De programmeertaal Fortran werd in 1954 door een team IBM-programmeurs ontwikkeld voor wetenschappelijke doeleinden. De naam staat voor IBM Mathematical Formula Translation System, wat later werd afgekort naar Formula Translation.
In 1966 kwam de eerste Fortran-standaard uit; Fortran-66 of Fortran-IV. In totaal zijn er zes standaarden uitgebracht; HDF (High Performance Fortran) werd niet als officiële standaard gerekend.
Fortran herkent slechts de instructies in de kolommen 7 tot en met 72. In kolom 1 kan worden aangegeven of een regel alleen commentaar bevat. Kolommen 2 tot en met 5 dienen voor labels. Als in kolom zes geen spatie staat, wordt de regel als vervolg op de vorige regel behandeld. De syntaxis van de programmeertaal kent geen gereserveerde woorden. Fortran-66 is berucht om de vele ‘goto’-statements die nodig waren; er bestonden slechts weinig controlestructuren. Daarnaast kende het geen karaktergegevens, alleen numerieke data. De volgende versie, Fortran-77 (uitgebracht in 1980), bevatte meer controlestructuren en er konden karaktergegevens worden ingevoerd. Hetgeen aan deze versie nog ontbrak, waren de ‘pointers’. Dit maakte het moeilijk om de programmeertaal te gebruiken voor systeemtaken, maar voor veel wetenschappelijke software maakte dat weinig verschil. Het voordeel was dat Fortran-code makkelijk overdraagbaar is tussen verschillende machines. De pointers werden in versie Fortran-90 (uitgebracht in 1991) geïntroduceerd. In 1997 kwam Fortran-95 uit en in 2002 zag Fortran-2000 het levenslicht. Ondanks de recente opwaarderingen is Fortran-77 nog steeds het populairst.