"Als je bedrijven vraagt waar de problemen zitten met ingebedde software, dan blijkt dat bij integratie en testen." Volgens Martin Rem, woordvoerder Speerpunt Embedded Systems, zou Amerikaanse expertise goed van pas komen, vooral bij het testen van software.
|
Het onderzoek naar ingebedde systemen (embedded systems) kan volgens Martin Rem alleen maar profiteren van internationale samenwerking. Rem is wetenschappelijk directeur van het Embedded Systems Institute (ESI), gevestigd bij de Technische Universiteit Eindhoven. Hij treedt op als woordvoerder Speerpunt Embedded Systems. "In Nederland en de Verenigde Staten wordt veel onderzoek gedaan naar ingebedde systemen. Het is typisch een onderwerp waar de twee landen iets aan elkaar zouden kunnen hebben." Software komt in steeds meer zaken voor. Europa loopt daarin voor, vooral vanwege de ingebedde software in auto’s en vliegtuigen. In Nederland is Philips er ver mee. En ook zitten er uitermate ingewikkelde ingebedde systemen in bijvoorbeeld de wafersteppers van Asml.
Gezien vanuit het Ingebedde systemen Intitute (ESI) is een bezoek aan de handelsmissie in de VS vooral interessant in het kader van de internationale technologie-uitwisseling. Rem: "We willen wetenschap en toepassingen bij elkaar brengen. Daarnaast willen we werken in het instituut én Zuid-Nederland als vestigingsplaats voor Amerikaanse bedrijven en laboratoria onder de aandacht brengen."
De verhouding met Silicon Valley is dubbel. Aan de ene kant concurreert Nederland met Amerikaanse bedrijven, maar aan de andere kant is uitwisseling van kennis onontbeerlijk. "De bedrijven die daar zitten concurreren niet alleen onderling, zij werken ook samen. Als we met de handelsmissie meegaan, is het de bedoeling om samenwerkingsverbanden te ontwikkelen, en als het kan technologie uit te wisselen, bij elkaar op bezoek te gaan. Als instituut hebben we geen harde doelen gesteld, maar we zijn we blij dat ingebedde systemen als een van de speerpunten is gekozen. Nederland is daar namelijk zeer sterk in. Ook het ministerie van Economische Zaken zet zich er sterk voor in met subsidieprogramma’s en bijeenkomsten."
Paradox
De discrepantie tussen fundamenteel onderzoek en commercialisering van de uitkomsten, de zogenoemde Hollandse paradox, speelt ook bij ingebedde systemen. "Wij willen de Hollandse paradox proberen te doorbreken, hij bestaat wel degelijk. Vergeleken met de VS zie je een groot verschil. Misschien is het zelfs een Europees probleem. Want ook in Zuidoost-Azië zie je dat de afstand tussen wetenschap en toepassing veel kleiner is."
Tijdens de handelsmissie High Tech Connections, volgende week in Silicon Valley, staan drie technologie�n centraal:nanotechnologie, grids en breedband en embedded systems. Computable sprak aan de vooravond van het forum met devertegenwoordigers van die drie technologie�n. |
"Wat speelt in de probleemstelling, is bijvoorbeeld multitechnologie. Je hebt te maken met software, mechanica en optica. Verschillende werelden komen bij elkaar, en de systemen moeten wel betrouwbaar zijn. De software bevat echter nogal eens fouten, en dan begeeft het apparaat het. Dat kun je bij ingebedde systemen niet hebben. Maar we kunnen dat nog niet goed oplossen. Auto’s hebben tegenwoordig zelfs meer storingen dan vroeger, en dat heeft alles te maken met de problemen van ingebedde software, die we nog niet hebben opgelost."
Rem hoopt binnenkort te kunnen putten uit Amerikaanse ervaringen: "Als je aan bedrijven vraagt waar de problemen zitten met ingebedde software is dat op het vlak van de integratie en bij het testen. Dat moet echt anders en beter. En daarbij kunnen we Amerikaanse expertise gebruiken, vooral bij het testen van software. Dat klinkt in eerste instantie niet aantrekkelijk, omdat het lijkt of je fouten van anderen eruit moet halen, maar het is wel belangrijk. We zouden best kunnen leren van een ruimtevaartprogramma; de Nasa moet veel kennis hebben op het gebied van testen."
Randstad
Rem is blij met de deelname van Philips-topman Kleisterlee aan het innovatieplatform. "Ik hoop dat het platform op korte termijn met een aantal speerpunten zal komen, en dat ingebedde systemen worden meegenomen. De visie van Kleisterlee is praktisch: er zijn al voldoende rapporten, nu moeten we plannen maken over wat we gaan stimuleren." De overheidsinvesteringen in Zuid-Nederland lopen achter bij die in de rest van het land, en Rem hoopt dat dit wordt rechtgetrokken: "In Zuid-Nederland wordt al veel geïnvesteerd door het bedrijfsleven. De overheid investeert hier dertig procent van wat in de rest van Nederland wordt uitgegeven. Veel overheids-r&d zit in de Randstad. Ik hoop dat in het innovatieplatform ook wordt gekeken naar de regio hier."
Maar zijn ambitie reikt verder dan de landsgrenzen: "Het is belangrijk om over de grens te kijken, bijvoorbeeld naar Leuven. We moeten niet exclusief in Nederland blijven. We zijn nationaal begonnen, de financiering komt van EZ. We willen nu internationaal gaan. We hebben mooie vooraanstaande bedrijven en behoren bij de top van de wereld."
"Er is veel expertise bij bedrijven in de rest van Europa waar we graag mee zouden willen samenwerken. Bijvoorbeeld in de autofabricage in Duitsland, en in de vliegtuigindustrie in Frankrijk. Onze ambitie is een Europees instituut op wereldniveau, de markt wordt globaal. Een mooi product kun je in de hele wereld afzetten, de nationale markten verdwijnen. Als je als leverancier niet in meegaat in die trend en je blijft op de nationale markt opereren, dan neemt een internationaal bedrijf jouw markt over."
Als belangrijkste ontwikkeling in ingebedde systemen in 2004 ziet Rem dat apparaten steeds meer met elkaar gaan communiceren. "Het is voor leveranciers een lastige ontwikkeling. Als je een apparaat ontwikkelt, weet je niet in welke omgeving het zal terechtkomen. Apparaten moeten zoveel mogelijk open zijn, als alles met elkaar verbonden is. Dat betekent een behoorlijke verandering voor bedrijven, het gaat in tegen de trend van bedrijfseigen producten, en dat is niet eenvoudig. Het komt in het beginstadium de betrouwbaarheid en veiligheid niet ten goede. Maar ook hier geldt: als je niet meedoet, doet de buitenlandse concurrentie het. Mijn grote angst is steeds dat we te laat zijn."< BR>