IPv6 belichaamt het kip-en-ei-probleem: er is geen vraag, dus geen IPv6-aanbod, dus geen vraag enzovoort. De officiële start van wereldwijde IPv6-diensten tussen vooraanstaande onderzoeksnetwerken moet nu zorgen voor de definitieve ‘kickstart’.
Tijdens het bijhorende IPv6-event in Brussel werd uitdrukkelijk verwezen naar de rol van onderzoeksnetwerken bij de ontwikkeling en doorbraak van het oorspronkelijke internet. Momenteel wordt een IPv6-interconnectieservice geboden tussen onderzoeksnetwerken als Internet2 (VS), Canarie (Canada), NII (Japan), MIC (Zuid-Korea), Cernet (China), Clara (Zuid-Amerika) en Freenet (Russische federatie). Géant vormt het Europese luik in dit netwerk. Het groepeert nationaal onderzoek en educatieve netwerken (nren’s) als Surfnet (Nederland) en Belnet (België). Ook binnen deze nren’s wordt het gebruik van IPv6 sterk aangemoedigd, waarbij het Verre Oosten zich een echte uitblinker toont. De Europese Commissie laat zich evenmin onbetuigd door naast twee IPv6-testplatformen (Euro6ix en 6NET) en Géant ook mee te werken aan initiatieven in de Balkan (Seeren), het Middellandse Zee-bekken (Eumedconnect, inclusief Noord-Afrika), Zuid-Afrika en Latijns-Amerika.
Leergeld
Is er inmiddels echt behoefte aan IPv6? Technisch is IPv6 al jaren beschikbaar; alleen de commerciële noodzaak om een doorbraak te forceren ontbrak. Zeker is dat het tekort aan internet-adresruimte in het Verre Oosten en gebieden waar internet nieuw is steeds nijpender wordt. Ook zijn met IPv6 opnieuw echte ‘end-to-end’ services (zoals telefonie) aan te bieden, wat moeilijk is met IPv4 en NAT. Dan hebben we het nog niet eens over de betere beveiligingsvoorzieningen en dergelijke.
Proefprojecten en uitgebreide testen van de afgelopen jaren zijn wel broodnodig gebleken om operationele- en beheeraspecten uit te werken. Ook het opzetten en efficiënt aanwenden van nieuwe mogelijkheden als ‘multicast’, het optimaal opbouwen van interconnecties enzovoort eisten leergeld. De rol van de onderzoeksnetwerken was hierbij cruciaal, ook tegenover commerciële partners, dankzij trainingsactiviteiten en overdracht van expertise. Verder droeg de academische wereld fors bij tot het standaardiseringproces, waar vooral de producenten van producten voor connectiviteit de vruchten van plukten. Niet dat IPv6 geen problemen gaf in de onderzoeksnetwerken, want ook daar wordt de doorbraak nog geremd door de hoge investeringen en dringendere prioriteiten.
De afgelopen jaren onderwierpen ook de commerciële carriers IPv6 aan uitgebreide tests, maar het ontbreken van (killer)applicaties maakten IPv6-diensten economisch niet levensvatbaar. Dat probleem is speelt nog steeds, maar het IPv6-event in Brussel bood toch al een vooruitblik op mogelijke toepassingen en services. Vooral de mogelijkheden van videotransmissie kwamen aan bod. Verder was er onder andere een auto (een Renault-prototype) met een intern draadloos IPv4/IPv6-netwerk en een connectie naar de buitenwereld over gprs of wifi.< BR>
Guy Kindermans, Data News