Versatel gaat alle datacommunicatie leveren voor Justitienet2, een landelijk datanetwerk voor het ministerie van Justitie. Met een vierjarig contract moet Versatel als hoofdaannemer ruim zevenhonderd locaties van dit departement koppelen tot een Virtual Private Network, inclusief voice over ip en videoconferentie. Met 44 duizend werkplekken is dat een forse klus. Het contract vertegenwoordigt een totaalwaarde van 12 miljoen euro, aldus de persberichten. Volgens ingewijden bij Justitie gaat het om het dubbele.
Winkelnering Staatsbedrijven als ITO bieden in zekere zin valse concurrentie. Boven een bepaald bedrag is er een wettelijke plicht om Europees aan te besteden. Maar niets verbiedt de overheid om ict-opdrachten direct te gunnen aan een staatsbedrijf. Als overheidsdiensten hun ict bij het ITO-agentschap inkopen of daar uitbesteden, is geen afdracht van BTW verplicht. Dat scheelt 19 procent op de aanneemsom. Dat stimuleert gedwongen winkelnering. Tevens wordt een tikje klantenbinding afgedwongen onder het motto dat alle overheidsdiensten onderling moeten kunnen communiceren, en dat daarvoor één semi-staatsbedrijf de beste oplossing is. Bij de aanbieder leidt dat tot een zelfgenoegzame houding van "ze kunnen toch niet weg", hetgeen innovatie in de weg staat. Er is sprake van een vrij bizarre tegenstelling, waarbij voor vergaande eerlijkheid, transparantie en vrije concurrentie elk ict-project boven een bepaald bedrag Europees aanbesteed moet worden. Tegelijk kunnen zeer grote overheidssectoren alle ict uitbesteden aan semi-staatsbedrijven zoals ITO, waardoor de concurrentie feitelijk buiten spel staat. Dat remt niet alleen concurrentie, dat remt ook innovatie en kwaliteitsdenken. Het wordt tijd dat de politiek over zo’n middeleeuwse bevoordeling een uitspraak doet. |
ITO noemt zich op de eigen website "dé ict-dienstverlener voor Politie, Justitie en Veiligheid", maar wat de afkorting betekent, legt men niet uit. ITO staat voor "Informatie en Communicatie Technologie Organisatie " en valt onder het directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken. ITO is in 1998 ontstaan door een samenvoeging van de ict-afdeling van het Korps Landelijke Politiediensten (Klpd) en diverse automatiseerders van regionale politiekorpsen. Anno 2004 levert ITO een veelheid van ict-diensten aan een enorme sector, waaronder politie, brandweer, ambulancezorg, marechaussee, ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie, inclusief reclassering, gevangenissen, rechtbanken en de asielzoekersbranche.
Enorme sector
Officieel komt de keuze voor Versatel voort uit een ‘uitgebreid Europees aanbestedingstraject’. Dat is echter niet het hele verhaal. Bij de keuze voor Versatel ging Justitie niet over één nacht ijs. Voor Justitienet2 vond een uitgebreid selectietraject plaats, waarbij uiteindelijk overbleven: Atos Origin, Priority Telecom, Logica CMG, KPN, Enertel/Fijutsu, Getronics, Siemens en Versatel.
Alle datacommunicatie voor Justitie gaat nu over naar Versatel. Volgens Europese aanbestedingsregels mag een contract slechts drie jaar omvatten. Omdat het een groot en complex traject is, is één jaar voor migratie toegevoegd. Versatel gaat alle datacommunicatie verzorgen voor 44 duizend werkplekken op ruim zevenhonderd locaties. Het gaat om alle overheidsgebouwen van Justitie, plus alle rechtbanken en gerechtshoven. Daarbij komt de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), een van de grootste onderdelen van Justitie. Daaronder valt ook de Stichting Reclassering Nederland en het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA), een enorme organisatie. Ruim éénderde van de contractwaarde gaat op aan het COA, dat ook twee grote rekencentra heeft.
Justitienet2 wordt een gesloten virtual private network, mogelijk bestaande uit meerdere vpn’s. Het netwerk gaat nu de technische ontwerpfase in. Met het contract bij Versatel is ook encryptie gekocht. Alle datacommunicatie is dus afgescheiden van de buitenwereld en wordt tevens versleuteld. Het huidige Justitienet biedt uitsluitend encryptie voor zo’n 350 locaties. Het gaat bij het nieuwe contract specifiek om datatransport, inclusief infrastructuur, implementatie, testfase en ondersteuning. Wat betreft telefonie is zo’n drie jaar eerder een contract gesloten met Versatel/Orange, namens de hele overheid, het bekende OT-2000-project.
Eigenwijze wegloper
Justitie was al sinds 1997 klant van ITO. Bij topambtenaren van Justitie groeide de onvrede: de hoge prijs van ITO was niet in balans met de magere kwaliteit van dienstverlening. Geleidelijk groeide het besef dat ict in andere sectoren wat betreft kwaliteit en service op een hoger peil stond. Verlenging van het contract – dat afliep af per 15 december 2003 – wilde men uitsluitend bij hogere kwaliteit en ’tegen marktconforme tarieven’. Het vertrouwen in ITO nam allengs af, toen de organisatie alleen al voor ‘projectkosten’ van Justitienet2 zo’n acht miljoen euro in rekening wilde brengen, volgens Justitie zonder afdoende onderbouwing. "Nederland ligt propvol glasvezel, telecomleveranciers struikelen met tarieven over elkaar en datacommunicatie kost steeds minder", aldus een ambtenaar. In twee onderzoeken constateerde de ambtenarentop bij Justitie dat de door ITO te leveren oplossing een factor drie duurder was dan wat op vrije markt gangbaar is. In januari 2003 had ITO nog steeds niet geoffreerd, zoals toegezegd. Uiteindelijk kwam het met twee offertes, met als kern een zelf aan te leggen netwerk, met elders in te kopen lijnen. Justitie dacht dat een besparing van 50-60 procent haalbaar moest zijn, vergeleken met de offerte van ITO.
Het onbekende ITO Elke ict-er kent Pinkroccade, Centric of Getronics. En het ITO? Nooit van gehoord. Deze zeer forse ict-organisaties onttrekt zich grotendeels aan de publieke en politieke belangstelling. Toch gaat het om een organisatie van grote omvang, in omzet, projecten en aantal medewerkers. Alleen al het C2000-project is 700 miljoen euro waard. ITO is in 1998 ontstaan door een samenvoeging van de ict-afdeling van het Korps Landelijke Politiediensten (Klpd) en diverse automatiseerders van regionale politiekorpsen. Anno 2004 levert ITO vele ict-diensten aan een enorme sector, waaronder politie, brandweer, ambulancezorg, de marechaussee, het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Justitie, inclusief reclassering, gevangenissen, rechtbanken en de asielzoekersbranche. Qua organisatie is ITO complex. Voor nogal kunstmatige marktwerking heeft het ITO sinds 2002 een zogeheten ‘aanbodcoöperatie’ ofwel ISC (ICT-Service Coöperatie Politie Justitie en Veiligheid) en een ‘vraagorganisatie’, het CIP ofwel de Coöperatie Informatiehuishouding Politie. Zowel ISC als CIP zijn door de politiekorpsen opgezet en betaald. Vanaf 1 januari 2003 maakt ITO deel uit van het ISC, terwijl het zelf formeel nog steeds een agentschap van Binnenlandse Zaken is. Inmiddels tracht de overheid ITO/ISC krampachtig bij te sturen via nulbegrotingen (winst wordt afgedragen aan het ministerie), aparte projectdirecties en ‘verbeterprogramma’s’. |
Rond dezelfde tijd nam de ambtelijke top bij Justitie het besluit om Europees aan te besteden, tenzij ITO binnen zes weken met een ‘fatsoenlijke offerte’ kwam. Bij het ITO ontstond grote beroering. Men haalde diverse politieke zwaargewichten van stal om het tij te keren.
Zo bracht men D66-politicus Jacob Kohnstam (tevens voorzitter van de Regieraad ICT Politie, een overlegclub voor politie en justitie) in stelling. Gesouffleerd vanuit politiehoek vraagt Kohnstamm medio juli 2003 schriftelijk aan Justitie-minister Donner om de plannen voor Europese aanbesteding terug te draaien (te "heroverwegen") omdat "dat de overblijvende partners voor hogere kosten plaatst". Kohnstamm benadrukt dat het ministerie van Justitie "contractuele verplichtingen" heeft naar ITO. Als Justitie het ITO verlaat, aldus Kohnstamm, dreigt het gevaar dat ook individuele politieregio’s een ‘Alleingang’ overwegen, waardoor en niets komt van een "homogene basisvoorziening". Dat zal volgens de D66’er negatieve effecten hebben voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Op het hoge prijskaartje van ITO en de kritische rapporten van de Rekenkamer ging hij niet in.
Ook bracht men de burgemeester van Lelystad in stelling, die tevens voorzitter is van de ITO-raad. Daarna werd deze zomer secretaris-generaal van Defensie Ton Annink ingeschakeld om het tij te keren. In een zogenaamde "blauwe brief" (vertrouwelijke communicatie tussen topambtenaren) oefent Annink druk uit op de drie collega’s bij BZK, Justitie en Verkeer en Waterstaat. Hij pleit voor een "government owned" netwerkdienst, omdat "de commerciële carrier-diensten onder druk staan" met daarbij mogelijk "overnames en bijgevolg onzekere verschuivingen in eigendomsverhoudingen". Justitie-minister Donner wordt verzocht "geen onomkeerbare beslissingen te nemen" omdat "een gemeenschappelijke aanpak (van Defensie, Justitie en politie) kosteneffectiever zal zijn".
De ambtenarentop binnen Justitie vindt die politieke druk ongehoord. "Wij willen de belastingbetaler grote besparingen brengen over iets banaals als een netwerk". Minister Donner bezweek echter niet onder de druk. Hij legde zijn departement geen strobreed in de weg om met ITO te breken. In een antwoord meldde Justitie de Europese aanbesteding gewoon te zullen doorzetten. Dat leidde uiteindelijk tot de keuze voor Versatel.
De contractwaarde wordt intern bij Justitie geschat op zes miljoen euro per jaar, waardoor het in totaal gaat om 24 miljoen over vier jaar. De exploitatie van het oude Justitienet via ITO kostte zo’n 22 miljoen europer jaar.
Trends
Momenteel is sprake van twee tegengestelde trends. Enerzijds willen overheidsinstanties steeds vaker zélf ict-keuzes maken, zoals Justitie die het contract met ITO niet verlengt. Van de andere kant zijn er grote plannen voor juist meer centrale overheids-ict. Zo leeft bij de Defensie Telematica Organisatie (DTO) het idee om voor de hele overheid één communicatienetwerk te bouwen, voor zowel politie, Defensie, Financiën en sociale zekerheid. Dat zou een mega-ITO in het leven roepen.
De stap van Justitie is een interessante trendbreuk. Tot dusver heerst vaak de gedachte dat gevoelige overheidsdiensten in veilige handen zijn als ict in eigen huis wordt uitgevoerd en beheerd. Bij Justitie wordt dat argument weggelachen: "Ook bij ITO lopen vrij massaal externen rond, waardoor dat veiligheidsargument niet opgaat".
De politie-wereld kijkt met grote interesse naar het wegloopgedrag van Justitie. Ook de Nederlandse politie is namelijk klant van ITO. Het vertrek van Justitie zet de landelijke politiediensten flink aan het nadenken: blijven of niet? Met de eigengereide stap van het ministerie van Justitie lijkt het hek van de dam. Dit opent de mogelijkheid dat de normale ict-industrie vaker op overheidsnetwerken zal kunnen inschrijven.
Die branche is enorm. Zo zijn ict-uitgaven van de gehele Nederlandse politie zeer aanzienlijk en groeiend: in 1999 ging het om 254 miljoen euro, in 2002 al om ruim 434 miljoen. Als de min of meer gedwongen winkelnering bij ITO ten einde komt, ligt een enorm en uitdagend werkterrein open voor de vrije ict-industrie. Bij nogal wat regionale politiediensten – en ook in andere delen van de zwaailichtensector – heerst ergernis over de prestaties van ITO. Als de markt echt wordt opengebroken, kan het nog spannend worden.< BR>