Nanotechnologie zorgt voor tal van nieuwe effecten en producten. Nederland moet flink hierin investeren, vinden David Reinhoudt en Kees Eijkel van het desbetreffende Speerpunt. "Want met nanotechnologie loop je niet even naar India".
|
"De nieuwe visies en producten zullen ongetwijfeld leiden tot een aantal knallers. De gevolgen zijn ingrijpend, en de technologie wordt daarom omarmd door alle fatsoenlijke naties."
President Bush heeft onlangs een groot bedrag vrijgemaakt voor onderzoek. Per jaar gaat er wereldwijd drie miljard dollar in om. Naast de Verenigde Staten zijn Japan, Korea en Canada groot in nanotechnologie. De programmaomvang van nanotechnologie in Nederland bedraagt 240 miljoen euro. De helft komt van de overheid, de andere helft uit het bedrijfsleven. Op het congres Nanotech 2003 in Tokyo waren 25.000 mensen aanwezig. "En dat voor een technologie waar vijf jaar geleden vrijwel niemand van had gehoord. Toen bestond er weinig belangstelling. De groei die we nu zien is superexponentieel."
Tijdens de handelsmissie High Tech Connections, volgende week in Silicon Valley, staan drie technologie�n centraal:nanotechnologie, grids en breedband en embedded systems. Computable sprak aan de vooravond van het forum met devertegenwoordigers van die drie technologie�n. |
Internationaal
Kees Eijkel: "We hopen dat tijdens het forum de industriële partners ons zullen vinden. Er zitten veel grote partijen in, daar gaan we tijdens High Tech Connections mee spreken. Daarnaast zijn er een aantal kleinere bedrijven waarvan tachtig procent hun markt heeft buiten Nederland. We hebben goede contacten in een internationaal netwerk van starters. Bijvoorbeeld met een biochipbedrijf, dat uit een druppel bloed een diagnose of dna-profiel kan halen. Daar zit nanotechnologie achter. Maar dichter bij huis zit nanotechnologie ook achter de huidige grote harde-schijfcapaciteit, alleen is dat veel minder zichtbaar. Nu maakt nanotechnologie vijf tot tien procent van de halfgeleidermarkt uit, maar het groeitempo is 25 procent per jaar."
"In de westerse wereld is technologie vanzelfsprekend. Het valt pas op als de technologie het niet doet. Nanotechnologie is al een enorme markt, het is meer dan een belofte, al is zij nog niet zo groot als de voedingsmiddelentechnologie." Onderzoek in nanotechnologie zou wel eens heel belangrijk kunnen zijn voor het vasthouden van hoogopgeleide kenniswerkers. "In Nederland is het essentieel om te investeren in een nieuwe technologie die een vaste basis nodig heeft. Met dit welvaarts- en loonniveau verdwijnt veel werk naar het buitenland. Maar met nanotechnologie loop je niet even naar India, zoals het geval is bij software-ontwikkeling."
En de dreiging van leegloop is er al: "Als wij het initiatief niet hadden genomen, was tachtig procent van de mensen die zich hier nu bezighouden met nanotechnologie naar de Verenigde Staten gegaan. We moeten hier de bètamensen houden. Van de mensen die een postdoc doen in de VS geven er nu al veel aan niet terug te keren. Dat is een bedreiging van het onderzoek in Nederland, waar je goede eigen programma’s tegenover moet zetten. De Verenigde Staten zijn groter, dus in absolute zin doen zij meer. Maar je kunt wel relatief beter zijn. Je hebt voor nanotechnologie wel dure apparatuur nodig, maar het is vooral veel denkwerk. Het vereist geen mega-investeringen, zoals bij het Zwitserse Cern."
Welvaart
Reinhoudt: "Er zou meer belangstelling moeten zijn voor de toekomstige welvaart van Nederland. Je ziet dat er sprake is van een golfbeweging. In 1988 hadden we bijvoorbeeld een recordinstroom technologiestudenten. Elke crisisperiode zie je een verschuiving optreden naar harde technologie. En bij economische groei volgt een grote uitstroom. Het kost tien jaar om iemand vanaf de middelbare school op te leiden tot elektrotechnicus. Om iets te corrigeren moet je dus vijftien jaar vooruit denken."
Eijkel: "Om belangstelling voor technologie te stimuleren, moeten de juiste prikkels gegeven worden. De mentaliteit nu is niet anders dan vijftien jaar geleden toen er een topinstroom was. Jongeren reageren wel op prikkels, als ze maar op de juiste wijze gegeven worden. Maar het is lastig concurreren met het bedrijfsleven. De financiële waardering voor chemische technologie staat in Nederland in geen verhouding tot de maatschappelijke verdienste. We weten waardering niet in salaris uit te drukken. Bij ons is de sfeer goed, de mensen werken graag zestig uur, ze hebben een heel internationale baan. Maar leeftijdgenoten bij het bedrijfsleven verdienen meer."
Ook de commercialisering kan beter: Reinhoudt: "We werken er hard aan om commerciële initiatieven van de grond te laten komen. Het vereist visie en durf van individuele personen. In de Verenigde Staten zijn er hoogleraren die met succes en eigen bedrijf hebben opgezet. In Nederland mag dat niet, omdat er dan al snel het idee ontstaat dat je je stiekem aan het verrijken bent. Maar dan moet vanuit Nederland geen succesvolle starterseconomie verwachten zoals die bijvoorbeeld uit het MIT is voortgekomen."
Eijkel: "De paradox is juist het verschil tussen wat de overheid roept, en wat mag van diezelfde overheid. Je mag er geen geld aan verdienen. Overigens wil minister Van der Hoeven nu de wet wijzigen, daar zijn we heel blij mee. De grootste blokkade wordt weggenomen. Er is geen geld, maar er gaat wel wat veranderen. Voor starters vereist pionierschap durf; mensen die een grote sprong maken zijn kwetsbaar, ze worden niet bejubeld. Nu zie je dat ondernemers hun bedrijf laten groeien op de minst risicovolle punten. Zo missen we de echte bouwers met visie."