Elk informatiesysteem dat we bouwen is een stuk gereedschap. Zoals een lasapparaat een stuk gereedschap is voor lassers om twee stukken metaal met elkaar te verbinden en een stethoscoop dat is voor dokteren om naar interne geluiden van patiënten te luisteren, zo is een informatiesysteem ook een stuk gereedschap voor gebruikers om een administratieve handeling te verrichten..
De meeste gereedschappen zijn uitgevonden om de productiviteit te verhogen, zoals een elektrische boormachine. Als een timmerman geen elektrische boor tot zijn beschikking heeft, kan hij nog steeds gaatjes maken met een handboor, maar zijn productiviteit zou aanzienlijk lager zijn. Ook voor informatiesystemen geldt dat ze voornamelijk ontworpen zijn om de productiviteit van gebruikers te verhogen. Ook een informatiesysteem is een stuk gereedschap.
Bij de ontwikkeling van de meeste gereedschappen wordt er veel studie verricht naar de gewenste functionaliteit en de vorm waarin die functionaliteit ter beschikking komt. Vele industriële vormgevers buigen zich over een product voordat het in de winkel ligt.
Maar doen we dat ook in de informatica? Besteden wij ook veel aan wat wij noemen de user interface van een informatiesysteem? Ik betwijfel het. Ik zie nog veel systemen die een abominabele interface hebben. Gebruikers moeten soms drie of vier schermen doorlopen om een bepaald veld te kunnen invullen, de lay-out is lelijk en inconsistent en de intuïtiviteit is ver te zoeken.
Een van die redenen is dat bij veel administratieve applicaties de gebruikersinterface afgeleid wordt van de databasestructuur. Dit leidt bijna altijd tot slechte interfaces. Een databasestructuur heeft een bepaalde vorm die ideaal is voor de opslag van gegevens, maar dat impliceert niet dat dit ook de gewenste vorm voor de interface is. Meestal niet.
Laten we eerlijk zijn, bij de bouw van vele systemen wordt er bijna geen seconde nagedacht over wat nu de beste manier zou zijn om een bepaalde gebruiker te ondersteunen. Er wordt gekeken naar welke gegevens deze persoon moet registeren. Er wordt opgelet of alle invoervelden recht onder elkaar staan. Maar het belangrijkste, het bestuderen van de werkzaamheden van de gebruiker, worden niet bestudeerd. Analyse van de gebruikersinterface nemen we nog steeds niet serieus. Een slechte interface betekent dat gebruikers niet die productiviteitsverhoging ervaren die misschien mogelijk zou zijn.
De laatste jaren zijn we weer intensief bezig met het bedenken van methoden en technieken, zoals Dsdm en extreme programming. Maar het frappante is dat bij al deze nieuwe methodieken niets gezegd wordt over de gebruikersinterface. Ook bij deze moderne methodieken richten we ons weer op de techniek, datgene wat onder de motorkap zit.
Stap ook maar eens in een boekenzaak met een uitgebreide verzameling automatiseringsboeken. Tel hoeveel boeken er over het ontwerp gebruikers-interfaces gaat. De meeste boeken gaan over technologie, een klein deel behandelt methoden en technieken en als je geluk hebt, vind je twee boeken over hoe je de interface dient te ontwerpen.
Met de komst van de Windows-interfaces begin jaren negentig zijn veel bestaande terminalgeoriënteerde en character-based applicaties voor veel geld opnieuw gebouwd om een mooiere interface te krijgen. Bij het gros zie je nog steeds de oude interface terug. Is die enorme investering het dan wel waard geweest? Een deel van die verbouwingskosten moet gecompenseerd worden door een productiviteitsverbetering bij de werkzaamheden van de gebruikers. Als we de oude interface bijna één op één kopiëren, dan zal beoogde de winst ver te zoeken zijn.
Het wordt echt tijd dat we meer tijd gaan besteden aan het ontwerpen van gebruikersinterfaces. Hierbij dienen we de dagelijkse werkzaamheden van de gebruikers te bestuderen. Welke activiteiten voert hij uit en in welke bedrijfsprocessen doet hij mee? We moeten nadenken over welke interface het meest geschikt is en daarbij of het de productiviteit werkelijk verbetert.
Het is zelfs nuttig om twee of drie verschillende interfaces te bedenken en daar een vergelijkende test mee uit te voeren. De it-ergonoom zou een grotere rol in automatiseringsprojecten moeten gaan spelen. Een informatiesysteem hoort niet uitgebracht te worden zonder dat deze specialist zich er mee bemoeid heeft. Maar doe dit niet aan het begin van het project en niet aan het einde. Dat scheelt veel renovatie.< BR>
Rick F. van der Lans is onafhankelijk adviseur, een internationaal bekend spreker en auteur van diverse boeken, tevens gespecialiseerd in softwareontwikkeling, datawarehousing en internet.