Ik ben het ermee eens dat louter juridische maatregelen geen oplossing bieden tegen spam. Dit stelt Rob Venstra naar aanleiding van ‘Richtlijn stopt spam niet’ (Computable, 5 december 2003, pagina 9).
Niettemin is het wel noodzakelijk dit verschijnsel in de criminele sfeer te trekken voordat dit wereldwijde communicatiemiddel wordt ‘ontdekt’ voor propaganda voor terrorisme en dergelijke. Immers, wie de communicatie heeft, heeft de opinie, wat Goebbels al wist en Berlusconi dus ook.
Het is zelfs maar goed dat de gemiddelde spammer niet al te intelligent is en zijn boodschappen niet beter verpakt met omschrijvingen als: ‘het stimuleren van de lustgevoelens’ of ‘het bijdragen aan de welvaart van de ontvanger’, want met een dergelijke benadering kan je alle anti-spamscanners wel weggooien!
Het zal dan ook niet lang duren tot dit besef doordringt, zoals dit al wordt begrepen door de legale e-marketeers. We zullen nooit bevrijd worden van de reclamemaatschappij en dit zal hoe dan ook doordringen in de elektronische communicatie. Uw artikel maakt slechts melding van de wens tot het beboeten van spam, terwijl één van de reëelste en slachtvaardigste oplossingen ligt in het laten betalen voor mailreclame. Het is immers het ontbreken van de ‘postzegel’ die spammen zo aantrekkelijk maakt.
Als op termijn de isp’s hun verantwoording nemen en de als zodanig herkenbare spam uitfilteren, blijft alleen het onderscheid over tussen gewenste en onbekende/ongewenste mail. Deze benadering vindt men terug in de nieuwere producten voor ‘ongewenste mail’, die niet meer naar inhoud kijken, maar de echte afzender beoordelen op betrouwbaarheid. Er komt als het ware weer een secretaresse terug die de post keurig uitsorteert, of degenen doorlaat die bekend zijn (heeft u een afspraak?), en tegenhoudt en rapporteert over al het overige! Dat is de nabije toekomst.< BR>
Rob Venstra, e-Com-On