Marc Andreessen maakte van internet een massamedium. Is hij een ‘one hit wonder’ of zal het boegbeeld van de internetrevolutie zich nog eens bewijzen als een echte ondernemer?
Peetvaders van de IT Er lijkt een heuse wisseling van de wacht op gang te komen in de ict. Het zijn vaak de oprichters van smaakmakende bedrijven die langzaam maar zeker een stapje terug doen. Ze dragen met recht en eer de geuzennaam peetvaders van de it. Computable schildert de portretten van deze generatie it-avonturiers. Alle afleveringen: |
Andreessens carrière als peetvader van de internetgeneratie begint in de sombere catacomben van het National Center for Supercomputing Applications (Ncsa) van de University of Illinois. Het is eind 1992, Bill Clinton is net gekozen tot president van de VS, wanneer medestudent Eric Bina voorstelt samen een webbrowser te ontwikkelen. Bina is zo’n maniak die sneller code schrijft dan god kan lezen. In zes weken onafgebroken ‘hacken’ rijgen beide studenten zesduizend coderegels aan elkaar die samen de Mosaic-webbrowser vormen.
Experimentele speeltuin
Internet is in de herfst van 1992 nog een experimentele speeltuin voor academici met toegang tot dure computers. Er zijn verschillende gratis browsers in omloop waarmee je over het wereldwijde web kunt navigeren. Om met die gebruiksonvriendelijke browsers uit de voeten te kunnen moet je, in de woorden van Andreessen, een ‘Unix-hacker’ zijn. Met Mosaic kan plotseling iedere ongeletterde pummel zich een weg klikken langs duizenden webpagina’s met tekst en beeld. In het voorjaar van 1993 downloaden tienduizenden mensen Mosaic om het wereldwijde web te doorkruisen.
Van de ontstaansgeschiedenis zijn net zoveel versies in omloop als van de moord op Kennedy. Sommige geschiedschrijvers menen dat Andreessen wel erg veel eer opeist. Het is zeker dat hij de meest assertieve en charismatische persoonlijkheid is van het groepje studenten dat in de catacomben van het Ncsa Mosaic verder ontwikkelt. Andreessen heeft een visie. "Ik wilde alle beschikbare middelen op internet met één klik toegankelijk maken", zegt hij later – en dat lukt.
Wanneer Andreessen in december 1993 afstudeert, vertrekt hij met grootse maar vage plannen richting Californië. Nog in dezelfde maand leest hij een lijvig artikel in de New York Times waarin technologiejournalist John Markoff het web en Mosaic voor het eerst onder de aandacht brengt van een groot publiek. Hij schrijft de profetische woorden dat Mosaic misschien wel "uit het niets een geheel nieuwe bedrijfstak kan laten ontstaan". Andreessen zoekt in het stuk tevergeefs naar zijn eigen naam.
Verveling
Andreessen wordt geboren in 1972 in New Lisbon, Wisconsin. Vader Lowell is vertegenwoordiger in zaaigoed en moeder Pat werkt voor de klantenservice van een postorderbedrijf. Zoon Marc ontwikkelt later een wat zwartgallige visie op het platteland van Wisconsin. "Het was een omgeving waar boeren die bezig waren hun bedrijf op te doeken zaden verkochten aan andere boeren die bezig waren op de fles te gaan." Hij voelt al op jonge leeftijd dat zijn toekomst niet in New Lisbon zal liggen.
In 1983, het jaar waarin internet start en de Engelse zanger Boy George de hitlijsten terroriseert, leert hij programmeren in Basic met een boek dat hij opduikt in de lokale bibliotheek. Hij schrijft op de computer van de middelbare school een programma waarmee hij zijn wiskundehuiswerk kan doen. Het programma wordt helaas gewist wanneer de conciërge per ongeluk de elektriciteit uitschakelt. Pas een jaar later krijgt hij van zijn ouders zijn eerste eigen computer. Met zijn Commodore 64 begint hij computerspelletjes te schrijven. Een passie is geboren.
Het programmeren wordt voor de doorgeschoten, intelligente en zwijgzame teenager een manier om zichzelf uit te drukken. "Programmeren is een manier om creatief te zijn en ideeën om te zetten in iets dat tastbaar is", zegt hij later. Omdat de hij geen interesse heeft in sport, zo’n beetje het belangrijkste vertier in New Lisbon, is het dollen met de computer ook een manier om op lange avonden de verveling van het platteland te verdrijven.
Netscape
Na de middelbare school vertrekt Andreessen naar de University of Illinois, waar hij aanvankelijk niet programmeert, maar zich werpt op de studie ‘electrical enigineering’, omdat hij denkt daarmee meer te kunnen verdienen. Naar eigen zeggen komt hij toch bij computerwetenschappen terecht omdat "je daar het minst hard hoefde te werken". Hij krijgt een programmeerbaantje voor zeven dollar per uur bij het Ncsa. Daar ontmoet hij Bina en de rest van de groep die Mosaic zal lanceren.
De eerste keer dat Jim Clarke Mosaic gebruikt, doet hij dat om het mailadres van Andreessen op te zoeken. Clarke is in 1994 reeds een door de wol geverfde Silicon Valley-veteraan. Hij heeft als een soort vaderfiguur de leiding gehad over een groepje studenten van Stanford die samen Silicon Graphics van de grond hebben gekregen. Clarke herkent een groot talent in Andreessen en wil graag zijn ervaring met Silicon Graphics nog eens dunnetjes overdoen.
Wanneer het klikt tussen de gehaaide miljonair en de jonge hacker reizen ze samen naar Illinois om de complete groep die gewerkt heeft aan Mosaic weer bijeen te brengen. Omdat de browser eigendom is van de universiteit besluit het gezelschap van nul af aan een nieuwe browser te maken. Met de connecties en het geld (drie miljoen dollar) van Clarke en het enthousiasme van de studenten wordt een bedrijf gelanceerd dat de naam Mosaic Communications krijgt. Na een conflict met de universiteit wordt de naam veranderd in Netscape Communications. De rechten op de Mosaic-browser worden in augustus 1994 door het Ncsa verkocht aan de firma Spyglass.
Huisgoeroe
‘De rest is geschiedenis’, zegt men dan. Netscape lanceert Navigator, een browser die binnen de kortste keren Mosaic uit de markt werkt. Navigator heeft achttien maanden na zijn lancering niet minder dan 65 miljoen gebruikers die Netscape en internet bijna als synoniemen beschouwen. Netscape Communications groeit als een kool. Andreessen en Clark halen met Jim Barksdale een doorgewinterde ceo in huis die moet verzinnen hoe het succes te vertalen valt in klinkende munt.
Andreessen, die sinds de oprichting van Netscape geen regel code meer schrijft, wordt de huisgoeroe van de firma. Hij is tevens de evangelist die via kranten en televisie de bedrijfsboodschap mag uitdragen. Netscape schrijft geschiedenis bij de beursgang op 9 augustus 1995 wanneer het bedrijf, dat nog nooit een cent winst heeft gemaakt, plotseling een marktwaarde blijkt te hebben van honderden miljoenen dollars. Andreessen is in één klap multimiljonair en wordt door de media gelanceerd als de nieuwe Bill Gates.
Marc Andreessen
|
Tegenwind
Ondanks de bemoeienissen van advocaten, rechters en politici en de sympathie van de ‘digerati’ voor Andreessen verliest Netscape uiteindelijk de browseroorlog met een knock-out. De val van de onderneming is bijna net zo duizelingwekkend als de opkomst wanneer ze er niet in slaagt een technologische doorbraak om te zetten in een winstgevend bedrijfsmodel. Andreessen krijgt pas een actieve rol als manager wanneer de oorlog al zo goed als afgelopen is. Het begin van een tergend langzame doodstrijd komt wanneer Netscape, het symbool van alles wat cool is aan internet, in november 1998 voor 4,2 miljard dollar wordt overgenomen door AOL, de moeder van alle digitale truttigheid. Eind 1999 is Andreessen 27 jaar oud, steenrijk en wereldberoemd, en dreigt hij ver van zijn geliefde Silicon Valley weg te kwijnen in een onduidelijke cto-functie (chief technology officer) bij AOL. Hij wil zich nog steeds bewijzen als ondernemer en verlangt naar de opwinding van een nieuwe starter. Daarom lanceert hij met een aantal Netscape-veteranen Loudcloud, een asp (application service provider) die zich specialiseert in webhosting en het runnen van datacentra voor zijn klanten. Loudcloud levert in de ‘webspeak’ van Andreessen "softwarekracht voor high-volume weboperaties". De hoeksteen van het bedrijf is Opsware, software waarmee het beheer van datacentra volledig te monitoren en te automatiseren is.
Loudcloud heeft zo’n beetje alle wind tegen omdat het tegelijk start met de implosie van de dotcom-economie. Het verhuren van websites aan dotcoms is in de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw net zo winstgevend als het uitbaten van een condoomautomaat in een klooster. Na de tamelijke succesvolle beursgang in 2001 moet Andreessen met lede ogen toezien hoe de waarde van Loudcloud met 70 procent terugloopt naar twee dollar per aandeel. De klanten gaan in rapper tempo op de fles dan de concurrenten en in juni 2002 verkoopt het bedrijf zijn webhosting-activiteiten aan EDS.
Op zijn kop
Na de deal met EDS gaat Andreessens bedrijf verder als Opsware, een organisatie die de gelijknamige software voor automatisering van grote computernetwerken aan de man brengt. Net als bij Netscape heeft Andreessen ook bij Opsware een man naast zich die in feite het bedrijf runt. Bij Netscape was dat de ceo Barksdale. Bij Opsware moeten zijn creatieve uitbarstingen door Netscape-veteraan Horrowitz vertaald worden in degelijke zakelijke beslissingen. "Marc opereert op intergalactisch niveau", zegt Horrowitz zonder blikken of blozen; "hij heeft een vertaler nodig."
Uiteraard verkondigt Andreessen, die nog steeds een groot bewonderaar is van Jacky Chan-films, aan ieder die het wil horen dat zijn nietige bedrijfje, dat nog nooit een cent winst heeft gemaakt, de automatisering zoals wij die kennen op zijn kop zal zetten. Hij wil immers dolgraag bewijzen dat hij geen ‘one hit wonder’ is dat min of meer toevallig op de juiste plaats was toen internet zich aandiende en bij wijze van spreken om een goede browser schreeuwde. Eerlijk gezegd is de kans groot dat de jongeman uit New Lisbon altijd de ‘browserboy’ zal blijven.< BR>