincie ons heeft gegeven. Dat was een potje van in totaal zeventigduizend euro waaruit acht initiatieven mochten putten. Wij hebben dus één achtste deel gekregen, als extraatje, het was een opstapje."
Utellus had ook contacten bij de Universiteit Twente en heeft daar een TOP-plaats gekregen in de kraamkamer van de universiteit. Het bedrijf kreeg bij uitzondering dus gemakkelijk alle hulp die beschikbaar is, ook van Oost NV. "Je moet er wel zelf achteraan gaan", zegt Dijkstra. "Maar voor ons was het geen probleem. Wij hadden het voordeel dat we bij Ericsson vandaan kwamen. Ik kan me voorstellen dat het voor anderen veel moeilijker is. Je gaat naar de Kamer van Koophandel om je bedrijfje in te schrijven, en dan? Dan is het maar de vraag hoe groot je netwerk is en waar je vandaan komt; dat bepaalt of het goed gaat."
Ingestort
Virtu Secure Webservices (zie kader ‘Hosting’) is een ander voorbeeld van een jong technisch bedrijf dat wel concrete ondersteuning heeft gekregen vanuit Oost NV, maar ook hier waren andere motieven in het spel. In dit geval was het motief de ontwikkeling van breedband in de regio. Twente wilde dat er, net als in Amsterdam, een ‘internetexchange’ zou worden opgezet, waarin isp’s (internet service provider) onderling internetbandbreedte kunnen verhandelen. Hierdoor zou de prijs van bandbreedte moeten dalen, wat inmiddels ook is gelukt.
Het in 2000 opgerichte bedrijf Virtu kon als hostingaanbieder het project faciliteren, maar had in 2001 hulp nodig, onder andere om te reorganiseren. "Virtu heeft een reorganisatie doorgevoerd met hulp van Oost NV, van een collega van mij", vertelt technostarter coördinator Brinkman. "Daar zat echter een regionaal ontwikkelbelang bij omdat men hier in de regio een internetexchange wilde hebben. Van daaruit zijn wij erbij betrokken geweest. Dat gaat dus om regio-ontwikkeling. Dat daar bedrijven bij betrokken zijn, is vanzelfsprekend. Echte adviezen geven aan bedrijven, dat doen we weinig. Dat is onze rol niet, wij zijn geen adviseurs."
Virtu was blij met de hulp vanuit Oost NV. Met behulp van deze steun in de rug lukte het de technostarter om het hoofd boven water te houden. Remco van Mook, directeur/eigenaar van Virtu Secure Webservices: "In 2001 hebben we alle hulp gehad die we konden krijgen en dat was ook hard nodig. In dat jaar is eigenlijk de hele ‘nieuwe economie’ markt, zeker op telecomgebied, catastrofaal ingestort. Alle leads en afspraken die we hadden staan en die we hadden opgebouwd gedurende het jaar 2000 gingen eigenlijk allemaal kapot en dat ging echt om deals met waarden van vele miljoenen. Die verdwenen één voor één allemaal de prullenbak in. Toen hadden we een probleem."
Hosting Virtu Secure Webservices (http://www.virtu.nl) is in 1999 opgericht door vijf studenten van de Universiteit Twente. Begonnen in een hok, waarbij geklust werd wat er te klussen viel, is het bedrijf nu uitgegroeid tot een volwaardige hostingaanbieder. In het voormalige distributiegebouw van De Nederlandsche Bank in Enschede heeft Virtu een professioneel uitgeruste en beveiligde serverruimte met alle bijbehorende toeters en bellen, zoals dubbele stroomvoorzieningen en dubbele airco’s. Virtu heeft veel regionale isp’s, asp’s en webhosters als klant. Na de reorganisatie in 2001 is de firma inmiddels winstgevend. Ze wil verder groeien met zo weinig mogelijk mensen. Van Mook: "Er hoeft niet veel personeel rond te lopen voor wat wij doen. Pas op het moment dat je de applicatiehoek induikt krijg je te maken met extra personeelskosten, maar ook met extra risico. Dat is een reden voor ons om uit die hoek weg te blijven." |
Snel dealtje
Technostarters kunnen veel op eigen kracht, per slot van rekening is dat een kenmerk van een zelfstandige en een vereiste voor goed ondernemerschap. Bij jonge kennisintensieve bedrijven kan het idee evenwel subliem zijn terwijl het aan verkoopervaring of marketingkennis ontbreekt, waardoor het maar niet van de grond wil komen. De behoefte aan ondersteuning is volgens Oost NV waarschijnlijk groot, maar echte vragen, klachten, of meldingen van problemen zijn er (nog) niet. Coördinator Brinkman: "Als mensen niet weten waar ze het moeten deponeren, komen de meldingen ook niet binnen."
Ook Virtu had in het begin wegens gebrek aan kennis en ervaring te maken met onzekerheden. Enige hulp van buitenaf zou ook toen al goed van pas zijn gekomen. Van Mook: "In het begin sta je met vijf jongens van een jaar of 25 voor een club zoals ABN Amro Participatie, met een bedrijfsplan waarin je even vraagt om een paar miljoen euro. Dat vereist enige inkleding vooraf voordat je überhaupt een gesprek krijgt en er vervolgens ook levend uitkomt. Het was best een lastig proces waar we doorheen moesten."
"Op een gegeven moment stonden we ook in een soort van publicatie waar durfkapitalisten op kunnen reageren, privé-investeerders, ‘bussinessangels’, dat soort figuren. Dan gaat op een gegeven moment je mobiele telefoon af en is er iemand die eigenlijk al naar je onderweg is om even te komen babbelen. Vervolgens verschijnt er zo’n glimmende Ferrari voor de deur, die man praat een half uur met je en als je dan niet binnen acht uur reageert, zegt hij: ‘laat maar zitten’. Achteraf denk je: blij dat we dat niet gedaan hebben, want er bleken veel addertjes onder het gras te zitten. Het was gewoon iemand die snel een dealtje wilde hebben en in ieder geval niet in ons voordeel."
Doodslaan
Het nog veel jongere bedrijf Utellus heeft bij de start weliswaar hulp gehad van onder meer Oost NV, maar zou nu nog wel wat extra hulp kunnen gebruiken. Dijkstra: "Eigenlijk komt het vooral neer op geld. Wij zitten al wel in een subsidieproject, in Smart Surroundings, dat wordt getrokken door de Universiteit. Maar er is veel versnippering in die subsidies. We zouden daar op zich wel één punt voor willen hebben. Het zou mooi zijn als Oost NV bijvoorbeeld met een project zou komen waarin wij kunnen meedoen; een soort matchmaking."
De nieuwbakken technostarter coördinator is in ieder geval van plan helderheid te verschaffen in het doolhof van hulpaanbod. "Dat zie ik als mijn taak", zegt Brinkman. "Maar als je dat met kracht gaat doen, dat je het rigoureus gaat omvormen tot een model dat werkt, dan haal je ook het initiatief uit alle kleine initiatieven weg. Het enthousiasme haal je er dan uit. Dan sla je de boel misschien dood en mis je dus wat. Dat wil ik niet." Zal deze poldermodel-benadering de nodige duidelijkheid verschaffen in het hulpaanbod voor technostarters?< BR>
Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland:
http://www.oostnv.nl